a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2009/00695

Datum:

12-01-2010

Uitspraak:

Aanbeveling (Gedeeltelijk)

Product/dienst:

Overige

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Brievenbus

 

De bestreden reclame-uitingen

 

Het betreft de hierna onder I, II en III te noemen mededelingen, die worden gedaan in de uitingen, die als bijlage 1 a tot en met p (uitingen van BIK) en bijlage 2 a tot en met j (uitingen van Vaculux) aan deze beslissing zijn gehecht:

 

  • I.    
    65% meer lichtopbrengst

De mededelingen, al dan niet in combinatie met een grafiek, waarin wordt gesteld dat de ‘BIK TubeLight’ dan wel de ‘SkyTube Helios’ (minimaal) 65% licht meer doorlaat of meer lichtopbrengst heeft (dan de ‘Solatube’ van klager), waarbij in sommige uitingen in dit verband tevens wordt verwezen naar ‘lichttechnisch onderzoek’;

  • II.   
    15% sneller/makkelijker te installeren

De mededelingen waarin wordt gesteld dat de ‘BIK TubeLight’ dan wel de ‘SkyTube Helios’ 15% gemakkelijker dan wel sneller is te installeren of te monteren is (dan de ‘Solatube’ van klager);

  • III.          
    kostenbesparing/goedkoper

De mededelingen dat de ‘BIK TubeLight’ dan wel de ‘SkyTube Helios’ tot 10% dan wel 20% dan wel aanzienlijk goedkoper is (dan de ‘Solatube’ van klager) en dat deze producten 50% minder totale kosten opleveren (ten opzichte van de ‘Solatube’ van klager).

 

De klacht

 

Klager is distributeur van daglichtsystemen met de naam ‘Solatube’. Adverteerders zijn de leveranciers van de ‘BIK TubeLight’ (BIK) en de ‘SkyTube Helios’ (Vaculux), eveneens daglichtsystemen.

 

Nu in de bewuste uitingen de BIK TubeLight en de SkyTube Helios vergeleken worden met de Solatube, is sprake van vergelijkende reclame. Hoewel in sommige uitingen de naam Solatube niet specifiek wordt genoemd, is naar de mening van klager ook in deze reclame-uitingen sprake van vergelijkende reclame. Gelet op het specialistische karakter van de branche waarin partijen zich begeven en gelet op het feit dat klager met haar product de marktleider is in de Benelux, zal men de vergelijkingen betrekken op haar product.

 

Klager heeft –samengevat – tegen de genoemde mededelingen de volgende bezwaren:

 

1. 65% meer lichtopbrengst

a) Onderzoek OliNo

De mededelingen zoals hierboven beschreven onder I zijn gebaseerd op een onderzoek van het bedrijf OliNo Energy B.V., welk onderzoek is opgezet door een onderneming die deel uitmaakt van de CRH-Group, waarvan adverteerders eveneens deel uitmaken. Klager is op haar verzoek door adverteerders in het bezit gesteld van twee rapporten die naar aanleiding van dit onderzoek door OliNo zijn opgemaakt. Deze rapporten heeft klager laten onderzoeken door Grontmij N.V. Uit de bevindingen van Grontmij blijkt dat de bewuste claim geen enkele grondslag vindt in het onderzoek van OliNo. De meetopstelling, de meetprocedure en de resultaten van het onderzoek zijn onzorgvuldig, onvolledig en niet voldoende onderbouwd, zo blijkt uit de bevindingen van Grontmij.

 

b) verifieerbaarheid/controleerbaarheid vergelijking

Voorts kunnen de bedoelde mededelingen op geen enkele wijze worden geverifieerd. Daglicht is zeer moeilijk te meten en bovendien wordt slechts met één type ‘Solatube’ vergeleken. Behalve bij de grafiek die in sommige uitingen staat, wordt nergens in de uitingen vermeld met welk type Solatube wordt vergeleken. Voorts wordt niet meegedeeld waar en op welke wijze de bewuste claim kan worden gecontroleerd. De rapporten van OliNo worden niet aan klanten beschikbaar gesteld.

 

c) onafhankelijkheid/objectiviteit OliNo

Tot slot stelt klager dat OliNo geen onafhankelijk en objectief oordeel kan geven, omdat op de website van dit bedrijf verschillende banners en links staan met commerciële informatie van leveranciers en fabrikanten van lichtproducten. 

 

2. 15% sneller/makkelijker te installeren

a) Installatiegemak/snelheid

De mededelingen zoals hierboven beschreven onder II zijn gebaseerd op een door adverteerders aangeleverde tabel, waarin zowel het installatieproces van de TubeLight als dat van de Solatube is beschreven. Het is onduidelijk door wie het hierin beschreven ‘installatiegemak’ is beoordeeld. Nu boven de tabel “BIK” staat, gaat klager er vanuit dat de tabel is opgesteld door BIK. Reeds hieruit blijkt dat het onderzoek niet objectief is. Voorts is ‘installatiegemak’ een subjectief begrip. De tabel is onvolledig en onduidelijk. De conclusie dat de TubeLight gemakkelijker is te installeren dan de Solatube is uit de lucht gegrepen en niet controleerbaar. De tabel wordt niet aan de klant overgelegd en staat niet in de gewraakte reclame-uitingen. In sommige claims wordt gesproken van ‘installatiesnelheid’. Dit acht klager evenmin een objectief, transparant en verifieerbaar criterium. In de tabel wordt niets gezegd met betrekking tot de snelheid.

 

b) ‘Geld terug-garantie’

In sommige uitingen wordt aan de klant ‘geld terug’ beloofd indien de TubeLight dan wel de SkyTube Helios niet sneller is te installeren dan de Solatube. Een voorwaarde die hierbij geldt, is dat de inbouwtijd van de Solatube ‘significant sneller’ is. Onduidelijk is wat ‘significant sneller’ inhoudt. Voorts geldt dat de klant twee keer mag ‘oefenen’ met het inbouwen van de TubeLight en de SkyTube Helios, en slechts één keer met de inbouw van de Solatube, hetgeen een oneerlijke voorwaarde is.

 

3.
kostenbesparing/goedkoper

De mededelingen zoals hierboven beschreven onder III zijn gegrond op een door adverteerder (BIK) overgelegd rekenvoorbeeld. Dit rekenvoorbeeld en de toelichting hierop is onduidelijk. Voorts is de berekening gebaseerd op de ‘lichtopbrengst’, die is vastgesteld op basis van de genoemde rapporten van OliNo. Nu is gebleken dat de rapporten die door OliNo zijn opgesteld  onvolledig en onbetrouwbaar zijn, mag deze lichtopbrengst niet dienen als uitgangspunt voor de berekeningen. Ook wordt bij de berekeningen geen rekening gehouden met de overige kenmerken van de producten. Tot slot is, nu de berekeningen niet ter beschikking worden gesteld aan de klant, de claim niet controleerbaar.

 

4. Monodraught Sunpipe

Klager voegt aan het voorgaande toe dat in sommige van de uitingen nog een vierde daglichtsysteem wordt genoemd, waarmee de producten van klager en adverteerders worden vergeleken. In de betreffende reclames wordt niet gezegd dat dit product eerder door BIK werd verkocht, maar dat dit inmiddels niet meer op de markt wordt gebracht. Deze vergelijkende reclame-uitingen acht klager aldus eveneens misleidend en derhalve ongeoorloofd.

 

Gelet op het voorgaande is klager van oordeel dat de mededelingen zoals genoemd onder I, II en III op de hiervoor genoemde punten misleidend zijn in de zin van artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en derhalve in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a.

 

Voorts acht klager de vergelijkende reclame-uitingen, daar waar naar haar oordeel op grond van het voorgaande geen sprake is van het op objectieve wijze vergelijken van controleerbare en representatieve kenmerken, ongeoorloofd in de zin van artikel 13 aanhef NRC, omdat niet is voldaan aan de voorwaarde genoemd onder c.

 

Voorts is klager van oordeel dat de reclame-uitingen, omdat deze de goede naam schaden van klager, ongeoorloofd en derhalve in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder e NRC.

 

Tot slot is klager van mening dat de reclame-uitingen in strijd zijn met artikel 13 aanhef en onder g, nu deze een oneerlijk voordeel opleveren ten gevolge van de bekendheid van het merk Solatube en andere onderscheidende kenmerken van de producten van klager.

 

Het verweer

 

De klacht is gemotiveerd weersproken. Voor zover voor de beslissing van belang wordt in het oordeel op het verweer teruggekomen.

 

De repliek en dupliek

 

Klager en adverteerders handhaven hun standpunten en lichten dit nader toe. Voor zover van belang voor deze beslissing zal de Commissie hierop in het oordeel ingaan.

 

De mondelinge behandeling

 

Ter vergadering is in de eerste plaats aan de orde gekomen dat, naar uit de stukken is gebleken, het onderhavige geschil eerder door klager in een kort geding aan de Rechtbank te ’s-Hertogenbosch is voorgelegd. Op 14 oktober 2009 heeft de rechter in die procedure een vonnis uitgesproken. Hierbij heeft de rechter onder meer bepaald dat adverteerders de bewuste uitingen dienen te staken. In antwoord op de vraag van de Commissie welke reden klager had om de bewuste uitingen tevens ter beoordeling door de Reclame Code Commissie voor te leggen, heeft klager onder meer geantwoord dat beide partijen het met de inhoud van het vonnis op bepaalde punten niet eens zijn en dat zij dan ook tegen de beslissing van de Rechtbank in beroep zijn gegaan. Klager deelde mee tevens waarde te hechten aan een oordeel van de Commissie over de betreffende reclame-uitingen. Adverteerders hebben hiertegen geen bezwaren geuit.

 

Mr.  Bolscher voornoemd heeft het standpunt van klager aan de hand van de door haar overgelegde pleitnota nader toegelicht. Mr. Jonker voornoemd heeft het standpunt van adverteerders nader toegelicht, eveneens aan de hand van een pleitnota.

 

Het oordeel van de Commissie

Vast staat dat  sprake is van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. Klager heeft gemotiveerd en onweersproken gesteld dat ook in de uitingen waar de naam van het product van klager niet letterlijk wordt genoemd, sprake is van vergelijkende reclame.

Vergelijkende reclame is geoorloofd, mits deze voldoet aan de voorwaarden waaraan vergelijkende reclame ingevolge artikel 13 NRC dient te voldoen. Klager stelt dat de vergelijkende reclame-uitingen van adverteerders niet voldoen aan artikel 13 sub a, c, e en g NRC.

 

Met betrekking tot de genoemde bezwaren van klager overweegt de Commissie als volgt.

 

Ad 1. 65% meer lichtopbrengst

Met betrekking tot de claim dat de producten van adverteerders 65% meer daglichtopbrengst zouden genereren, overweegt de Commissie als volgt.

 

a) Onderzoek OliNo

Klager stelt, onder verwijzing naar de bevindingen van Grontmij, dat het door adverteerders ter onderbouwing van de bewuste claim aangevoerde onderzoek van OliNo niet deugdelijk is. Deze stelling is door adverteerders gemotiveerd betwist.

De Commissie is niet in staat om de rapporten van OliNo en de bevindingen van Grontmij inhoudelijk op de technische aspecten te beoordelen. Wel is naar het oordeel van de Commissie door klager voldoende aannemelijk gemaakt dat er bij het onderzoek van OliNo een aantal kanttekeningen zijn te plaatsen. De Commissie is van oordeel dat de resultaten van dit onderzoek de absolute claim dat de producten van adverteerders 65% meer lichtopbrengst opleveren dan de Solatube, niet kunnen dragen. De bevindingen van Grontmij, waaruit volgens haar blijkt dat het onderzoek van OliNo ‘onbetrouwbaar en onvoldoende nauwkeurig is uitgevoerd om hieraan algemeen geldende conclusies te kunnen verbinden’, zijn door adverteerders naar het oordeel van de Commissie onvoldoende weerlegd. Met name ontbreekt een reactie van OliNo op het laatste memo van Grontmij (bijlage 15 bij repliek) en op hetgeen namens Grontmij ter zitting naar voren is gebracht. Hierdoor is de Commissie er onvoldoende van overtuigd:

  • –       dat de door OliNo gehanteerde meetopstelling en gebruikte meetproducten tot een voldoende betrouwbaar resultaat hebben geleid;

  • –       dat de uren waarin de metingen zijn verricht (10.45 tot 14.15 uur, met uitzondering van de periode tussen 12.00 en 13.00 uur) voldoende representatief zijn, in verband met de hoek van de lichtweerkaatsing.

Aldus hebben adverteerders de mededelingen dat de ‘BIK TubeLight’ dan wel de ‘SkyTube Helios’ (minimaal) 65% licht meer doorlaat of meer lichtopbrengst heeft, onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Op grond van het voorgaande oordeelt de Commissie dat adverteerders onjuiste informatie hebben verschaft ten aanzien van één van de voornaamste kenmerken van haar product als bedoeld in artikel 8.2 onder b NRC, te weten de hoeveelheid lichtopbrengst.

 

b) verifieerbaarheid/controleerbaarheid vergelijking

Gelet op het feit dat van het merk Solatube verschillende types bestaan met verschillende hoeveelheden lichtopbrengst, had naar het oordeel van de Commissie in de uitingen dienen te worden vermeld dat, naar is gebleken, de vergelijkende reclame slechts geldt ten opzichte van één van deze types. Deze informatie acht de Commissie van belang voor de consument om de bewuste claim naar waarde te kunnen schatten. Nu deze informatie in de uitingen ontbreekt is naar het oordeel van de Commissie sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Voor zover er in de uitingen een grafiek staat, waarbij wel een typenummer wordt genoemd, doet dit niet af aan het voorgaande. Uit deze grafiek blijkt immers niet dat de bewuste claim in de uitingen uitsluitend betrekking zou hebben op het in deze grafieken genoemde type.

 

Overigens is op basis van de NRC niet vereist dat wordt meegedeeld waar en op welke wijze de bewuste claim kan worden gecontroleerd of dat eventuele rapporten van onderzoek hiernaar aan klanten beschikbaar moeten worden gesteld. Wel wordt van adverteerders verlangd dat zij de juistheid van een claim, wanneer deze gemotiveerd wordt betwist, aannemelijk maken. Naar het oordeel van de Commissie is niet gebleken dat ‘lichtopbrengst’ op zichzelf een niet-controleerbaar kenmerk is waarmee niet zou kunnen worden vergeleken.

 

c) onafhankelijkheid/objectiviteit OliNo

Nu uit de stukken onvoldoende is gebleken dat dit anders zou zijn, gaat de Commissie er vanuit dat zowel OliNo als Grontmij onafhankelijk zijn ten opzichte van de partijen in deze procedure. In zoverre treft de klacht geen doel.

 

De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument naar aanleiding van het hiervoor onder a) en b) gestelde ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden zijn de gewraakte vergelijkende mededelingen misleidend en daardoor in strijd met artikel 13 a NRC.

 

Ad 2. 15% sneller/makkelijker te installeren

Met betrekking tot de claim dat de ‘BIK TubeLight’ dan wel de ‘SkyTube Helios’ 15% gemakkelijker dan wel sneller is te installeren of te monteren (dan de ‘Solatube’ van klager), overweegt de Commissie het volgende.

 

a) Installatiegemak/-snelheid

De installatiesnelheid (of het –gemak) is naar het oordeel van de Commissie een wezenlijk, relevant en controleerbaar kenmerk van het bewuste product. De Commissie is derhalve van oordeel dat op dit punt geen sprake is van strijd met het bepaalde in artikel 13 c NRC. Wel geldt hier wederom dat moet worden beoordeeld of de juistheid van door klager gemotiveerd betwiste claim door adverteerders aannemelijk is gemaakt.

Ter onderbouwing van de claim dat de producten van adverteerders 15% sneller zijn te installeren, hebben adverteerders een onderzoek overgelegd, dat is uitgevoerd door DBA Dakadvies B.V., een onafhankelijk ingenieursbureau. Blijkens het rapport dat naar aanleiding van dit onderzoek is opgesteld, is hierbij de installatietijd van de Solatube vergeleken met de installatietijd van de Skytube Helios. Hiertoe zijn beide systemen door een vakkundig dakdekker geïnstalleerd, één keer zonder dat de dakdekker ervaring had met het betreffende systeem en vervolgens één keer nadat de dakdekker het systeem in de eerste test had geïnstalleerd. In het rapport zijn de hiervoor benodigde tijden genoemd en de ondervonden voor- en nadelen van de beide producten. Voor zover in deze zaak relevant, kan uit dit rapport worden opgemaakt dat, nadat de desbetreffende dakdekker één keer eerder het product had geïnstalleerd, de installatietijd bij het product van adverteerders 50 minuten was en bij het product van klager 60 minuten, wat erop neerkomt dat de installatietijd bij het product van adverteerders ongeveer 15% sneller was. Hoewel de Commissie geen reden heeft om aan de gegevens in het rapport te twijfelen, is zij van mening dat op basis van deze resultaten echter niet in het algemeen kan worden gesteld dat het systeem van adverteerders 15% sneller geïnstalleerd kan worden dan de Solatube. Ook al is de installatie uitgevoerd door een ervaren dakdekker, niet kan worden gezegd dat deze specifieke dakdekker als maatman kan worden aangemerkt voor iedere willekeurige dakdekker die het desbetreffende systeem zal installeren. Een test die is uitgevoerd door één persoon biedt bovendien onvoldoende steun om daaraan algemene conclusies te verbinden. Voor de één zullen de voor- en nadelen van de systemen anders uitpakken dan voor de ander. Derhalve is de Commissie van oordeel dat de absolute claim dat het systeem van adverteerders 15% sneller kan worden geïnstalleerd dan het systeem van klager, onvoldoende wordt gesteund door het onderzoek van DBA Dakadvies. De juistheid van de bedoelde claim is aldus onvoldoende aannemelijk gemaakt. Gelet hierop hebben adverteerders op ook dit punt onjuiste informatie verschaft ten aanzien van één van de voornaamste kenmerken van haar product als bedoeld in artikel 8.2 onder b NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument, naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden zijn de gewraakte vergelijkende mededelingen, voor zover deze de bewuste claim bevatten, misleidend en daardoor in strijd met artikel 13 a NRC.

 

b) ‘Geld terug-garantie

Het feit dat in sommige uitingen ‘geld terug’ wordt beloofd indien het product van adverteerders niet sneller is te installeren dan het product van klager, is op zichzelf niet in strijd met de  NRC. Van de gemiddelde consument mag worden verwacht dat hij weet dat aan een dergelijke actie voorwaarden zijn verbonden. Nu deze voorwaarden in de folders en op de website worden genoemd is op dit punt naar het oordeel van de Commissie geen sprake van misleidende of anderszins ongeoorloofde reclame.

 

Ad 3. Kostenbesparing/goedkoper

Ter onderbouwing van de claim dat het systeem van adverteerders tot 50% goedkoper dan wel kostenbesparend is ten opzichte van het systeem van klager, wordt door adverteerders verwezen naar een rekenmodel waarin, aan de hand van een aantal voorbeelden, de kosten van de BIK TubeLight en de Skytube Helios worden vergeleken met de kosten van de Solatube. De conclusie in deze berekeningen is steeds dat met de systemen van adverteerders rond de 50% kosten kan worden bespaard ten opzichte van de Solatube. Nu er echter in al deze voorbeelden vanuit is gegaan dat de lichtopbrengst van de systemen van adverteerders 65% hoger is dan de lichtopbrengst van de systemen van klager, acht de Commissie de conclusies in deze voorbeelden onjuist. Vastgesteld is immers dat adverteerders op basis van de door hen overgelegde informatie niet in zijn algemeenheid mogen claimen dat hun systemen 65% meer daglichtopbrengst genereren. Gelet op het voorgaande staat vast dat de claim dat de systemen van adverteerders (tot) 50% goedkoper zijn dan, dan wel kostenbesparend zijn ten opzichte van het systeem van klager, eveneens onvoldoende aannemelijk is gemaakt. Gelet op het voorgaande hebben adverteerders op dit punt onjuiste informatie hebben verschaft ten aanzien van de prijs als bedoeld in artikel 8.2 onder d NRC. De Commissie is voorts van oordeel dat de gemiddelde consument naar aanleiding van deze onjuiste informatie, ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Gelet hierop zijn de uitingen, voor zover de hier bedoelde vergelijkende claim wordt gedaan, misleidend en in strijd met artikel 13 a NRC.

 

De mededelingen dat de producten van adverteerders 10%, 20% of in het algemeen goedkoper zijn dan de Solatube zijn, hoewel wel in de klacht genoemd, door klager niet nader betwist. Op dit punt kan door de Commissie dan ook geen oordeel worden gegeven.

 

Ad 4. Monodraught Sunpipe

Met betrekking tot het feit dat in sommige uitingen in een grafiek nog een vierde daglichtsysteem wordt genoemd, waarmee de producten van klager en adverteerders worden vergeleken (de ‘Monodraught Sunpipe’), is onweersproken door klager gesteld dat dit product de vorige ‘versie’ is van het huidige product van BIK en dat deze versie nu niet meer op de markt wordt gebracht. Nu deze informatie – die van belang is om de vergelijking van deze producten op waarde te kunnen schatten – in de uitingen ontbreekt is naar het oordeel van de Commissie sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Gelet op het voorgaande is de Commissie van oordeel dat, voor zover in de bewuste uitingen wordt vergeleken met de ‘Monodraugth Sunpipe’, sprake is van misleidende reclame en derhalve van strijd met artikel 13 a NRC.

 

Naar het oordeel van de Commissie zijn de reclame-uitingen, anders dan klager meent, niet van dien aard, dat daar­door haar goede naam wordt geschaad, zoals bedoeld in artikel 13e NRC. Evenmin kan worden gezegd dat de reclame-uitingen een oneerlijk voordeel hebben opgeleverd in de zin van artikel 13 g NRC.

 

De Commissie ziet geen aanleiding om deze uitspraak onder de aandacht van een breed publiek te brengen (openbaar te maken) als bedoeld in artikel 17 lid 1 onder h jo. artikel 18 lid 4 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de mededelingen, zoals hierboven genoemd onder I en onder II in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a NRC.

De mededelingen zoals genoemd onder III acht zij, voor zover wordt geclaimd dat de systemen (tot) 50% goedkoper dan wel kostenbesparend zijn ten opzichte van het systeem van klager, eveneens in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC. Tot slot acht de Commissie, gelet op hetgeen zij hiervoor onder Ad 4. heeft overwogen, het vermelden van de ‘Monodraught Sunpipe’ in de bij sommige uitingen gevoegde grafieken eveneens in strijd met artikel 13 aanhef en onder a NRC.

Zij beveelt adverteerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken