a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Persoonlijke verzorging en uiterlijk

Status:

Dossiernr:

2017/00076

Datum:

27-03-2017

Uitspraak:

RCC Aanbeveling (voor zover nodig)

Product/dienst:

Persoonlijke verzorging en uiterlijk

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een filmpje te zien op www.etos.nl/mama-en-kind/drsleenarts en via Youtube, waarin dermatoloog drs. Marjolein Leenarts onder meer het volgende zegt:

“Ik ben Marjolein Leenarts, medisch specialiste in huidziektes oftewel dermatoloog. Ik werk in het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk en bij veel mensen beter bekend als het brandwondencentrum. Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn. Toen ik zelf moeder werd, merkte ik dat er geen goede producten voor kinderen op de markt waren. Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen. Daarom besloot ik mijn kennis te delen met andere moeders en een eigen lijn voor huidproducten op de markt te zetten. Mijn lijn was eigenlijk meteen succesvol. Er is echt vraag naar goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag. (…). Mijn producten bevatten natuurlijk geen enkel irriterend ingrediënt, zoals parfum, parabenen of wol-alcoholen.”

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De producten van mevrouw Leenarts zijn naar eigen zeggen cosmetica, maar de claims die zij “primair” gebruikt zijn geen cosmetische, maar medische claims. Daarmee positioneert mevrouw Leenarts haar producten als geneesmiddelen. Klager vindt dit misleidend als bedoeld in artikel 8 van de van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder vindt klager de uiting in strijd met artikel 6 NRC (appelleren aan gevoelens van angst), artikel 13 NRC (zich negatief uitlaten over andere producten) en de artikelen 2 en 5 van de Reclamecode Cosmetische Producten (RCP).

Ter nadere toelichting van de klacht wijst klager onder meer op het volgende.

Mevrouw Leenarts zegt in de uiting onder meer:

“Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn” en

“producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen” en

“producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag”.

Deze beweringen zijn volgens klager in strijd met artikel 8.2 sub a NRC, omdat onjuiste informatie wordt gegeven over de aard van het product. Verder is er sprake van vergelijkende reclame; mevrouw Leenarts vergelijkt haar producten met soortgelijke producten, waaronder producten van klager (Bayer). 

De mededeling “Toen ik zelf moeder werd, merkte ik dat er geen goede producten voor kinderen op de markt waren. Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen” appelleert aan gevoelens van angst.

In de uiting wordt benadrukt dat (enkel) de producten van mevrouw Leenarts veilig zijn en daarbij wordt gesuggereerd dat andere producten die veiligheid niet kennen. Gesteld wordt namelijk:

“Er is echt vraag naar goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag. (…). Mijn producten bevatten natuurlijk geen enkel irriterend ingrediënt, zoals parfum, parabenen of wol-alcoholen.”

Dit is in strijd met artikel 2 lid 2 RCP, dat luidt:

“Beweringen die de indruk wekken dat een product een specifiek voordeel biedt terwijl het enkel en alleen aan de minimumeisen voldoet, zijn niet toegestaan”, aldus klager.

Klager wijst ook op het bepaalde in artikel 3 lid 2 RCP, namelijk dat de “aanvaardbaarheid van een bewering moet worden beoordeeld op basis van de bewijskracht van alle beschikbare studies, gegevens en informatie (..)” en op artikel 2 lid 5 RCP, waarin staat: “Bij het presenteren van de prestaties van een product mag niet verder worden gegaan dan wat met het beschikbare bewijsmateriaal kan worden onderbouwd”. 

Klager meent dat er geen wetenschappelijke onderbouwing voorhanden is voor het voeren van bovenbedoelde claims over de superioriteit van de producten van mevrouw  Leenarts.

Klager beroept zich, naar de Commissie begrijpt, ook op het bepaalde in artikel 5 lid 1  RCP in verbinding met artikel 9 NRC waar klager stelt:

“Verklaringen van deskundigen die in reclame-uitingen worden gebruikt, dienen op waarheid te berusten en in overeenstemming te zijn met recent aanvaarde wetenschappelijke inzichten”. Klager acht de bestreden uiting in strijd met deze bepaling. Zo acht hij de uitspraak “Toen ik zelf moeder werd, merkte ik dat er geen goede producten voor kinderen op de markt waren. Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen” niet op onderzoek gebaseerd.

Klager acht de uiting in strijd met artikel 13 NRC, omdat mevrouw Leenarts zich naar zijn mening negatief uitlaat over andere producten met vergelijkbare claims en/of eigenschappen.

Nadat mevrouw Leenarts naar aanleiding van een eerder bezwaar van klager tegen soortgelijke claims aan klager heeft meegedeeld dergelijke claims te zullen staken, stelt klager vast dat dit laatste niet is gebeurd.

 

Het verweer

Namens adverteerder (hierna ook: Leenarts) is onder meer het volgende meegedeeld.

Leenarts meent dat in ieder geval een deel van de klacht tegen de onderhavige bedrijfsfilm niet gegrond is. Klager trekt de film ook uit de context. De consument zal de film anders interpreteren dan klager. Desalniettemin merkt Leenarts op dat de film niet meer op deze manier wordt verspreid. Het betreft een oude film.

Klager merkt terecht op dat de producten van drs. Leenarts kwalificeren als cosmetica. Het bestreden filmpje dateert uit het prille begin van de productlijn en onderneming van drs. Leenarts. Leenarts erkent dat zij, zeker in het beginstadium van haar nieuwe onderneming, niet goed op de hoogte was van de beperkingen die golden voor uitingen als de onderhavige vanwege de aard van haar producten. Zij begrijpt daarom dat enkele passages uit de film onduidelijkheid zouden kunnen veroorzaken wat betreft de primaire functie van de producten. Na het inmiddels inwinnen van specialistische kennis zal zij voortaan alerter zijn op het gebruik van claims die als medische claims zouden kunnen worden opgevat.

Onder bovengenoemde omstandigheden verzoekt Leenarts de Voorzitter van de Commissie om gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege te laten. Leenarts heeft de film al van YouTube verwijderd en heeft Etos verzocht de film van haar site Etos te verwijderen.

 

De repliek

Klager handhaaft zijn klacht. 

Waar mevrouw Leenarts een deel van de klacht betwist, is onduidelijk of zij het gebruik van de uiting waartegen de klacht is gericht ook in een andere vorm zal staken.

Mevrouw Leenarts bevindt zich niet meer in het beginstadium van haar onderneming en is inmiddels op de hoogte van de regelgeving, die van toepassing is op reclame voor haar producten, en wel door een bij repliek overgelegde e-mail van 8 april 2016 van B. Mauritz, directeur van Neprofarm, mededelingen van de Keuringsraad en een brief van 20 april 2016 van klager. Op die brief heeft mevrouw Leenarts geantwoord dat zij zich zou houden aan de desbetreffende regelgeving. Wanneer gesteld wordt dat zij niet op de hoogte was van die regelgeving, is dat zeer opmerkelijk.

 

De dupliek

De dupliek wordt als volgt samengevat.

Leenarts heeft zich terdege laten adviseren over de op haar producten van toepassing zijnde regelgeving. Om die reden wordt de bewuste oude film niet meer uitgezonden.

 

Informatie van Keuringsraad KOAG/KAG

De Keuringsraad heeft onder meer het volgende meegedeeld.

De producten van dr. Leenarts worden in het bewuste filmpje gepresenteerd als “producten voor huidproblemen”, waar gesteld wordt:

“Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn”

en

“Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen”

en

“(…) goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag”.

De onderhavige uiting is niet ter beoordeling aan de Keuringsraad voorgelegd. Indien dit wel was gebeurd, had de Keuringsraad deze niet van een toelatingsnummer voorzien, omdat gebruik wordt gemaakt van medische claims, namelijk de hierboven aangehaalde mededelingen. Door deze mededelingen worden de producten van dr. Leenarts gepresenteerd als geschikt voor het voorkomen en behandelen van ziekten. Dat is voor cosmetische producten wettelijk niet toegestaan. Doordat in de presentatie van de producten van drs. Leenarts hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van medische claims, zou de consument de indruk kunnen krijgen dat het om geneesmiddelen gaat. De Keuringsraad acht de uiting onder meer in strijd met de artikelen 4 Code Publieksreclame Geneesmiddelen (CPG) 2015 en 84 lid 2 van de Geneesmiddelenwet.

 

Het oordeel van de Commissie

Mede in acht genomen de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG, waaronder de mededeling dat in de presentatie van de producten van drs. Leenarts hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van medische claims, waardoor de consument de indruk zou kunnen krijgen dat het om geneesmiddelen gaat, oordeelt de Commissie als volgt:

Ingevolge artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet is een geneesmiddel:

“een substantie of een samenstel van substanties die bestemd is om te worden toegediend of aangewend voor dan wel op enigerlei wijze wordt gepresenteerd als zijnde geschikt voor:

    1. het genezen of voorkomen van een ziekte, gebrek, wond of pijn bij de mens,

    2. het stellen van een geneeskundige diagnose bij de mens, of

    3. het herstellen, verbeteren of anderszins wijzigen van fysiologische functies bij de

       mens door een farmacologisch, immunologisch of metabolisch effect te

      bewerkstelligen”.

Naar het oordeel van de Commissie worden de producten uit de “lijn voor huidproducten” van drs. Leenarts in het bestreden filmpje gepresenteerd als geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b van de Geneesmiddelenwet. Zo zegt drs. Leenarts, die zich aan het begin van het filmpje voorstelt als “Marjolein Leenarts, medisch specialiste in huidziektes oftewel dermatoloog”:

“Het is mijn vak om te weten wat werkt bij bepaalde huidproblemen, welke ingrediënten kunnen de oplossing bieden, en welke kunnen juist schadelijk zijn”

en

“Ik bedoel producten om simpele huidproblemen te behandelen of te voorkomen”

en

“(…) goede veilige producten voor de behandeling van waterpokken en geïrriteerde droge huid bij eczeem of het voorkomen van luieruitslag”.

Ervan uitgaande dat voor geen van de betreffende geneesmiddelen een handelsvergunning is verleend, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 van de Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC en artikel 4 CPG 2015. 

Nu de Commissie de uiting reeds op bovengenoemde punten in strijd acht met de NRC, komt zij niet toe aan verdere beoordeling van de klacht.

Aangezien namens adverteerder is meegedeeld dat de bewuste film niet meer wordt uitgezonden, maar ook is aangevoerd dat adverteerder een deel van de klacht niet gegrond acht, zal de Commissie een aanbeveling voor zover nodig doen.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2 NRC en 4 CPG. Zij beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken