a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2015/01085 - CVB

Datum:

20-04-2016

Uitspraak:

CVB Aanbeveling (gedeeltelijk) Vernietigd (gedeeltelijk) (=Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Detailhandel

Motivatie:

Misleiding Prijs(vermelding)

Medium:

Buitenreclame


Het College van Beroep [20 april 2016]

De grieven

Jumbo voert tegen de bestreden beslissing de volgende grieven aan.

Grief 1. Discrepantie tussen de klacht en de beslissing en andere formele grieven

De Commissie vat de klacht op als een klacht tegen de uiting zoals gebruikt op winkels in verschillende plaatsen. De Commissie heeft hier geen beperking aan toegevoegd, zodat Jumbo begrijpt dat de Commissie de uiting heeft beoordeeld ten aanzien van elke vestigingsplaats waarin de uiting ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ op een winkel wordt gebruikt. De Commissie heeft de klacht daarmee ruimer opgevat dan geïntimeerde met de klacht heeft bedoeld. Geïntimeerde heeft zijn klacht duidelijk beperkt tot het gebruik van de uiting ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ in plaatsen waar naast een Jumbo-vestiging ook een vestiging van Boni, Dirk, Hoogvliet en/of Nettorama is. Geïntimeerde zelf stelt in zijn klacht dat zijn redenering niet opgaat voor plaatsen waar geen vestiging van Boni, Dirk, Hoogvliet of Nettorama is, omdat Jumbo daar wel de goedkoopste voor A-merken is. Uit het feit dat geïntimeerde zelf stelt dat in bepaalde vestigingsplaatsen Jumbo wel de goedkoopste is, volgt dat de claim niet voor alle plaatsen in twijfel is getrokken. Als een claim voor bepaalde vestigingsplaatsen niet in twijfel is getrokken, kan de Commissie niet zonder enig nader bewijs die claim als misleidend beoordelen voor die vestigingsplaatsen. Er zijn zo’n 380 Jumbo winkels in ruim 280 vestigingsplaatsen waar wel een Jumbo is gevestigd, maar geen Boni, Dirk, Hoogvliet of Nettorama. In deze plaatsen is Jumbo ook volgens de stellingen van geïntimeerde wel degelijk de goedkoopste en de uiting is dus voor die plaatsen niet misleidend. De Commissie had de uiting op grond van de klacht slechts mogen beoordelen voor zover deze wordt gebruikt in plaatsen waarin zich zowel een Jumbo vestiging als een Boni, Dirk, Hoogvliet of Nettorama vestiging bevindt. De winkels in die vestigingsplaatsen hadden tenminste van de aanbeveling dienen te worden uitgezonderd. Door zich niet aan deze beperking te houden, is de Commissie buiten de grenzen van de rechtsstrijd van partijen getreden. De Commissie heeft geen bevoegdheid om een klacht ruimer op te vatten dan bedoeld door de klager. Bovendien kan de Commissie niet beoordelen of de uiting wel onjuist is in elke vestigingsplaats. Daarnaast geldt dat de Commissie in ieder geval Jumbo op de hoogte had moeten stellen van haar ruimere opvatting van de klacht en daar Jumbo op had dienen te laten reageren. Jumbo had niet bedacht hoeven zijn op een ruimere interpretatie van de klacht door de Commissie. Jumbo heeft zich dientengevolge niet tegen de ruimere interpretatie kunnen verweren. Hierdoor dient deze interpretatie als een ”verrassingsinterpretatie” te worden beschouwd. Nu deze niet van te voren is aangekondigd en dus niet met partijen is besproken en zij hierop niet hebben kunnen reageren, is Jumbo in haar verdediging geschaad. Jumbo wijst bovendien op het feit dat de aanbeveling van de Commissie, gezien het verschil tussen de beperktheid van de klacht en de interpretatie van de uiting door de Commissie, niet helder is en verwarring wekt. De Commissie had haar aanbeveling duidelijk en correct dienen te formuleren zodat Jumbo weet waaraan zij toe is.

Grief 2. Onjuiste opvatting claim “allergoedkoopste”

De Commissie oordeelt dat de gemiddelde consument de woorden ‘de allergoedkoopste van.(plaatsnaam)’ anders zal opvatten dan “nergens goedkoper” en zal verwachten dat Jumbo goedkoper zal blijken te zijn, oftewel lagere prijzen zal blijken te hanteren, dan de andere supermarkt(en) in de desbetreffende plaats. Bij dit oordeel ontbreekt iedere motivering. Ook heeft de Commissie ten onrechte geen acht geslagen op het directe verband dat Jumbo in de uiting legt tussen ‘de allergoedkoopste in (plaatsnaam)’ en de Iaagsteprijsgarantie. De uiting is niet alleen de ‘allergoedkoopste van (plaatsnaam)’‚ nu deze zin gevolgd wordt door de verwijzing “vraag binnen naar de spelregels of kijk op www.jumbosupermarkten.nl/Iaagsteprijsgarantie”. Juist door dit directe verband met, en de verwijzing naar de laagsteprijsgarantie zal de consument “allergoedkoopste” zien als ‘nergens goedkoper’. Immers, de laagsteprijsgarantie legt uit wat met allergoedkoopste wordt bedoeld, namelijk nergens goedkoper. Anders dan de Commissie meent, heeft Jumbo zich niet op de laagsteprijsgarantie beroepen om aan te tonen dat zij de allergoedkoopste is. Jumbo heeft slechts naar de garantie verwezen om aan te geven dat de consument vanwege deze garantie de term allergoedkoopste zal zien als nergens goedkoper. De Commissie is ten onrechte hieraan voorbijgegaan.

Grief 3. Discrepantie met eerdere uitspraken

De Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat het beroep van Jumbo op eerdere beslissingen van de Commissie en van de voorzitter van de Commissie niet tot een andere beslissing kan leiden. Juist wegens het directe verband dat Jumbo in de uiting legt tussen ‘allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ en de Iaagstepr?sgarantie is dit oordeel van de Commissie onbegrijpelijk. Jumbo verwijst onder meer naar de uitspraak in dossier 2010/00387. Die uitspraak ging over dezelfde claim in een radiocommercial. In die zaak achtte de Commissie het aannemelijk dat Jumbo haar claim dat de door haar verkochte producten door geen enkele andere supermarkt in dezelfde vestigingsplaats goedkoper worden aangeboden, waarmaakt. Hieruit blijkt dat de Commissie in 2010 de term allergoedkoopste heeft opgevat als ‘nergens goedkoper’. Jumbo stelt dat de Commissie tot deze uitleg komt zelfs zonder dat in de radiocommercial een directe link naar de Iaagsteprijsgarantie wordt gelegd. Ook zonder een dergelijke link maakte de Commissie een koppeling met de Iaagsteprijsgarantie en achtte zij de claim ‘allergoedkoopste supermarkt’ gerechtvaardigd door de Iaagsteprijsgarantie. De opmerking van de Commissie dat in dat dossier niet aan de orde is gekomen dat Jumbo de prijs van een product dat in een andere supermarkt in dezelfde plaats goedkoper wordt aangetroffen niet zodanig aanpast dat deze prijs lager wordt dan de prijs van dat product in die andere supermarkten, is onjuist. Uit de beslissing in dossier 2010/00387 volgt dat de Commissie weet dat Jumbo de prijs van een product niet zodanig aanpast dat deze lager wordt dan die in de andere supermarkt. De Iaagsteprijsgarantie is in die zaak opgevat als ‘nergens goedkoper’. Niet valt in te zien waarom dezelfde term met de daaraan gekoppelde term allergoedkoopste vijf jaar later op een andere wijze dient te worden uitgelegd.

 

Het antwoord in appel

De Commissie heeft de klacht ruimer opgevat dan geïntimeerde heeft bedoeld. Uit onderzoek door de Consumentenbond naar de prijzen van supermarkten blijkt dat voor wat betreft de A-merken alleen Boni, Dirk en Hoogvliet in hetzelfde prijssegment zitten als Jumbo en dat Nettorama zelfs nog iets goedkoper is. Geïntimeerde verwijst daarbij naar het onderzoek dat is gepubliceerd in de Consumentengids van juli/augustus 2015. De Commissie had alleen mogen oordelen over de uiting in die plaatsen waar één of meer van de genoemde supermarkten een filiaal heeft. In andere plaatsen mag Jumbo de uiting ‘allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ blijven voeren.
Voor het overige zijn de grieven gemotiveerd weersproken.
Het College zal hierna, voor zoveel nodig, op het antwoord in appel ingaan.

 

De mondelinge behandeling

Jumbo doet haar standpunt toelichten aan de hand van overge­legde pleitaanteke­nin­gen. In aanvulling hierop wordt namens Jumbo meegedeeld dat het bestanddeel ‘aller’ in ‘allergoedkoopste’ in feite geen toegevoegde waarde heeft. Jumbo beschouwt zichzelf als de ‘goedkoopste’ en onderstreept dit met het bestanddeel ‘aller’. Door de laagsteprijsgarantie kan Jumbo zeggen dat zij de goedkoopste is.

 

Het oordeel van het College

Ten aanzien van de formele grieven (grief 1)

1. Jumbo voert in de eerste plaats aan dat de Commissie een te ruime interpretatie aan de klacht heeft gegeven door de beoordeling niet te beperken tot plaatsen waar zich naast een Jumbo-winkel ook een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- en/of Nettorama-winkel bevindt. Geïntimeerde heeft bij antwoord in appel bevestigd dat zijn klacht uitsluitend op die specifieke plaatsen ziet en dus geen betrekking heeft op andere plaatsen waar Jumbo de onderhavige uiting op haar winkels voert. In laatstbedoelde plaatsen kan Jumbo volgens geïntimeerde wel als de ‘allergoedkoopste’ worden beschouwd en mag zij dit volgens hem op haar winkels vermelden.

2. Uit het voorgaande volgt dat de Commissie de klacht ruimer heeft opgevat dan deze was bedoeld. Er bestaat ook geen aanleiding om de klacht zo uit te leggen dat deze ziet op alle vestigingsplaatsen van Jumbo. De uiting is immers lokaal bepaald nu deze is gekoppeld aan een specifieke plaatsnaam. De juistheid van de uiting hangt daardoor af van de lokale situatie, waarbij in deze procedure op grond van de stellingen van geïntimeerde van belang is of zich in de desbetreffende vestigingsplaats ook een winkel van Boni, Dirk, Hoogvliet en/of Nettorama bevindt. Nu in beroep is gebleken dat geïntimeerde zijn klacht heeft willen beperken tot plaatsen waar naast een Jumbo een of meer van die winkels zijn gevestigd, is grief 1 gegrond. Bij deze uitkomst hoeft niet meer te worden ingegaan op de overige formele bezwaren die Jumbo in het kader van grief 1 heeft aangevoerd.

Uitleg van de uiting (grief 2 en grief 3)

3. De grieven 2 en 3, die zich voor gezamenlijke behandeling lenen, zijn gericht tegen het oordeel van de Commissie dat de gemiddelde consument aan de woorden ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ een andere betekenis zal toekennen dan dat het alleen om de laagsteprijsgarantie gaat en dat men nergens goedkoper uit is. Volgens de Commissie zal deze consument op grond van de uiting verwachten dat Jumbo goedkoper zal blijken te zijn, dat wil zeggen lagere prijzen zal hanteren, dan een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- en/of Nettorama-winkel in dezelfde vestigingsplaats. Jumbo vecht dit oordeel aan door erop te wijzen dat de woorden ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ worden gebruikt in combinatie met een verwijzing naar haar laagsteprijsgarantie. Jumbo stelt dat de gemiddelde consument door het directe verband dat de uiting legt met de laagsteprijsgarantie en door de verwijzing naar die garantie het woord ‘allergoedkoopste’ zal uitleggen als ‘nergens goedkoper’.

4. Het College constateert dat Jumbo niet stelt dat het in de uiting gebruikte woord ‘allergoedkoopste’ op zichzelf genomen reeds voor de gemiddelde consument de betekenis heeft van ‘nergens goedkoper’. Immers, uit hetgeen Jumbo stelt, volgt dat pas door de samenhang met de verwijzing naar de laagsteprijsgarantie dit woord die betekenis krijgt. Ook het College gaat ervan uit dat het woord ‘allergoedkoopste’ voor de gemiddelde consument niet een vanzelfsprekend synoniem is voor de woorden ‘nergens goedkoper’. Hierbij is het volgende van belang. De toevoeging ‘aller’ aan ‘goedkoopste’ zorgt voor een verzwaarde superioriteitsclaim met betrekking tot het prijsniveau. Het is niet mogelijk een nóg lager prijsniveau te claimen. Deze claim drukt derhalve een unieke positie uit die verder reikt dan de claim dat men bij geen enkele andere winkel in de desbetreffende plaats goedkoper boodschappen kan doen. Naar het oordeel van het College heeft het ‘allergoedkoopst’ hierdoor op zichzelf genomen voor de gemiddelde consument een wezenlijk andere betekenis dan ‘nergens goedkoper’.

5. Met het voorgaande in overeenstemming is dat de Algemene aanbeveling sub e vermeldt dat het in veel gevallen voor een adverteerder praktisch onmogelijk zal zijn  om het bewijs te leveren van ‘superlatieven’, waaronder de claim dat zij het ‘goedkoopst’ is. Ook hieruit volgt dat het ‘allergoedkoopste’ de betekenis heeft van het in absoluut opzicht laagste prijsniveau, in de zin van prijzen die lager zijn dan die van alle concurrenten in dezelfde vestigingsplaats. Door in de uiting met zoveel woorden te claimen dat men de ‘allergoedkoopste’ is (in feite de goedkoopste van de goedkoopsten), zal de gemiddelde consument vermoedelijk verwachten dat de prijzen bij de Jumbo-winkel lager zijn dan die van Boni-, Dirk-, Hoogvliet- en/of Nettorama-winkels in een dezelfde plaats. Het gaat niet om herkenbare overdrijving of toegestane grootspraak. De claim verwijst naar objectief meetbare gegevens en is feitelijk van aard waardoor de gemiddelde consument haar letterlijk zal opvatten.

6. Met betrekking tot het vermelden van de laagsteprijsgarantie merkt het College op dat dit geschiedt in de vorm van een verwijzing naar de website “www.jumbosupermarkten.nl/laagsteprijsgarantie” onder de woorden “de allergoedkoopste van Nunspeet” of een andere plaatsnaam. Deze vermelding zal de gemiddelde consument gemakkelijk kunnen ontgaan. In vergelijking met de woorden ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ is gebruik gemaakt van een zeer klein lettertype dat alleen op korte afstand zichtbaar en leesbaar is, zoals blijkt uit de in deze procedure overgelegde foto’s. Los daarvan kan niet worden aangenomen dat de gemiddelde consument op grond van het noemen van de laagsteprijsgarantie zal begrijpen dat Jumbo met de woorden ‘de allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ in feite bedoelt te zeggen dat geen enkele andere winkel in die plaats goedkoper is. De enkele vermelding van de laagsteprijsgarantie biedt daarvoor onvoldoende aanleiding.

7. Op grond van het voorgaande kan niet worden aangenomen dat de gemiddelde consument de claim ‘allergoedkoopste van (plaatsnaam)’ aldus zal begrijpen dat Jumbo daarmee in feite meedeelt dat men in de desbetreffende plaats nergens anders goedkoper boodschappen kan doen dan bij de lokale Jumbo-winkel. Ten aanzien van plaatsen waarin een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- of Nettorama-winkel is gevestigd, wekt Jumbo blijkens het voorgaande ten onrechte de indruk dat zij prijzen hanteert die lager zijn dan die van de genoemde concurrenten. Hetgeen in eerdere beslissingen van de Commissie aan de orde is geweest, kan niet tot een ander oordeel over deze kwestie leiden. De grieven 2 en 3 treffen derhalve geen doel en worden dus verworpen.

Conclusie

8. Jumbo zal op grond van deze beslissing in plaatsen waarin een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- en/of Nettorama-winkel is gevestigd, de opschriften op haar winkels zo dienen aan te passen, dat in die plaatsen niet langer wordt geclaimd dat zij de ‘allergoedkoopste’ is, danwel dient zij duidelijk te maken dat met ‘allergoedkoopste’ uitsluitend wordt bedoeld ‘nergens goedkoper’. Het College zal, nu het om opschriften op winkels gaat, een termijn bepalen waarbinnen Jumbo de aanbeveling dient op te volgen, in verband waarmee een termijn van drie maanden redelijk lijkt. Deze beslissing geldt alleen voor Nunspeet en andere plaatsen waar een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- of Nettorama-winkel is gevestigd. De klacht heeft immers alleen op die situatie betrekking.

9. Het voorgaande impliceert dat de beslissing van de Commissie dient te worden genuanceerd. Het College beslist om die reden als volgt.

 

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing van de Commissie in zoverre dat de bestreden reclame-uiting in strijd is met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code voor zover deze wordt gepubliceerd als opschrift op een winkel in Nunspeet of op winkels in andere plaatsen waar een Boni-, Dirk-, Hoogvliet- en/of Nettorama-winkel is gevestigd; het College beveelt Jumbo aan om uiterlijk drie maanden na de datum van deze beslissing niet meer op een dergelijke wijze in die plaatsen reclame te maken; het College vernietigt de bestreden beslissing voor het overige.


[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [24 december 2015]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een reclame-uiting van Jumbo waarin staat: “Welkom bij de allergoedkoopste van …… (plaatsnaam)”. Klager heeft ter onderbouwing van zijn klacht een foto overgelegd van een aan de buitenkant van een Jumbo filiaal zichtbare uiting waarin staat: “Welkom bij de allergoedkoopste van Nunspeet”. Onder deze mededeling staat in kleinere letters:

“Vraag binnen naar de spelregels of kijk op

www.jumbosupermarkten.nl/laagsteprijsgarantie”.

 

De klacht

De klacht kan als volgt worden samengevat.

Klager maakt bezwaar tegen de leus ‘allergoedkoopste supermarkt’ die Jumbo -zo stelt klager- hanteert in haar filialen. Uit onderzoek van de Consumentenbond, gepubliceerd in de Consumentengids van juli/augustus 2015, blijkt dat Jumbo haar plaats moet delen met de supermarktketens Boni, Dirk en Hoogvliet. Voor A-merken komt Nettorama zelfs goedkoper uit de test dan Jumbo.

In een plaats waar ook een vestiging is van Nettorama zal Jumbo haar prijzen aanpassen aan de prijzen die het bewuste filiaal van Nettorama hanteert, maar de prijs wordt zodanig aangepast, dat deze gelijk wordt aan de prijs in het Nettorama filiaal. Treft men een A-merkproduct elders in dezelfde woonplaats goedkoper aan dan bij Jumbo, en meldt men dat bij Jumbo, dan past Jumbo de prijs aan en krijgt men het artikel gratis mee. Klager verwijst naar de Jumbospelregels, overgelegd bij de klacht. De prijs wordt echter niet zodanig aangepast dat deze minimaal 1 cent lager is dan in de andere supermarkt; de prijs wordt gelijk aan die van de andere supermarkt. Zo is het product niet goedkoper dan in de andere supermarkt, maar heeft het dezelfde prijs. Hierdoor kan men Jumbo niet de goedkoopste supermarkt noemen.

Jumbo zegt hierover onder meer, zo stelt klager:

“Wij garanderen dat wij de laagste prijs bieden als het gaat om exact hetzelfde product (o.a. merk, verpakking, inhoud en smaak). De garantie geldt niet voor reclames of andere tijdelijke prijsverlagingen elders of voor producten die niet exact hetzelfde zijn. De laagste prijs houdt in dat het product elders niet goedkoper te verkrijgen is. Het kan wel zijn dat wij exact dezelfde lage prijs hanteren”

en
“Wij garanderen onze klant in elke vestigingsplaats de laagste prijs te bieden. Vaak is dat een lagere prijs dan andere supermarkten, soms is dat de laagste prijs die ook in een andere winkel geldt. De klant kan er bij Jumbo op vertrouwen dat hij of zij het product nergens blijvend goedkoper kan kopen dan bij Jumbo. Kortom, hij of zij krijgt écht de laagste prijs en is voor dit product het goedkoopst uit bij Jumbo”. 

Jumbo zegt dus dat zij de laagsteprijsgarantie voor A-merken kan hanteren omdat in een ander filiaal geen lagere prijs zal worden aangetroffen. Er zijn echter ook andere supermarkten die beweren de laagste prijs te garanderen. Klager verwijst naar de als bijlagen 5 en 6 bij de klacht overgelegde advertenties van Boni respectievelijk Nettorama.

Omdat er meer supermarkten zijn die de laagste prijs hanteren is het niet zo dat Jumbo voor A-merken ook de goedkoopste supermarkt is. Daarvoor zal Jumbo toch prijzen moeten hanteren die minimaal 1 cent lager zijn dan de prijzen van supermarkten die eveneens een laagste prijs hanteren in dezelfde plaats.

Klager verzoekt de Commissie om Jumbo de prijzen zodanig te laten aanpassen dat zij werkelijk als goedkoopste supermarkt uit de bus komt in plaatsen waar, naast een Jumbo vestiging, ook een Boni, Dirk, Hoogvliet of een Nettorama vestiging is. Anders dient Jumbo te worden verzocht om haar slogan ‘goedkoopste supermarkt’ in deze (kennelijk is bedoeld: “in deze plaatsen”) in te trekken.

In plaatsen waar zich een Jumbovestiging bevindt, maar niet één van de genoemde vestigingen, gaat dit niet op, omdat Jumbo daar wel als goedkoopste voor A-merken uit de bus komt.

 

Het verweer

Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.

Om de goedkoopste supermarkt in de betreffende vestigingsplaats te zijn, meet Jumbo met een team van prijsmeters elke dag de prijzen van duizenden producten bij concurrerende supermarkten. Indien de vaste prijs van hetzelfde product bij een andere supermarkt in dezelfde vestigingsplaats lager is dan bij Jumbo, wordt de prijs van dit product door Jumbo aangepast. Daarbij verstrekt Jumbo aan haar klanten de “Laagsteprijsgarantie”. Deze houdt in dat indien een klant, ondanks de zorg van Jumbo,  hetzelfde product in een andere supermarkt in dezelfde vestigingsplaats voor een lagere vaste prijs vindt, deze klant het betreffende product van Jumbo gratis ontvangt. Verder wordt de prijs zo snel mogelijk aangepast.

In de bestreden uiting is duidelijk vermeld dat het om de goedkoopste supermarkt in een specifieke vestigingsplaats gaat. Verder wordt uitdrukkelijk gewezen op de spelregels:  “Vraag binnen naar de spelregels of kijk op www.jumbosupermarkten.nl/laagsteprijsgarantie”.

De Jumbo vestigingen zijn daadwerkelijk de goedkoopste in de buurt, de consument betaalt bij Jumbo de laagste prijs. De allergoedkoopste betekent: nergens goedkoper. Dat de consument nergens goedkoper uit is, komt door de laagsteprijsgarantie. Deze zorgt ervoor dat de consument daadwerkelijk de laagste prijs voor het product betaalt. Als hij elders minder betaald zou hebben, wordt niet alleen de prijs verlaagd, maar krijgt de consument het product ook nog eens gratis. Goedkoper kan een product niet zijn.

Door de verwijzing naar de spelregels en meer specifiek de laagsteprijsgarantie in de uiting zelf, zal de consument direct begrijpen dat ‘allergoedkoopste’ refereert aan de  laagsteprijsgarantie.

De Commissie heeft al meermalen bevestigd dat het systeem van prijsmetingen in combinatie met de laagsteprijsgarantie maakt dat Jumbo niet misleidend handelt met uitingen als laagste prijs, nergens goedkoper, de goedkoopste bij u in de buurt en de allergoedkoopste. Jumbo wijst op de beslissingen in de dossiers 2010/00387, 2010/00853 en 2014/00003.

Nu de prijsmetingen en de laagsteprijsgarantie onveranderd zijn gebleven, valt niet in te zien waarom op deze klacht anders geoordeeld zou moeten worden. Ook in 2015 dient de term “allergoedkoopste” nog steeds te worden uitgelegd als nergens goedkoper en Jumbo maakt deze claim waar.

Verder wijst Jumbo op het volgende.

Prijzen en prijspeilingen zijn altijd momentopnames. Zo geldt in het geval van de vergelijking tussen onder meer Boni en Jumbo in bijlage 5 bij de klacht dat er op het moment van plaatsing een nieuwe prijscheck is gedaan waaruit bleek dat Jumbo goedkoper was dan Boni ten aanzien van de A-merken. Boni stelt overigens zelf in bijlage 3 bij de klacht dat zij alleen goedkoper is dan Jumbo op het gebied van huismerken. Huismerken zijn nooit één op één te vergelijken. De prijspeilingen van de Consumentenbond hebben nog het nadeel dat zij in het algemeen niet worden gedaan in dezelfde vestigingsplaats. Die prijspeilingen kunnen derhalve niet relevant zijn voor een oordeel over de uiting “de allergoedkoopste bij u in de buurt”.

De nadelen van peilingen tonen aan dat de laagsteprijsgarantie de enige methode is om werkelijk altijd de laagste prijs te betalen. Doordat elke dag de prijzen worden gemeten, doordat de prijzen worden aangepast en doordat een duurder aangekocht product gratis wordt verstrekt, mocht een klant onverhoopt toch een goedkoper product vinden, heeft de klant daadwerkelijk de laagste prijs. Die zekerheid geeft een prijspeiling niet; daarvoor is het teveel een momentopname en zijn prijspeilingen vaak te algemeen van opzet.

Van misleiding is geen sprake: de klant betaalt nergens minder dan bij Jumbo.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt het volgende voorop.

1.

Zij is niet bevoegd om te bepalen dat -zoals door klager verzocht- adverteerder prijzen dient aan te passen. De Commissie heeft (uitsluitend) tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Indien de Commissie een klacht geheel of gedeeltelijk toewijst, kan zij indien nodig aan de adverteerder een aanbeveling doen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

2.

Klager heeft gesteld dat hij bezwaar maakt tegen de leus ‘allergoedkoopste supermarkt’.  Verder heeft hij in het online klachtenformulier als ‘tekstfragment’ vermeld: “Welkom bij de allergoedkoopste (plaatsnaam)” en heeft hij een foto overgelegd van een aan de buitenkant van een Jumbo filiaal zichtbare uiting waarin staat: “Welkom bij de allergoedkoopste van Nunspeet”. Onder deze mededeling staat in kleinere letters:

“Vraag binnen naar de spelregels of kijk op

www.jumbosupermarkten.nl/laagsteprijsgarantie”.

Mede gelet op het verweer, waarin gesproken wordt over “de goedkoopste supermarkt in de betreffende vestigingsplaats”, “de goedkoopste supermarkt in een specifieke  vestigingsplaats” en “de allergoedkoopste bij u in de buurt” gaat de Commissie ervan uit dat adverteerder de uiting “Welkom bij de allergoedkoopste van Nunspeet. Vraag binnen naar de spelregels of kijk op www.jumbosupermarkten.nl/laagsteprijsgarantie” bij meer vestigingen dan die in Nunspeet gebruikt, met dien verstande dat in plaats van Nunspeet steeds de betreffende plaatsnaam is vermeld. De Commissie zal deze uiting, zoals gebruikt bij vestigingen in verschillende plaatsen, beoordelen.

Klager heeft onder verwijzing naar de als bijlage 4 bij de klacht overgelegde spelregels betreffende Jumbo’s laagsteprijsgarantie gesteld dat indien men een product in zijn buurt voor een lagere vaste prijs vindt, Jumbo de prijs aanpast en de klant het product gratis meekrijgt. Daarbij heeft klager erop gewezen dat de prijs niet zodanig wordt aangepast dat deze minimaal 1 cent lager is dan in de andere supermarkt, maar dat de prijs gelijk wordt aan die van de andere supermarkt. Adverteerder heeft dit niet weersproken. Omdat de prijs na aanpassing gelijk is aan de prijs in de andere supermarkt kan men -zo meent klager- Jumbo niet de goedkoopste supermarkt noemen.

Dit laatste is de kern van de klacht. Klager vat “de allergoedkoopste” op in die zin dat Jumbo goedkoper is dan (alle) andere supermarkten. Volgens (het verweer van) Jumbo betekent “de allergoedkoopste”: nergens goedkoper, hetgeen volgens Jumbo komt door de laagsteprijsgarantie, die ervoor zorgt dat de consument de laagste prijs betaalt.

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde consument aan de woorden “de allergoedkoopste van ….”, waarbij de term “aller” het superlatief “goedkoopste” nog eens benadrukt, een andere betekenis toekennen dan dat het alleen gaat om de laagsteprijsgarantie en dat men nergens goedkoper uit is. De gemiddelde consument zal verwachten dat Jumbo goedkoper zal blijken te zijn oftewel lagere prijzen zal blijken te hanteren dan de andere supermarkt(en) in de betreffende plaats.

Bij verweer heeft adverteerder meegedeeld dat de consument door de verwijzing naar de spelregels en meer specifiek de laagsteprijsgarantie in de uiting zelf direct zal begrijpen dat “allergoedkoopste refereert aan de laagsteprijsgarantie”, maar dit verweer betekent niet dat de mededeling “de allergoedkoopste van …” gerechtvaardigd is. De laagsteprijsgarantie voorziet in een aanpassing van de prijs tot het (zelfde) niveau van de supermarkt waar een klant een bepaald product tegen een lagere prijs heeft aangetroffen, oftewel twee supermarkten hanteren dezelfde laagste prijs, en in het gratis verstrekken van het betreffende product. De laagsteprijsgarantie leidt niet tot zodanige aanpassing van de prijs, dat deze bij Jumbo lager is dan bij de andere supermarkt.

Gelet op het bovenstaande gaat de reclame gepaard met onjuiste informatie ten aanzien van het bestaan van een specifiek prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Adverteerder heeft zich bij verweer beroepen op eerdere beslissingen van de Commissie en van de voorzitter van de Commissie in de dossiers 2010/00387 2010/00853 en 2014/00003. Dit onderdeel van het verweer leidt niet tot een ander oordeel, omdat in die dossiers niet aan de orde is gekomen dat Jumbo de prijs van een product dat in een andere supermarkt in dezelfde plaats goedkoper wordt aangetroffen niet zodanig aanpast dat deze prijs lager wordt dan de prijs van dat product in die  andere supermarkt. 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken