De bestreden reclame-uiting
Het betreft de aanduiding van de huurprijs per dag op een door adverteerder te huur aangeboden personenauto. De prijs wordt als volgt aangeduid:
“€ 22,50
per dag
exclusief btw”.
De klacht
De genoemde prijs blijkt exclusief BTW te zijn. Klager acht de uiting om die reden misleidend.
Verweer
Het verweer luidt, samengevat, als volgt.
Adverteerder is gespecialiseerd in het huren van onder meer auto’s aan de zakelijke klant. Ook bestaat voor particulieren de mogelijkheid om bij adverteerder te huren.
Op de uitingen van adverteerder staat duidelijk dat de genoemde prijzen exclusief BTW zijn. Gelet hierop acht adverteerder de prijzen in overeenstemming met artikel 38 van de Wet Omzetbelasting en is zij van mening dat geen sprake is van misleidende dan wel onduidelijke prijsinformatie.
De repliek
Klager blijft bij zijn standpunt en licht toe dat zijn bezwaar de tekst op de te huur aangeboden personenauto’s betreft.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat het ingevolge artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting 1968 voor een ondernemer verboden is goederen aan particulieren aan te bieden “tegen prijzen met zodanige aanduidingen dat de omzetbelasting niet in de prijzen zou zijn begrepen”. Nu de huurprijs van de bewuste auto, die tevens aan particulieren te huur wordt aangeboden, exclusief BTW wordt vermeld, heeft adverteerder in beginsel gehandeld in strijd met deze wettelijke bepaling en daarmee in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De regeling beoogt verwarring bij consumenten te voorkomen. Daarom is de Commissie van oordeel dat adverteerder, hoewel hij naar hij aanvoert voor het merendeel auto’s aan zakelijke klanten verhuurt, op de auto’s de prijs inclusief BTW dient te vermelden. De auto’s nemen immers aan het algemene verkeer deel. Dat de consument uit de – in kleine letters onder de prijs vermelde – mededeling “exclusief BTW” kan afleiden dat hij bij de prijs nog BTW dient op te tellen, doet niet af aan het voorgaande oordeel omdat met die enkele mededeling niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 38 van de Wet op de omzetbelasting.
De beslissing
Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.