a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2008/08.0469

Datum:

10-11-2008

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:


Omschrijving:

Het betreft een reclamefolder van 10 september 2008 van Aldi, waarin op de voorpagina onder de aanhef “Onze Aldi” staat: “Verser dan bij de slager om de hoek”. Onderaan deze pagina staat: “Aldi Markt”. Op een volgende pagina van de folder wordt deze zin onder de aanhef “Aldi informeert” herhaald met daaronder de volgende tekst:

Het vlees bij Aldi wordt elke dag vers aangeleverd.
En aan onze klanten verkocht.
En wordt daarom ook de volgende dag opnieuw vers aangeleverd.
We bedoelen maar: verser dan bij Aldi is het vlees nergens.
En goedkoper ook niet.


De klacht

De Commissie vat de klacht als volgt samen.

1. In de reclamefolder ontbreken de naam en het adres van de adverteerder hetgeen in strijd is met artikel 2 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR).
2. Klaagster is de brancheorganisatie voor slagersondernemers en heeft ongeveer 1.750 leden.
Dit is ongeveer 75% van het aantal slagers in Nederland. De wijze waarop adverteerder een vergelijking maakt met de producten die de slagers verkopen, voldoet niet aan de eisen die ingevolge de wet en de Nederlandse Reclame Code ((NRC) nieuw) voor vergelijkende reclame gelden. De term “vers” wordt op onjuiste en misleidende wijze gebruikt, nu adverteerder de versheid van het vlees koppelt aan het feit dat het vlees in de Aldi-winkels dagelijks wordt aangevoerd. Dit gegeven zegt echter niets over de versheid van het vlees. De Aldi-winkels verkopen het vlees voorts niet altijd op de dag van levering. De wijze waarop adverteerder de term vers gebruikt, leidt er bovendien toe dat een valse vergelijking met de producten van de slagers wordt gemaakt. Het vlees dat de Aldi-winkels en de slagers verkopen kan niet worden vergeleken. Adverteerder handelt door het voorgaande in strijd met artikel 6:194 en 194a BW respectievelijk arti-kel 13 NRC (nieuw). Nu de uiting misleidend is, is deze tevens in strijd met het fatsoen en de goede smaak. De uiting schaadt de goede naam van de slagers.

3. De reclame is volgens adverteerder niet duidelijk als zodanig herkenbaar waardoor deze in strijd is met artikel 11.1 NRC (nieuw).

Het verweer

De Commissie vat het verweer als volgt samen.
Adverteerder heeft met de reclame-uiting tot uitdrukking willen brengen dat het vlees in de Aldi-winkels gedurende zes dagen per week dagelijks wordt aangevoerd. Om daarvoor aandacht te vragen heeft adverteerder zich afgezet tegen de spreekwoordelijke “slager om de hoek”, die geen specifieke herkenbare concurrent is. Er is daarom geen sprake van vergelijkende reclame. Indien de uiting wel als een vergelijkende reclame wordt aangemerkt, dan voldoet deze aan de eisen van artikel 13 NRC (nieuw). De consument heeft door de dagelijkse aanvoer de mogelijkheid bij Aldi-winkels vlees te kopen dat vers is, te weten vlees dat op die dag is aangeleverd. De consument zal begrijpen dat dit ook de strekking van de uiting is. Omdat het niet mogelijk is vlees vaker dan dagelijks aan te leveren, kan adverteerder stellen dat haar vlees nergens vaker wordt aangevoerd. Ook zit er een opzienbarend korte termijn tussen de slacht en de aflevering van het vlees in de winkels. Indien de gemiddelde consument het woord vers in de zin van “pas geslacht” uitlegt, is de strekking van de uiting daardoor eveneens juist en niet misleidend. Het vlees dat in de Aldi-winkels ligt heeft bovendien door de wijze waarop het wordt verwerkt minder last gehad van invloeden van buitenaf. Adverteerder is voldoende herkenbaar als afzender van de folder, nu daarin wordt verwezen naar het internetadres www.aldi.com, zodat geen sprake is van handelen in strijd met artikel 2 CBR. Tevens is duidelijk dat het om een reclame-uiting gaat.


De mondelinge behandeling

Klaagster handhaaft haar standpunt en voert ter nadere onderbouwing het volgende aan. Vlees is een product dat van diverse dieren en dierenrassen afkomstig kan zijn. Om die reden kan “vlees” niet vergeleken worden. De stelling dat Aldi-winkels vaker worden bevoorraad dan slagers is onjuist.
Het publiek heeft een duidelijk beeld van “de slager om de hoek”.
De vergelijking heeft daarom betrekking op een duidelijke groep concurrenten.

Adverteerder handhaaft zijn standpunt en voert ter nadere onderbouwing aan dat de vergelijking betrekking heeft op de gemiddelde slager. Vergelijking van vlees op versheid is mogelijk. Dit blijkt ook uit een testrapport van de Consumentenbond. Er is geen enkele aanbieder die een kortere termijn tussen de slacht en de verkoop heeft dan adverteerder.

Het oordeel van de Commissie


De onderhavige klacht heeft betrekking op een reclamefolder waarin de betrokken adverteerder wordt aangeduid als “Onze Aldi” respectievelijk “Aldi Markt”. Een adres ontbreekt. Klaagster stelt terecht dat door het voorgaande niet is voldaan aan de eisen van artikel 2 CBR. Naam en adres van de adverteerder dienen immers op grond van dit artikel in het aanbod voor te komen. Niet kan worden volstaan met te verwijzen naar een website. Men moet immers niet nodeloos hoeven te zoeken op een website, zeker nu er geen enkel steekhoudend bezwaar bestaat tegen vermelding in de uiting zelf. Er komt nog bij dat niet iedereen een aansluiting op het internet heeft.

In geschil is of het hier gaat om (geoorloofde) vergelijkende reclame. Onder vergelijkende reclame wordt elke vorm van reclame verstaan waarbij een concurrent of de door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien aan een aantal voorwaarden is voldaan. De voorwaarde die hier van belang is dat de reclame niet misleidend is in de zin van de Nederlandse Reclame Code (artikel 13 NRC nieuw). Adverteerder klaagt dat aan die voorwaarde in deze uiting niet wordt voldaan. De Commissie oordeelt als volgt.

De uiting zet zich af tegen de slager “om de hoek”. “Om de hoek” betekent hier naar het oordeel van de Commissie: dichtbij. Dat is een zo ruime omschrijving, dat daaronder vrijwel iedere andere slager dan de Aldi-slager valt. Al deze andere slagers zijn te beschouwen als degenen ten aanzien van wie de vergelijking plaatsvindt. Adverteerder vergelijkt de versheid van zijn vlees immers met de versheid van het vlees dat door de slager “om de hoek” wordt verkocht. De Commissie beschouwt op grond hiervan de zinnen “Verser dan bij de slager om de hoek” en “verser dan bij Aldi is het vlees nergens” als vergelijkende reclame ten opzichte van die andere slagers. De Commissie zal tegen deze achtergrond de uiting toetsen aan artikel 13 NRC (nieuw).

Partijen verschillen van mening over de uitleg van de term “vers”. Adverteerder stelt dat zij met de uiting duidelijk wil maken dat het vlees dat zij verkoopt vers is in deze zin, dat het elke dag vers wordt aangevoerd. Volgens klaagster geeft adverteerder aldus een interpretatie aan het woord “vers” die wezenlijk afwijkt van de uitleg die de gemiddelde consument aan deze term zal geven. Dit betoog treft doel. Uitgaande van de vermoedelijke verwachting van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, dient het woord “vers” volgens de Commissie in dit geval zo te worden uitgelegd, dat is bedoeld de (korte) tijd die is gelegen tussen het moment van slachten en de verkoop van het vlees. De Commissie acht deze uitleg het meest in overeenstemming met de betekenis die de consument aan het woord vers in combinatie met vlees zal toekennen, en in ieder geval meer gangbaar dan de uitleg waarbij de frequentie van aanvoer en/of het zogenaamde kiemgetal, dat mede wordt bepaald door de wijze van verwerking, beslissend is voor de mate van versheid. Ook Van Dale’s woordenboek der Nederlandse taal omschrijft “vers” als “pas geslacht”.

Aldi heeft de juistheid van de absolute claim “verser dan bij Aldi is het vlees nergens” (in de hiervoor aanvaarde uitleg van: pas geslacht) niet aangetoond. Aldi heeft geen gegevens overgelegd waaruit blijkt dat de periode tussen de slacht en de aanlevering in de winkel korter is dan bij de slager “om de hoek” Ook heeft Aldi tegenover de betwisting door klager niet aangetoond dat al het vlees op de dag van levering aan de klanten wordt verkocht. De vergelijking met de slager “om de hoek” gaat daarom mank; de claims zijn door hun onjuistheid misleidend. De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie (te weten: aankoop van het aangeprezen vlees) te nemen, dat hij anders niet had genomen. De vergelijkende reclame voldoet derhalve niet aan de eis van artikel 13 aanhef en onder a NRC (nieuw) dat de reclame-uiting niet misleidend in de zin van de Nederlandse Reclame Code mag zijn. De klacht is derhalve gegrond.

Naar het oordeel van de Commissie is de reclame-uiting, anders dan klaagster meent, niet van dien aard, dat daardoor de goede naam van de Nederlandse slager wordt geschaad. Evenmin kan worden gezegd dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met de goede smaak en het fatsoen.

Voorts verwerpt de Commissie de stelling van klaagster dat de reclame niet als zodanig herkenbaar is.

Uit de opzet en de inhoud van de folder blijkt onmiskenbaar dat adverteerder daarin haar producten aanprijst. De tekst “Aldi informeert” doet daaraan niet af. Voor de gemiddelde consument zal duidelijk zijn dat hiermee niet wordt bedoeld dat adverteerder onafhankelijke en objectieve informatie verschaft, maar dat deze zin betrekking heeft op de informatie over de diverse producten in de folder die door adverteerder worden aangeboden.

Klaagster heeft verzocht deze beslissing openbaar te maken. De Commissie ziet daartoe onvoldoende aanleiding.

De beslissing



Op grond van hetgeen in de eerste alinea is vermeld acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 CBR.
Op grond van hetgeen in de alinea’s 2 t/m 5 is vermeld, acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 13 aanhef en onder a NRC (nieuw).
De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.


Regeling:

artikel 2 CBR

Artikel 13 aanhef en onder a NRC

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken