a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2021/00260

Datum:

27-07-2021

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft de website lucovitaal.nl en reclame van Lucovitaal in een folder voor zover in beide uitingen een uitwasbaar mondkapje wordt aangeboden in combinatie met hygiënische handgel en daarbij over het mondkapje wordt gezegd: “Beschermingsgraad 98,65%”.

 

Samenvatting van de klacht

Adverteerder suggereert een hoge beschermingsgraad van haar mondkapje. Deze beschermingsgraad zal door de consument worden vergeleken met die van een FFP-2-masker. Hierdoor wordt de consument misleid en is ook de volksgezondheid in het geding. De consument zal zich door het product namelijk veel veiliger voelen dan in werkelijkheid het geval is. Het testrapport waarop adverteerder zich jegens klager heeft beroepen in correspondentie tussen hen, heeft klager niet overtuigd, onder meer omdat het rapport door adverteerder zelf is opgemaakt. De mogelijkheid het masker uit te wassen vermindert bovendien de werking ervan.

 

Samenvatting van het verweer

Adverteerder vermeldt op haar website en op de verpakking van het mondkapje dat dit een ‘sociaal mondkapje’ is. Het mondkapje is dus niet geschikt voor medisch gebruik. Het is niet de intentie van adverteerder om een andere indruk te wekken. Adverteerder heeft klager een testrapport toegezonden dat zij had overgezet op eigen briefpapier. Dit betekent echter niet dat zij de test zelf heeft uitgevoerd. Dit is gedaan door een derde onafhankelijke partij. Adverteerder claimt niet dat het mondkapje onbeperkt gedragen kan worden. Adverteerder meent dat zij geen misleidende uitingen over het product doet, maar zal meewerken aan een eventueel andersluidend oordeel.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  In de bestreden reclame-uitingen, die onmiskenbaar verband houden met het coronavirus, claimt adverteerder dat het door haar aangeboden uitwasbare mondkapje een ‘beschermingsgraad’ heeft van 98,65. De gemiddelde consument zal deze claim zo uitleggen dat dit mondkapje de drager ervan voor 98,65% beschermt tegen het coronavirus. De voorzitter acht deze claim om diverse redenen onjuist. In de eerste plaats geldt dat een niet-medisch mondkapje niet is bedoeld om de drager ervan te beschermen. Wel kan het mondkapje in enige mate anderen beschermen indien het zorgvuldig gebruikt wordt. Dat is echter niet de boodschap van de bestreden uitingen.
Daarnaast geldt dat een beschermingsgraad van de drager van 98,65% zou impliceren dat het bewuste mondkapje een verdergaande bescherming biedt dan een FFP2-mondneusmasker, dat blijkens vrij toegankelijke informatie op internet een beschermingsgraad heeft van 94%. In feite zou het mondkapje volgens de reclame de prestaties van een FFP3-mondneusmasker (bedoeld voor maximale bescherming) zelfs vrijwel evenaren. Daarbij beroept adverteerder zich op een testrapport dat niet afkomstig is van een onderzoeksinstituut. Overigens is volgens dit rapport getest op “Geverifieerde BFE”. De voorzitter begrijpt dat hier is bedoeld Bacterial Filtration Efficiency. Dat het masker 98,65% bescherming zou bieden tegen bacteriën, zegt uiteraard niets over de bescherming tegen virussen, waaronder het coronavirus.

2)  Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de van het product te verwachten resultaten als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Verder is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de uiting een misleidend beeld geeft over de bescherming van het product tegen corona, brengt ook mee dat de gebruiker ten onrechte op die beweerdelijke bescherming zal vertrouwen. Nu niet kan worden aangenomen dat die bescherming ook maar in enige mate bestaat, vormt de uiting tevens een bedreiging voor de lichamelijke volksgezondheid als bedoeld in artikel 4 NRC. De voorzitter beslist daarom als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande zijn de bestreden reclame-uitingen in strijd met artikel 4 NRC alsmede in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken