a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2016/00432

Datum:

21-07-2016

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website van adverteerder www.weilands.nl. Hierin staat – voor zover hier van belang –:

“Iberico Lomo Filet Braadstuk

(…)

Puur natuur: allergeenvrij en zonder additieven.”

“Nieuw Zeelands Lamsrack

(…)

Puur natuur: allergeenvrij en zonder additieven.”

“Iberico Varkenshaas (solomillo)

(…)

Puur natuur: allergeenvrij en zonder additieven.”

“100% US Beef Burger

(…)

Puur natuur: allergeenvrij en zonder additieven.”

 

De klacht

Rundvlees is volgens klager een bekende allergeen. Volgens de EU allergenenwetgeving hoeft deze allergeen niet vermeld te worden, maar ongeveer 10% van de mensen met een koemelkeiwitallergie hebben ook een rundvleesallergie. Ook tegen lams- en varkensvlees, maar ook tegen elk zoogdierproduct bestaan allergieën. De in de uiting genoemde producten zijn derhalve niet allergeenvrij, zodat de uiting volgens klager misleidend is.

 

Het verweer

Volgens adverteerder staat in de EU wetgeving niets over een ‘allergeenvrij claim’, behalve dan dat het verplicht is om de 14 welbekende allergenen te vermelden. In het rijtje van 14 allergenen is vlees niet vermeld.

Klager geeft aan dat een koemelkallergie ook een reactie kan veroorzaken op rundvlees. De kans op reactie is echter dusdanig klein dat dit niet verplicht is om te vermelden volgens de huidige wetgeving, aldus klager. Volgens klager is sprake van een drempelwaarde.

Op dit moment bestaat er alleen een richtlijn over de ‘allergeenvrij claim’ in het Verenigd Koninkrijk, echter deze is niet van toepassing voor de overige EU landen.

In de uiting staat duidelijk vermeld dat het om vleesproducten gaat, dus de consument wordt volledig geïnformeerd over de producten en zij kan een weloverwogen keuze maken zoals in de wet is vermeld. Van misleiding is volgens adverteerder dan ook geen sprake. 

 

Het oordeel van de Commissie

Klager acht de onderhavige uiting misleidend omdat hierin wordt vermeld dat de genoemde vleesproducten allergeenvrij zijn, terwijl deze producten volgens klager wel degelijk allergenen bevatten. Ter onderbouwing van zijn klacht heeft klager kopieën overgelegd van de websites www.ghamrawy.com, www.eetvrij.nl en www.anafylaxis.nl/Images/Kruisreactie.jpg.

Niet in geschil is dat de in de uiting vermelde vleesproducten geen declareerbare allergenen zijn of bevatten als bedoeld in bijlage II van de Verordening (EU) Nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten. Adverteerder heeft in haar verweer gesteld dat vlees niet vermeld wordt in bijlage II van voornoemde verordening omdat de kans op een allergische reactie zeer gering is en dat het om die reden niet verplicht is om in de uiting te vermelden dat deze producten een allergische reactie kunnen veroorzaken.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument op grond van de aanduidingen “allergeenvrij” verwachten dat de in de uiting vermelde producten in het geheel geen allergenen bevatten. Aldus wekt de uiting bij deze consument verkeerde verwachtingen. Dat de producten geen declareerbare allergenen bevatten (dat wil zeggen substanties die worden beschouwd als de meest gebruikelijke voedselallergenen waarvoor volgens de Europese Commissie voldoende bewijs bestaat om ze op te nemen in de lijst met allergenen), sluit immers niet uit dat desondanks sprake kan zijn van andere, niet op bedoelde lijst vermelde allergenen. Adverteerder heeft niet weersproken dat de aangeprezen vleesproducten als allergenen kunnen worden beschouwd. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De gemiddelde consument kan hierdoor ertoe worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. De Commissie neemt daarbij in aanmerking dat de reclame-uiting blijkbaar een specifieke doelgroep bedoelt aan te spreken, te weten een doelgroep die allergenen dient of wenst te vermijden. Voor zover deze doelgroep niet bekend is met het feit dat de aangeprezen vleesproducten als (niet-declareerbare) allergenen kunnen worden beschouwd, zal de voedselindustrie het economische gedrag van (het gemiddelde lid van) deze doelgroep kunnen verstoren. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken