a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2022/00117

Datum:

12-05-2022

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Uitzenden/ICT

Motivatie:

Vergelijkende reclame

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft de volgende vier uitingen:

1. Een TV-commercial (tevens te zien op Youtube) waarin onder meer wordt gezegd: “DELTA levert het snelste glasvezelinternet van Nederland. Van buitengebied tot binnenstad.”

2. De subpagina www.delta.nl/internet/glasvezel, voor zover daarop staat: “Kies nu voor het DELTA Flexpakket en stel je eigen pakket samen met glasvezel internet. Op het beste glasvezelnet van Nederland.”

3.  De subpagina www.delta.nl/internet/glasvezel, voor zover daarop staat: “Glasvezelinternet van DELTA. Op het snelste glasvezelnetwerk van Nederland.”

4. De subpagina www.deltafibernetwerk.nl/over-ons, voor zover daarop staat: “Op naar 2 miljoen huishoudens en bedrijven die in 2025 gebruik gaan maken van het snelste internet.”

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De reclame-uitingen voldoen niet aan de artikelen 13, 8.2b, 8.3c, 7 en 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Strijd met Artikel 13 NRC

De reclames van DELTA kwalificeren als vergelijkende reclame, omdat impliciet een vergelijking wordt gemaakt met diensten van concurrenten. De claims met betrekking tot het “snelste” en “beste” (glasvezel)internet of (glasvezel)netwerk behelzen in feite de boodschap dat het (glasvezel)internet of (glasvezel)netwerk van DELTA sneller respectievelijk beter is dan dat van haar concurrenten, waaronder KPN.

DELTA biedt via haar glasvezelnetwerk abonnementen aan met een maximale down- en uploadsnelheid van 1 Gigabit per seconde (Gbps). Bij KPN en verschillende andere aanbieders van glasvezelinternet zijn abonnementen met dezelfde down- en uploadsnelheid verkrijgbaar. DELTA levert daarom geen sneller internet dan haar concurrenten. Weliswaar levert DELTA ook abonnementen met een ‘capaciteit’ van 8 Gbps en een downloadsnelheid van 2,5 Gbps, maar dit abonnement is blijkens de website van DELTA niet standaard en in een zeer beperkt aantal gebieden (een fractie van de gebieden waarin DELTA haar glasvezelinternetdiensten levert) verkrijgbaar. Daarom kan DELTA niet in zijn algemeenheid stellen dat zij sneller internet levert. De reclames van DELTA zijn daarom ook in strijd met artikel 8.2 sub b NRC. Bovendien beperkt DELTA haar claim niet tot deze gebieden: zij betrekt haar claim op heel Nederland respectievelijk heel Zeeland: “Het snelste glasvezelinternet van Nederland. Van buitengebied tot binnenstad.” (uiting 1). 

DELTA heeft eerder aan KPN meegedeeld dat zij van mening is dat zij mag claimen het snelste glasvezelinternet te leveren vanwege de garanties die zij afgeeft op het behalen van een bepaalde snelheid. Deze claim is niet objectief en feitelijk onderbouwd: elke referentie aan de garanties ontbreekt in de uitingen, waardoor dit voor de gemiddelde consument niet kenbaar is. De gemiddelde consument zal “snelste” niet associëren met garanties, maar gewoon met de maximale te behalen snelheid. Een garantie dat een bepaalde snelheid wordt gehaald zal voor de meeste consumenten echter niet of nauwelijks een rol spelen bij een aankoopbeslissing. Dit geldt ook als de claims beperkt zouden zijn tot de plaatsen waar DELTA abonnementen met een hogere snelheid (8 Gbps capaciteit) biedt. Hierdoor ontbreekt essentiële informatie in de uitingen.

De garanties die DELTA biedt, kunnen ook niet worden beschouwd als een wezenlijk kenmerk. Alle internetaanbieders moeten voldoen aan de Beleidsregel kenbaarheid internetsnelheden van de ACM (hierna: de beleidsregel). Daarin is bepaald in welke mate de geadverteerde internetsnelheid beschikbaar moet zijn. Van de maximaal haalbare down- en uploadsnelheid moet volgens artikel 4 van de beleidsregel 90% beschikbaar zijn in 1 op de 10 metingen. Bij DELTA ligt de garantie voor haar 1 Gbps abonnement blijkens de volgende informatie op haar website niet hoger dan door de beleidsregel wordt geëist. Alleen op het gebied van de normaliter en minimaal haalbare snelheid biedt DELTA iets hogere garanties dan bijvoorbeeld KPN. Het gaat dan om 90% tegenover 85%, respectievelijk 85% tegenover 75% van de maximaal haalbare snelheid. Er is dus geen wezenlijk verschil.

Ook als de vergelijking is gestoeld op het abonnement met 8 Gbps capaciteit dat DELTA aanbiedt, zou de vergelijking ongeoorloofd zijn. Zoals eerder is benoemd is dit abonnement zeer beperkt en slechts in een fractie van de gebieden waar DELTA haar glasvezel internetdiensten levert beschikbaar. Voor de meeste consumenten speelt de beschikbaarheid van dit abonnement daarom geen rol bij een eventuele aankoopbeslissing. Er zou dan sprake zijn van een scheve vergelijking, waarin bovendien geen relevante kenmerken worden vergeleken.

Het is duidelijk dat DELTA zich kleinerend uitlaat over de diensten van haar concurrenten, waaronder KPN. DELTA bestempelt de dienst/het product van haar concurrenten, waaronder KPN, zonder goede grond impliciet als langzamer. De onjuiste indruk schaadt ook de goede naam van KPN.

Strijd met Artikelen 8.2 en 8.3 NRC

Door te stellen het “beste” netwerk te hebben, wekt DELTA de indruk dat haar internetdiensten en netwerk op alle wezenlijke punten beter zouden zijn dan die van haar concurrenten. DELTA licht in haar reclames niet toe waarom haar internet en netwerk beter zijn dan dat van haar concurrenten. In de uitingen waarin deze claim wordt gebruikt ontbreekt dan ook essentiële informatie. Een consument heeft meer informatie nodig om de juistheid van de claim te kunnen beoordelen. Daarnaast is de claim onjuist: het netwerk van DELTA is niet op alle punten beter dan dat van haar concurrenten. Het netwerk van DELTA is in ieder geval in zijn algemeenheid niet sneller dan dat van haar concurrenten.

Artikel 7 NRC

Door termen als “beste” en “snelste” te gebruiken wordt bij de gemiddelde consument de verwachting gewekt dat de beweringen zijn gebaseerd op een degelijk, onafhankelijk onderzoek. Dat is voor de reclames van DELTA echter niet het geval en daarmee handelt zij niet in overeenstemming met de standaard van goede trouw in de sector.

Artikel 2 NRC

Zoals eerder is toegelicht zijn de uitingen in strijd met artikel 8 en 13 NRC. In het burgerlijk wetboek staan daarmee corresponderende bepalingen. Artikel 6:194a lid 2 BW stelt nagenoeg dezelfde eisen aan vergelijkende reclame als artikel 13 NRC. De reclames zijn ook in strijd met de artikelen 6:193b, c en d BW die reclame onder nagenoeg dezelfde omstandigheden misleidend achten als artikel 8 NRC, en in strijd met de professionele toewijding, waardoor dit als een oneerlijke handelspraktijk wordt beschouwd.    

Spoedeisend belang en Alert

De uitingen worden nog steeds gebruikt waardoor KPN voortdurend schade lijdt en dus belang heeft bij een behandeling op een zo kort mogelijke termijn. KPN verzoekt de Commissie tevens om de uitspraak als een Alert te verspreiden.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

DELTA is een relatieve nieuwkomer op de telecommarkt. Omdat zij van oorsprong een Zeeuwse provider is en verder wil groeien, is zij gestart met een kennismakingscampagne: “DELTA gaat verder”. Op deze manier probeert DELTA meer naamsbekendheid te krijgen en een zekere overdrijving is daarbij gebruikelijk en noodzakelijk. Daarbij legt DELTA de focus op wat altijd haar speerpunt is geweest: zeer snel glasvezelinternet aanbieden. DELTA benadrukt dat er eerder contact is geweest met KPN over de reclamecampagne en dat over het gebruik van “beste” in de campagne van DELTA afspraken zijn gemaakt om lange discussies te voorkomen. De klacht over uiting 2 is volgens DELTA dan ook ongegrond.  

De zin “DELTA levert het snelste glasvezelinternet van Nederland. Van buitengebied tot binnenstad” moet volgens DELTA in de context van de campagne worden gezien, inclusief de aanvullende informatie op de website. KPN haalt één element uit de slogan. De consument zal de zin als een losse, op zichzelf staande mededeling beoordelen die het karakter heeft van een kernachtige leus. Bij het  element “van buitengebied tot binnenstad” zal de consument begrijpen dat hij op de website moet kijken om te zien wat er op zijn postcode geleverd kan worden.   

DELTA maakt geen vergelijking met de concurrenten, direct noch indirect.

Zij verwijst uitsluitend naar haar eigen dienst zonder een concurrent te identificeren. Ook indirect wijst zij op geen enkele manier naar concurrenten. Evenmin heeft zij uitingen opgenomen die een extra focus op concurrenten legt. DELTA heeft slechts de focus op de beoogde kennismaking met het publiek en het feit dat zij zich onderscheidt op snelheid. KPN meent ten onrechte dat het feit dat een partij haar eigen producten aanprijst meteen als vergelijking moet worden gezien als op die markt ook andere aanbieders aanwezig zijn. In dat geval zou iedere reclame waarin een aanbieder haar product aanprijst in een pluriforme markt als ‘vergelijkend’ worden gezien.

Met “snelste” wordt uitdrukkelijk niet bedoeld dat DELTA sneller is dan haar concurrenten of dat haar concurrenten juist langzamer zijn, zoals KPN meent. Het gaat hier om een technische en feitelijke specificatie. 1Gbps is op dit moment de meest gangbare snelheid op de glasvezelmarkt en er zijn enkele partijen die deze downloadsnelheid aanbieden. Er is op dit moment geen enkele aanbieder die een abonnement levert met een hogere snelheid dan 1 Gbps. Feitelijk levert DELTA daarmee de snelst haalbare glasvezelinternetsnelheid.  Daar komt nog bij dat DELTA de eerste aanbieder is die nu ook is begonnen met het uitrollen van een 2,5 Gbps snelheidsabonnement alsmede een 8 Gbps capaciteitsabonnement. Dat doet zij nu nog niet landelijk, maar dat zal in de toekomst wel gaangebeuren. Delta onderscheidt zich en wil zich onderscheiden op het gebied van snelheid. Uitbouw en snelheid zullen haar focus blijven.

In ieder geval wordt de consument niet misleid, omdat hij van Delta de hoogst haalbare snelheid op de markt  geleverd krijgt en hierover alle informatie ontvangt en kan ontvangen. Daarbij geldt dat de definitie van “snelste” inhoudt dat er niemand sneller is. Dat is juist en KPN ontkent dit ook niet.

Er wordt geen essentiële informatie weggelaten.

Een consument zal altijd eerst een beschikbaarheidscheck moeten doen om te zien of DELTA of een andere aanbieder op zijn adres diensten levert. Glasvezel van DELTA is alleen beschikbaar op de plekken waar zij een glasvezelkabel heeft aangelegd; een glasvezelalternatief is er op die plekken niet. Een consument kan dus geen onjuist aankoopbesluit nemen, omdat er maar één optie is. En dat glasvezelinternet op zichzelf sneller en stabieler is dan internet via de koperen kabel/ADSL is een feit van algemene bekendheid. Ook op dit punt misleidt DELTA dus niet. Er zijn verschillende prijsvergelijkingssites waarop de consument de snelheid, beschikbaarheid en prijzen met elkaar kan vergelijken. Ook op die manier wordt een consument geïnformeerd en dat kan ook in dit geval.

Garanties

KPN doet de hogere garanties van DELTA af als ‘geen wezenlijk verschil’. Dit is echter onjuist: een verschil oplopend tot 10% is wel degelijk wezenlijk. Op een snelheid van 1Gbps scheelt dat immers 100mbps. Dat DELTA een hogere minimumsnelheid kan garanderen, heeft dus wel degelijk invloed op de vraag wie het snelste internet aanbiedt.

Geen strijd artikel 13 NRC

Er wordt met niemand vergeleken, laat staan dat de reclame objectieve en controleerbare kenmerken weglaat. Daarbij volgt uit eerdere uitspraken van de Commissie dat indien een bepaald kenmerk is weggelaten, dit nog niet betekent dat een reclame in strijd is met artikel 13 sub c. DELTA verwijst hierbij naar dossier 2019/00653 waarin is geoordeeld dat het weglaten van de prijs bij een expliciete vergelijking zelfs niet strijdig was met artikel 13 sub c NRC. Er wordt daarbij op geen enkele wijze de indruk gewekt dat de diensten van de concurrenten inferieur zouden zijn, en de naam van KPN wordt niet geschaad.

Geen strijd artikelen 7 en 8 NRC

Er is geen sprake van misleiding. De reclames zijn juist zeer zorgvuldig en professioneel samengesteld: DELTA wil consumenten laten weten dat ze er is én het snelste netwerk biedt. Volgens DELTA heeft dit punt een hoog ‘pot verwijt de ketel’-gehalte. KPN prijst zichzelf aan met: “het beste netwerk”, “hét netwerk van Nederland”, en dat haar glasvezelnetwerk “beter is dan dat van andere aanbieders” op basis van een test van de Consumentenbond van twee jaar geleden. Uit diezelfde test volgt dat diverse aanbieders beter glasvezelinternet aanboden dan KPN, maar dat KPN als beste alles-in-1 provider uit de bus kwam.  

Geen strijd artikel 2 NRC

Zoals DELTA voldoet aan de eisen van de NRC, voldoet zij ook aan de eisen van de artikelen 6:193c, 6:193d en 6:194a BW.

Geen spoedeisend belang, geen Alert

DELTA merkt ten slotte op dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. De campagne loopt al vanaf november 2021. KPN heeft DELTA in november al aangeschreven. Daarna heeft ze ook na ontvangst van de reacties van DELTA herhaaldelijk weken laten verstrijken alvorens te reageren. Gelet hierop is er ook geen belang voor een Alert. DELTA verzoekt de klacht af te wijzen.

 

De repliek

De repliek wordt als volgt samengevat.

Er is wél sprake van het impliciet noemen van een concurrent. KPN verwijst in dit verband naar diverse uitspraken, van het Europese Hof van Justitie, de rechtbank Amsterdam en van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, die dit beeld naar het oordeel van KPN bevestigen.

Het relevante publiek zal de claims van DELTA opvatten als een objectieve waarheidsclaim, die wel degelijk een vergelijking inhoudt. KPN deelt bij repliek mee dat zijzelf, net als DELTA, op verschillende plekken gebruik maakt van de XGS-PON-techniek en daarom ook snelheden van 10 Gbps kan leveren.

In de tv-reclame wordt niet gewezen op de postcodecheck (waardoor het publiek kan zien of het snelste internet op zijn adres geleverd wordt). DELTA wekt ten onrechte de indruk dat het om heel Nederland gaat, bijvoorbeeld door de toevoeging “van Nederland” en “van buitengebied tot binnenstad”.

 

De dupliek

Voor wat betreft uiting 2 (“beste glasvezelnet”) wijst DELTA er nogmaals op dat zij KPN heeft toegezegd deze uiting onverplicht aan te passen en dat ook heeft gedaan. De zin “het beste netwerk” heeft overigens alleen op ondergeschikte wijze op de website gestaan en nooit deel uitgemaakt van een commercial.

DELTA weerspreekt dat er sprake is van vergelijkende reclame. Bij vergelijkende reclame moet een concurrent of product van een concurrent geïdentificeerd kunnen worden, zo blijkt uit de uitspraak van het Europese Hof van Justitie. In de eerdere uitspraken die KPN aanhaalt is, anders dan hier speelt, steeds een aanvullend element waarin wel een anonieme vergelijking met de concurrent expliciet wordt gemaakt. DELTA maakt nergens een koppeling met een concurrent, en pretendeert ook niet dat iemand haar tot de snelste heeft uitgeroepen.

DELTA herhaalt dat zij het snelst mogelijke glasvezelinternet levert en dat dat ook niet wordt weersproken door KPN. De uitingen zijn dus juist. Er is geen aanbieder die sneller internet levert.

 

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht aan de hand van een pleitnota. Voor zover relevant voor de beslissing wordt in het hiernavolgende oordeel ingegaan op hetgeen partijen ter zitting naar voren hebben gebracht. Daarnaast heeft DELTA verzocht om een (reclame)filmpje van KPN te mogen tonen, om zo de sfeer in de markt te illustreren. KPN heeft hiertegen bezwaar gemaakt. De commissie heeft dit bezwaar afgewezen, nu DELTA reeds in het verweer melding heeft gemaakt van het filmpje en het dient als onderbouwing van het standpunt van DELTA. Voor zover relevant voor de beslissing wordt in het hiernavolgende oordeel ingegaan op het filmpje. Ter zitting heeft KPN meegedeeld dat de markt voor partijen die glasvezel leggen bestaat uit ongeveer 10 partijen en dat er ongeveer 20 providers van glasvezelinternet zijn  

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De kern van de klacht tegen de vier uitingen van DELTA is dat sprake is van ongeoorloofde vergelijkende reclame als bedoeld in artikel 13 NRC. De Commissie heeft nota genomen van het feit dat partijen reeds onderling contact hebben gehad over een of meer van de bestreden uitingen. Het staat KPN echter vrij om desondanks een klacht in te dienen tegen de uitingen van DELTA. De Commissie overweegt met betrekking tot de vier bestreden uitingen als volgt.   

2.

In de eerste plaats moet worden beoordeeld of sprake is van vergelijkende reclame, nu dit door DELTA wordt betwist. Krachtens de aanhef van artikel 13 NRC wordt onder vergelijkende reclame verstaan: “elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd.” Vast staat dat in de uitingen concurrenten van DELTA en/of hun diensten niet expliciet worden genoemd. In de uitingen waarin wordt meegedeeld “DELTA levert het snelste glasvezelinternet van Nederland. Van buitengebied tot binnenstad.” (uiting 1), “…snelste glasvezelnetwerk van Nederland” (uiting 3) en “…het snelste internet” (uiting 4) is naar het oordeel van de Commissie echter wel sprake van een impliciete vergelijking van (de diensten van) DELTA met (de diensten van) haar concurrenten. De Commissie licht dit als volgt toe. De snelheid van internet is een objectief en meetbaar gegeven, dat zich daarom goed voor vergelijking leent. Daarbij is van belang dat up- en downloadsnelheid van internet een van de belangrijkste criteria is waarop de consument zijn keuze baseert (naast bijvoorbeeld prijs en betrouwbaarheid). De uitingen spelen hierop in door de claim dat het glasvezelnetwerk en het glasvezelinternet van DELTA het ‘snelst’ zijn. De Commissie acht het op grond van het voorgaande aannemelijk dat de gemiddelde consument de claim zo zal opvatten dat ‘snelst’ is bedoeld in relatie tot andere aanbieders. De gemiddelde consument zal hierdoor de uiting in het perspectief van een vergelijking met die andere aanbieders plaatsen, in die zin dat het glasvezelnetwerk en het glasvezelinternet van anderen dan DELTA volgens de uiting minder snel zijn. Immers, de claim dat DELTA de snelste is, impliceert voor de gemiddelde consument dat andere aanbieders minder snel/langzamer zijn. Daarbij komt dat sprake is van een beperkt aantal glasvezelaanbieders, waardoor de consument de claim in relatie tot die specifieke aanbieders zal zien. Deze aanbieders zijn hierdoor voldoende identificeerbaar. Overigens zal de gemiddelde consument de claim ‘snelste’ ook in relatie tot zijn eigen aanbieder kunnen zien indien dat een andere aanbieder dan DELTA is. In dat geval kan de claim zo worden opgevat dat het glasvezelnetwerk en het glasvezelinternet van DELTA sneller zijn dan dat van de aanbieder waarvan de consument op dat moment gebruik maakt. Ook hierdoor wordt in de uitingen 1, 3 en 4 een impliciete vergelijking gemaakt met voor de consument identificeerbare concurrenten van DELTA op de glasvezelmarkt. Niet is weersproken dat KPN door de gemiddelde consument op dit gebied als concurrent van DELTA zal worden gezien.

3.

Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd indien deze aan de in artikel 13 sub a t/m h genoemde voorwaarden voldoet. De eerste voorwaarde luidt dat de vergelijking niet misleidend is in de zin van de NRC.

Zoals hiervoor is overwogen, wordt in de uitingen 1, 3 en 4 gesuggereerd dat het glasvezelinternet van DELTA sneller is dan dat van de concurrentie op die markt, waaronder KPN. De Commissie acht deze claim niet aannemelijk gemaakt. Uit hetgeen partijen over en weer hebben gesteld (onder meer met betrekking tot de XGS-PON-techniek), blijkt dat het snelste glasvezelinternet dat DELTA op sommige plaatsen kan aanbieden niet sneller is dan het glasvezelinternet dat KPN op sommige plaatsen kan aanbieden. Dat is door DELTA ook niet betwist. Naar het oordeel van de Commissie wordt het publiek daarom door de uiting op het verkeerde been gezet. De gemiddelde consument zal op basis van de mededeling dat DELTA het snelste glasvezelinternet van Nederland levert niet verwachten dat hiermee uitsluitend wordt bedoeld dat DELTA één van de aanbieders is die, net als die andere aanbieders, het momenteel snelst mogelijke glasvezelinternet aanbieden. Evenmin ligt voor de hand dat de gemiddelde consument “snelste” zal opvatten als een verwijzing naar garanties die DELTA geeft op het behalen van een bepaalde minimum-internetsnelheid.   

4.

Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de uitingen 1, 3 en 4, waarin DELTA haar glasvezelinternet aanprijst als “snelste glasvezelnetwerk van Nederland” en “snelste internet”, gepaard gaan met onjuiste informatie ten aanzien van de voordelen van het aangeprezen product als bedoeld in de aanhef en sub b van artikel 8.2 NRC. Daarbij moet de toevoeging “van buitengebied tot binnenstad” naar het oordeel van de Commissie begrepen worden als ondersteuning voor de claim dat DELTA “het snelste glasvezelinternet” levert. Omdat de gemiddelde consument door de uitingen ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen misleidend. Nu sprake is van misleiding in de zin van artikel 8.2 NRC zijn de uitingen 1, 3 en 4 in strijd met artikel 13 sub a NRC.

5.

Aan voornoemd oordeel doet niet af dat volgens DELTA in de tv-commercial (uiting 1) sprake is van een ‘ludieke tekst’. De tv-commercial heeft weliswaar een luchtige toon en aanloop, maar de mededeling “DELTA levert het snelste glasvezelinternet van Nederland. Van buitengebied tot binnenstad” is een feitelijke mededeling die als objectief meetbaar en waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid begrepen zal worden. Hierbij is geen sprake van een in reclame toelaatbare overdrijving die voor de gemiddelde consument als zodanig herkenbaar is.

6.

Dat de vergelijking in de uitingen 1, 3 en 4 misleidend wordt geacht, betekent niet zonder meer dat de uitingen daardoor kleinerend zouden zijn tegenover KPN. KPN wordt in de uiting niet uitdrukkelijk genoemd, noch wordt de suggestie gewekt dat KPN of haar diensten inferieur zouden zijn. De klacht dat tevens sprake is van ongeoorloofde vergelijkende reclame wegens strijd met artikel 13 sub e NRC, wordt daarom afgewezen. Het onderdeel van de klacht dat ziet op de (ontbrekende) verwijzing naar de postcodecheck in de tv-commercial (uiting 1) wordt eveneens afgewezen, nu uit de uiting duidelijk blijkt dat niet alle plaatsen op het glasvezelnetwerk van DELTA zijn aangesloten. Te zien is immers hoe dit netwerk wordt uitgebreid. De gemiddelde consument zal hieruit afleiden dat nog niet geheel Nederland (en mogelijk ook hij niet) van het glasvezelnetwerk van DELTA gebruik kan maken.

7.

Uiting 2 (op de subpagina www.delta.nl/internet/glasvezel) bevat geen ‘snelste’-claim, maar luidt: “Kies nu voor het DELTA Flexpakket en stel je eigen pakket samen met glasvezel internet. Op het beste glasvezelnet van Nederland”. De Commissie oordeelt over deze uiting als volgt.

“Beste” wordt hier in algemene zin gebruikt. Nu uit de uiting niet valt af te leiden op welk aspect “beste” betrekking heeft, en dit begrip als zodanig nog niet meetbaar is, zal de consument “beste” begrijpen als een subjectieve verklaring van DELTA over haar eigen product die niet letterlijk dient te worden genomen. Voor de gemiddelde consument is de aanduiding “beste” herkenbaar als een in reclame gebruikelijke vorm van overdrijving met een subjectief karakter. Anders dan KPN betoogt spreekt het niet voor zich dat de gemiddelde consument de tekst zal opvatten als “beste uit de test”, nu er op geen enkele wijze (direct of indirect) naar een test of vergelijking wordt verwezen. De vergelijking die KPN in dit verband maakt met eerdere uitspraken van de Commissie en het College van Beroep gaat niet op omdat daarin wél op directe dan wel indirecte wijze naar testresultaten wordt verwezen. Gelet op het voorgaande wordt de klacht tegen uiting 2 afgewezen.

8.

Gelet op het voorgaande wordt uitsluitend de klacht gericht tegen de aanduiding “snelste” in de uitingen 1, 3 en 4 gegrond verklaard. De Commissie ziet geen aanleiding haar uitspraak vergezeld te laten gaan van een Alert.

 

De beslissing

De Commissie acht de uitingen 1, 3 en 4 op grond van hetgeen is overwogen onder de punten 2 t/m 4 van het oordeel in strijd met het bepaalde in artikel 13 sub a NRC. Zij beveelt adverteerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken