a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Dossiernr:

2015/01218

Datum:

15-04-2016

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de website www.booking.com voor zover hierop accommodatie in het “Soprano St Magnus Court Hotel” te Aberdeen werd aangeboden waarbij op 16 september 2015 onder meer de volgende mededeling verscheen: “Última opportunidad. Nos queda 1 habitación!”.

 

De klacht

Klager stelt, samengevat, dat op 16 september om 10.00 uur op de website van verweerder stond dat er nog één kamer beschikbaar was in het “Soprano St Magnus Court Hotel”. Door die mededeling werd klager ertoe aangezet snel te gaan boeken. Omdat klager geen vlucht kon vinden voor de datum van de boeking, is hij daarna een ander hotel gaan zoeken op de website van verweerder. Tot zijn verrassing vond hij daarbij een nieuwe ‘laatste’ kamer in het hotel die identiek was aan de kamer die hij enkele minuten daarvoor had geboekt. Klager vindt dat sprake is van misleidende reclame en heeft geprobeerd zijn boeking te annuleren. Klager verwijst naar de met verweerder gevoerde correspondentie waarin verweerder schrijft dat er blijkbaar een andere boeking is geannuleerd, waardoor opnieuw een ‘laatste’ kamer beschikbaar kwam. Klager acht dit niet geloofwaardig gelet op het korte tijdsverloop.

 

Het verweer

Verweerder heeft meegedeeld dat naar aanleiding van de aanbeveling die is gedaan in de uitspraak met nummer 2014/00190 haar “availability messaging” ten aanzien van Spaanse klanten inmiddels is aangepast op dezelfde wijze als ten aanzien van Nederlandse klanten. Verder heeft verweerder verwezen naar de met Autocontrol gevoerde correspondentie waarin zij zich verweert tegen de onderhavige klacht. Op die verweren zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Met betrekking tot de verweren die blijken uit de door verweerder met Autocontrol gevoerde correspondentie, oordeelt de voorzitter als volgt. Verweerder stelt dat zij een platform is waarop aanbieders beschikbare accommodaties tonen met relevante prijzen, waarmee zij kennelijk bedoelt te stellen dat zij niet verantwoordelijk is voor de bestreden uiting. De voorzitter verwijst in dit verband naar eerdere beslissingen waarin soortgelijke verweren van verweerder zijn beoordeeld, waaronder de dossiers 2011/01186, 2013/00852 en 2014/00251. Daarin is geoordeeld dat de diensten van verweerder wezenlijk verder strekken dan het enkele zijn van een advertentieplatform waarop derden accommodaties beschikbaar maken voor reservering en waarop consumenten een reservering kunnen maken bij de accommodatie van hun keuze. De voorzitter oordeelt ook nu dat de handelsactiviteiten van verweerder niet beperkt blijven tot het enkele doorgeleiden van informatie van derden. Zij verricht op basis van die informatie een zelfstandige handelsprak­tijk. Dit brengt mee dat verweerder (mede) verantwoordelijk dient te worden geacht met betrekking tot de op haar website getoonde uitingen, ook voor zover die op buitenlandse consumenten zijn gericht.

2)  De klacht is gericht tegen een Spaanstalige reclame-uiting waarin in verband met het Soprano St Magnus Court Hotel in Aberdeen wordt gezegd: “Última opportunidad. Nos queda 1 habitación!”. De tekst van de uiting wijkt, voor zover relevant, niet wezenlijk af van de uiting die is beoordeeld in dossier 2014/00190. Ten aanzien van die uiting is geoordeeld dat daarin onduidelijke informatie is verstrekt ten aanzien van de beschikbaarheid als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Op gelijke gronden als in die die beslissing, oordeelt de voorzitter dat de onderhavige uiting eveneens misleidend en daardoor oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC. Dat de uiting in dit geval een Spaanse consument heeft bereikt, vormt geen aanleiding hierover anders te oordelen. Niet valt aan te nemen immers, en verweerder heeft ook niet gesteld, dat de Spaanse consument wezenlijk anders de onderhavige uiting zal opvatten dan de Nederlandse consument. Blijkbaar is dit voor verweerder aanleiding geweest om de uiting aan te passen en in overeenstemming te brengen met op de Nederlandse consument gerichte mededelingen over de beschikbaarheid.

3)  Voor zover klager stelt dat hij, nadat hij de volgens de uiting laatste beschikbare kamer in het hotel had geboekt, binnen enkele minuten een andere ‘laatste’ kamer van dat hotel op de website zag staan, heeft verweerder in de correspondentie met klager meegedeeld dat dit kan worden verklaard doordat een andere boeking in de tussentijd is geannuleerd en een nieuwe kamer beschikbaar is gekomen. De voorzitter is het met klager eens dat het opmerkelijk is dat enkele minuten nadat de laatste kamer is geboekt opnieuw een ‘laatste’ identieke kamer op de website wordt aangeboden, maar kan niet uitsluiten dat dit het gevolg is geweest van een annulering door een derde, zoals verweerder bedoelt. Er is in dit dossier verder onvoldoende feitelijke grondslag om aan te nemen dat verweerder een systeem faciliteert waarbij telkens nadat een ‘laatste’ kamer is geboekt, hotels stelselmatig een nieuwe identieke ‘laatste’ kamer op de website van verweerder aanbieden. Verder overweegt de voorzitter over de mededeling ten aanzien van de beschikbaarheid als volgt.

4)  De voorzitter verwijst naar de beslissing in dossier 2014/00190 waarin naar aanleiding van een vergelijkbare uiting is overwogen dat de mededeling dat er nog één kamer beschikbaar is inhoudelijk juist is, uitgaande van het op dat moment via de website van verweerder beschikbare aanbod. Dat accommodaties kunnen besluiten op een later moment kamers aan het aanbod op de website toe te voegen, betekent volgens de Commissie niet dat de bestreden uiting reeds daarom feitelijk onjuist is. Wel dient zoals volgt uit hetgeen hiervoor onder 2) is vermeld, voldoende duidelijk te worden gemaakt dat de schaarste in het aanbod specifiek betrekking heeft op het aanbod dat via de website van verweerder beschikbaar is gesteld. Nu dit laatste niet duidelijk uit de uiting blijkt, is de uiting (uitsluitend) in dat opzicht gegrond.

5)  De voorzitter ziet in de mededeling van verweerder dat zij de uiting heeft aangepast op de wijze als bedoeld onder 2), aanleiding gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. Dit houdt in dat een aanbeveling achterwege blijft.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 1) en 2) is vermeld, acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken