a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Dossiernr:

2019/00556

Datum:

09-10-2019

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame.

Daarin wordt onder meer gezegd:

“Nederland heeft een prachtig zorgsysteem, want we hebben toegang tot goede zorg. Maar dit systeem staat onder druk, er is een tekort aan personeel, Nederland vergrijst en de zorgkosten stijgen. Als zorgverzekeraar zijn we er om de zorg bereikbaar en betaalbaar te houden. CZ gaat daarbij verder. Als we zien dat farmaceuten de prijzen onnodig opdrijven, dan leggen we ons hier niet bij neer, maar ondersteunt CZ apothekers om zelf een medicijn te maken. We kijken vooruit en onderzoeken hoe nieuwe technologie de zorg kan verbeteren. Daardoor hoeven chronisch zieken minder vaak naar het ziekenhuis”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De zinsnede “Als farmaceuten de prijzen onnodig verhogen” is stigmatiserend en geeft een onjuist beeld over “de werking in de gezondheidszorg”. CZ doet het voorkomen alsof farmaceuten “de reden” zijn van stijgende zorgkosten. Hiervoor bestaat geen bewijs.   

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) is geen sprake. CZ voert hiertoe het volgende aan.

In Nederland kunnen we rekenen op goede zorg, maar er zijn altijd dingen die nóg beter kunnen. CZ draagt hier aan bij, bijvoorbeeld door te helpen bij het opzetten van zorgnetwerken, waarin zorgaanbieders samenwerken. Eén van de zorgprojecten van CZ om zorg te verbeteren is het zorgproject farmacie (het betaalbaar houden van medicijnen).

De kosten van medicijnen zijn de afgelopen 30 jaar flink gestegen, en zullen de komende jaren verder stijgen. Samen met andere zorgverzekeraars zet CZ zich in voor het betaalbaar houden van medicijnen. Dat doet zij op de volgende 3 manieren:

1.

Medicijnen voor een redelijke prijs maken

De zogenaamde “eigen bereiding” betekent dat een apotheek medicijnen namaakt voor haar eigen patiënten. Dat mag bij medicijnen voor zeldzame ziektes.

CZ noemt het volgende voorbeeld uit de praktijk:

“De farmaceut van een medicijn tegen een zeldzame stofwisselingsziekte dreef de prijs op en vroeg van de ene op de andere dag € 120.000 per persoon per jaar extra. 60 personen dreigden gedupeerd te worden. Het Academisch Medisch Centrum (AMC) besloot dit medicijn daarom zelf te gaan maken, gesteund door CZ en andere zorgverzekeraars. De kostenbesparing is enorm. De farmaceut is van deze bereidingen op de hoogte gebracht. Zodra de farmaceut besluit om de prijs te laten zakken, stopt het Academisch Medisch Centrum (AMC) met het namaken van het medicijn”.

2. Vooraf de effectiviteit van medicijnen bepalen

CZ stimuleert de ontwikkeling van modellen waarmee getest kan worden of een medicijn effectief is voor iemand. Voordat medicijnen verkocht worden, worden ze uitgebreid getest, maar het is niet altijd mogelijk om medicijnen ook te testen op de mensen voor wie ze uiteindelijk bedoeld zijn, en op patiënten met verschillende kenmerken. Soms blijkt pas bij gebruik dat een medicijn voor een bepaalde patiënt niet werkt.

3. Alleen een laaggeprijsde variant van een medicijn vergoeden

CZ hanteert het voorkeursbeleid; zij heeft met fabrikanten en apothekers afgesproken dat zij alleen een laaggeprijsde variant van een medicijn vergoedt. Als het patent van een medicijn verloopt, gaan vaak verschillende aanbieders het medicijn namaken. De werkzame stof en veiligheid van deze medicijnen is hetzelfde, maar de kosten zijn een stuk lager.

De bestreden reclame maakt deel uit van de campagne: zorg die vérder gaat. Met deze campagne wil CZ laten zien dat zij zich inzet om problemen zoals personeelstekort in de zorg, vergrijzing en alsmaar stijgende zorgkosten met daadkracht en verantwoordelijkheid aan te pakken.

Voor CZ is niet geheel duidelijk met welke bepaling van de NRC klager de uiting in strijd acht, maar gezien zijn beroep op onjuistheid gaat CZ ervan uit dat klager de uiting in strijd acht met waarheid, als bedoeld in artikel 2 NRC.

CZ claimt niet “dat farmaceuten de reden zijn voor stijgende zorgkosten”. Van strijd met  de waarheid is ook geen sprake. CZ merkt dat de kosten van medicijnen stijgen, en zoals hiervoor besproken zet zij zich in om medicijnen betaalbaar te houden.

Wanneer een nieuw medicijn ontwikkeld wordt, krijgen farmaceuten patent op het medicijn. Zij hebben dan voor een bepaalde periode het alleenrecht om het medicijn te maken, en bepalen ook de prijs. Aldus verdienen zij de ontwikkelkosten terug. Als het patent voorbij is, mag iedereen het middel namaken. De prijzen van medicijnen dalen dan vaak flink, omdat de onderzoeks- en ontwikkelkosten niet meer terugverdiend hoeven te worden.

CZ merkt dat prijzen van medicijnen soms hoog gehouden worden, waardoor ze onnodig duur zijn. Zij noemt de volgende voorbeelden:

er wordt een kleine aanpassing aan een bestaand medicijn verricht, zodat een nieuw patent kan worden aangevraagd, of

een bestaand medicijn wordt opnieuw geregistreerd onder een andere naam,  voor een andere aandoening.

Hierdoor schieten de prijzen de lucht in, en zijn deze soms wel 10 keer zo hoog als de oorspronkelijke prijs, aldus CZ.

De bestreden uiting is in overeenstemming met de informatie op de website van CZ, met haar beleid, met de afspraken die CZ maakt met fabrikanten en apothekers en met de uitvoering daarvan in de praktijk.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat in de bestreden uiting, anders dan door klager wordt gesteld, niet wordt gezegd: “Als farmaceuten de prijzen onnodig verhogen”, maar

“Als we zien dat farmaceuten de prijzen onnodig opdrijven, (…)”.

Klager vindt -kort gezegd- dat in de uiting een onjuist beeld wordt geschapen van de bijdrage door farmaceuten aan de stijging van de zorgkosten, en naar zijn mening is de uiting in dat opzicht “stigmatiserend”. De Commissie vat deze klacht op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met de waarheid en de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 NRC. Zij oordeelt hierover als volgt.

In de onderhavige uiting vestigt CZ de aandacht op problemen in het Nederlandse zorgsysteem, waaronder stijgende zorgkosten, en op haar doelstelling en inzet om de zorg bereikbaar en betaalbaar te houden. In dit verband geeft CZ een aantal voorbeelden, waaronder haar ondersteuning van apothekers om zelf een medicijn te maken, als CZ ziet “dat farmaceuten de prijzen onnodig opdrijven”. In deze boodschap ligt niet de suggestie besloten dat farmaceuten “de reden” zijn van stijgende zorgkosten; het betreft slechts een voorbeeld.

Bij verweer heeft CZ voldoende aannemelijk gemaakt dat de farmaceutische industrie mede bijdraagt aan stijging van de zorgkosten, ten eerste door te verwijzen naar het voorbeeld van een fabrikant van een medicijn tegen een zeldzame stofwisselingsziekte, die daarvoor van de ene op de andere dag € 120.000 per persoon per jaar extra vroeg.   Verder heeft CZ gewezen op de volgens haar aanzienlijke prijsstijging van medicijnen, als gevolg van het verrichten van een kleine aanpassing aan een bestaand medicijn, zodat een nieuw patent kan worden aangevraagd of als gevolg van het opnieuw registreren van een bestaand medicijn, onder een andere naam, voor een andere aandoening. Ook heeft CZ voldoende aannemelijk gemaakt dat zij in dit soort gevallen apothekers ondersteunt om medicijnen zelf te maken.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de klacht ongegrond en wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken