a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Status:

Dossiernr:

2016/00656

Datum:

10-10-2016

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft uitingen over een verblijf in Sauna & Welness resort Thermae 2000/Thermae 2000 Hotel op de websites www.hotelspecials.nl, respectievelijk www.expedia.com en www.booking.com.

In deze uitingen staat onder meer:

“Excl. citytax € 3,75 p.p.p.n. (….)”;

“Toeristenbelasting: EUR 3,75 per persoon, per nacht” respectievelijk

“Exclusief: € 3,75 Toeristenbelasting per persoon per nacht”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klager is meermalen gast geweest in Thermae 2000. Ineens viel hem op dat dat de heffing Toeristenbelasting veel hoger was dan bij andere hotels in Valkenburg aan de Geul. Klager heeft dat gemeld bij de receptie en dit heeft ertoe geleid dat sinds eind 2015 de term heffingen op de factuur staat in plaats van Toeristenbelasting. Op de  boekingsites staat echter nog steeds de term Toeristenbelasting en deze belasting bedraagt € 1,99 per persoon per nacht meer dan de gemeente heft. De gemeente heft  €1,76 per persoon per nacht.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Het is juist dat adverteerder € 3,75 per persoon per nacht (p.p.p.n.) in rekening brengt als toeristenbelasting en dat de gemeente Valkenburg aan de Geul € 1,76 aan toeristenbelasting heft. Van een misleidende deal/actie is echter geen sprake.

Volgens de artikelen 8.2 en 8.3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) is een voorwaarde voor misleidende reclame dat er “een omstandigheid is die de gemiddelde consument ertoe brengt of kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen”. Daarvan is in dit geval geen sprake.

De kosten die klager diende te voldoen, zijn vooraf immers voldoende duidelijk aangegeven. Vermeld is dat er € 3,75 p.p.p.n. in rekening werd gebracht onder de noemer toeristenbelasting. Er is dus vooraf voldoende duidelijk kenbaar gemaakt wat de (totale) kosten van de boeking waren, en deze zijn derhalve conform de Reclamecode Reisaanbiedingen (RR) weergegeven.

Nu het aantal personen en nachten niet op voorhand vast staat, betreft de toeristenbelasting geen vaste maar variabele onvermijdbare kosten. Deze kosten dienen volgens de RR bij de geadverteerde prijs voldoende duidelijk te worden vermeld. Dit is gebeurd. Alvorens klager de boeking completeerde, wist hij precies hoeveel de boeking hem zou gaan kosten nu alle prijzen duidelijk zichtbaar waren gemaakt. Zover de klacht ziet op een misleidende aanbieding, dient deze dan ook te worden afgewezen.

Voor zover de Commissie wenst in te gaan op de opbouw van de toeristenbelasting, merkt adverteerder het volgende op.

Nu er meer kosten zijn die adverteerder aan haar klanten doorberekent, heeft adverteerder besloten om deze onder één noemer in de aanbiedingen te zetten, te weten “toeristenbelasting”; het gaat om kosten die adverteerder aan haar gasten, de ’toeristen’, in rekening brengt. Onder deze kosten vallen onder andere de vermakelijkhedenretributie en rioolheffingen.

Klager stelde in eerdere correspondentie met adverteerder dat de gemeente geen vermakelijkhedenretributie heft en dat adverteerder derhalve niet bevoegd zou zijn om vermakelijkhedenretributie door te berekenen. Adverteerder wijst er op dat bij het verblijf in het hotel een tweedaagse entree tot de wellness van Thermae 2000 in de prijs is inbegrepen. Nu Thermae 2000 een vermakelijkheid is in de zin van artikel 229 lid 1 sub c Gemeentewet, is adverteerder bevoegd om vermakelijkhedenretributie in rekening te brengen.

Daarnaast geldt voor adverteerder wat betreft rioolheffingen een aparte regeling in de gemeente Valkenburg aan de Geul. Adverteerder pompt immers water uit eigen bronnen  en om die reden gelden er hogere heffingen met betrekking tot zowel het aanboren als de lozing van het (gebruikte) bronwater op de riolering. Deze heffingen berekent adverteerder ook door aan haar gasten.

Indien adverteerder alle kosten zou moeten specificeren, zou dit (voor de gemiddelde consument) een grotere onduidelijkheid en onoverzichtelijkheid met zich brengen dan thans het geval is. Nu heeft adverteerder conform de RR inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn. Klager was ook bekend met de kosten die in rekening werden gebracht. Daarnaast blijkt uit diverse onderzoeken in de laatste jaren dat deze wijze van adverteren zeer gebruikelijk is binnen de hotelbranche.

Klager is akkoord gegaan met de kosten en heeft de boeking gecompleteerd. Klager had zich, indien hij twijfels had ten aanzien van de hoogte van de toeristenbelasting, vooraf kunnen informeren over de door de gemeente gehanteerde hoogte van de heffing. Dit heeft hij nagelaten.

Dat er andere heffingen/belastingen onder de noemer van toeristenbelasting in rekening zijn gebracht, is wellicht niet geheel verstandig of zorgvuldig geweest. Inmiddels heeft adverteerder een aanpassing verricht, door de betreffende kosten als gemeentelijke heffingen in rekening te brengen.

 

Het oordeel van de Commissie

De klacht betreft uitsluitend de samenstelling van de “citytax” respectievelijk de “Toeristenbelasting” en de Commissie zal haar oordeel daartoe beperken.

De Commissie begrijpt uit het verweer dat de in de uitingen genoemde “citytax” respectievelijk “Toeristenbelasting” van elk € 3,75 per persoon per nacht niet alleen de door de gemeente Valkenburg aan de Geul geheven toeristenbelasting van € 1,76 per persoon per nacht omvat, maar ook andere aan de gast van adverteerder in rekening gebrachte kosten, waaronder vermakelijkheidsretributie en rioolheffingen. Nu de termen “citytax” en “Toeristenbelasting” doen vermoeden dat deze uitsluitend de zogenaamde “toeristenbelasting” betreffen, die door de gemeente van verblijf wordt geheven, is naar het oordeel van de Commissie niet voldaan aan het bepaalde in artikel IV onder 1 RR in verbinding met artikel III onder 1 RR.

In Artikel IV onder 1 RR staat voor zover hier van belang:

“Aanbieders zijn in hun uitnodigingen tot aankoop op dezelfde wijze als in reclame-uitingen conform artikel III lid 1 van deze Code gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen”.

In artikel III onder 1 staat voor zover hier van belang:

“Aanbieders zijn gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen”.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uitingen in strijd met artikel IV onder 1 RR in verbinding met artikel III onder 1 RR. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken