a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2017/00354

Datum:

11-08-2017

Uitspraak:

Vrijblijvend advies (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de volgende uitingen:

de website-pagina van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna VWS) ‘orgaandonatie.nu/1998/meer-over-orgaandonatie’ waar staat: “Als je zelf beslist of je donor wil worden, is dat voor iedereen duidelijk en gebeurt er altijd wat jij wil. Als je namelijk niets doet, dan moeten je nabestaanden dit na jouw overlijden voor jou beslissen.”

de website-pagina van VWS ‘rijksoverheid.nl/onderwerpen/orgaandonatie-en-weefseldonatie/vraag-en-antwoord/wat-gebeurt-er-na-mijn-overlijden-als-ik-geregistreerd-ben-als-donor’ waar staat: “Wat gebeurt er na mijn overlijden als ik geregistreerd ben als donor?  Registreert u zich als orgaandonor? Dan kunt u zelf aangeven welke weefsels of organen u wilt doneren na overlijden. Of artsen uiteindelijk de organen van een overledene gebruiken voor transplantatie, hangt af van een aantal factoren. Bijvoorbeeld of de persoon in het ziekenhuis overleden is. En van de kwaliteit van de organen en weefsels.” en “Orgaandonatie alleen bij overlijden in het ziekenhuis. Orgaandonatie is alleen mogelijke wanneer iemand in het ziekenhuis is overleden.”

de website-pagina van de Nederlandse Transplantatie Stichting (hierna NTS) ‘donordenkers.nl/wat-is-doneren/?vragen’ waar staat:

“Wat is doneren? Doneren betekent ‘geven’. Hier gaat het om het geven van een deel of delen van je lichaam na je dood. Stel je voor – ik hoop natuurlijk van niet – dat ik doodga. Bijvoorbeeld door een verkeersongeluk of door een ziekte. Dan kan ik na mijn dood toch nog mensen helpen. Want sommige organen en weefsels kunnen misschien door iemand anders gebruikt worden.” en

“Wat is een donor? Een donor is iemand die na zijn of haar dood organen en weefsels wil afstaan. Op die manier kunnen mensen bij wie deze organen en weefsels niet goed werken, geholpen worden. Soms redden deze donoren na hun dood zelfs het leven van een ander.” en

“Donor zijn lijkt me eng. Ik kan me voorstellen dat je het eng vindt als ze na je dood aan je lichaam komen. Maar je moet wel een paar dingen weten. Ten eerste: pas als men zeker weet dat je echt dood bent én er toestemming voor is, begint men een donoroperatie. Ten tweede: de artsen die zo’n operatie uitvoeren doen dat met zeer veel zorgvuldigheid en respect.” en

“Doet dat niet pijn, als je organen of weefsel worden verwijderd? Het is misschien een eng idee dat je organen en weefsels worden uitgenomen. Maar dat gebeurt natuurlijk pas als je echt dood bent. Je bent dan hersendood en dan voel je niks meer. Dat wordt door artsen heel precies onderzocht. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je nog leeft wanneer je organen worden uitgenomen.” en

“Hoe weten ze of ik écht dood ben? Artsen bepalen volgens heel duidelijke regels en afspraken of je echt dood bent. Ze weten dus honderd procent zeker dat je dood bent. Dood betekent dat je hersenen het niet meer doen, en het ook nooit meer gaan doen. Ze noemen dat ook wel hersendood.” en “Donnie, waarom heb jij je geregistreerd als donor? Als ik na mijn dood mijn organen en weefsels andere mensen kan helpen, dan vind ik dat erg mooi. Dat is hoe ik denk, maar iedereen mag een andere mening hebben. Jij bent de baas over je eigen lijf, ook na je dood. Er is geen goed of fout, als je er maar goed over nadenkt.” en

“Worden al mijn organen en weefsels gebruikt? Je organen en weefsels worden niet altijd gebruikt voor transplantatie. De artsen kijken eerst of ze geschikt zijn. Dat hangt af van de tijd en de plaats waarop je bent overleden, en waaraan je bent doodgegaan.” en

“Wat is dat, ‘geregistreerd staan als donor’?  Tja, dat klinkt misschien ingewikkeld, maar dat valt wel mee hoor. Het betekent dat je hebt laten vastleggen of je na je dood donor wilt zijn.” en

“Ben ik ook donor?”: “Als je het belangrijk vindt dat jouw keuze – wel of geen donor – na je dood bekend is, is het verstandig om je te registreren.” en

“Wat is het donorregister?”: “Als iemand komt te overlijden, dan kunnen artsen direct zien wat de wensen van die persoon zijn.” en

“Kan ik andere wensen aangeven op het donorformulier?” : “Dan kunnen zij er voor zorgen dat je wensen bekend zijn als je bent overleden.” en

“Wat zijn redenen om donor te zijn?”: “Ik ben donor omdat ik daardoor na mijn dood misschien mensenlevens kan redden.” en

“Hoe kan mijn orgaan of weefsel een ander helpen?”: “Als na jouw dood je organen en weefsels nog goed zij, kunnen zij daarmee geholpen worden.”.

Een brief van VWS aan personen die “inmiddels 18 of misschien al 19” jaar oud zijn waarin staat: “Maar als jij ervoor kiest dat je orgaandonor wilt zijn, dan kun je na je overlijden levens redden.”
 

De website-pagina van de NTS transplantatiestichting.nl/medische-procedure/donatieprocedure waarop staat: “Nadat is vastgesteld dat iemand is overleden onder de juiste omstandigheden kan hij of zij organen doneren.”
 

Een brief van VWS aan personen die het donorformulier hebben ingevuld : ”Dankzij uw registratie is er meer duidelijkheid. Bijvoorbeeld voor uw nabestaanden, die na uw overlijden niet meer over uw donorschap hoeven te beslissen.”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Mensen die zich als donor laten registreren dienen goed geïnformeerd te zijn omtrent de inhoud en reikwijdte van hun beslissing. De reclame en voorlichting van verweerders zijn echter onvolledig en daarmee misleidend.

A. Ten eerste dient niet gesproken te worden over “na overlijden”. Orgaandonatie vindt niet plaats ‘na overlijden’ maar nadat de donor ‘hersendood’ is verklaard. Dit betekent dat het hart nog klopt en de hersenen nog zuurstof ontvangen. In de regel gebeurt de uitneemoperatie zonder narcose. Er zijn vele wetenschappelijke publicaties waarin wordt betwijfeld of de donor die hersendood is verklaard, niets zou voelen van de uitneemoperatie. Hersendood is een omstreden criterium en onderhevig aan telkens wijzigende inzichten.

B. Daarnaast laten verweerders na om toe te lichten dat de uitneemoperatie en de voorbereiding daarvan een ingrijpen zijn in het stervensproces die tot gevolg hebben dat de donor geen natuurlijke dood kan sterven.

In de gewraakte uitingen wordt het bovenstaande niet verteld en daarom is aan de eis van ‘informed consent’ niet voldaan.

Volgens klagers zijn de uitingen misleidend in de zin van artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en is het vertrouwen in reclame geschaad in de zin van artikel 5 NRC.

 

Het verweer

De reactie van verweerders op het bezwaar wordt als volgt samengevat.

Ad. A

Verweerders zijn van mening dat de uitdrukking “na overlijden” in overeenstemming is met het wettelijk kader van de Wet op de orgaandonaties (WOD) en dat het gebruik van deze uitdrukking juridisch niet onjuist is. De WOD onderscheidt twee situaties bij orgaandonatie: het ter beschikking stellen van organen bij leven (hoofdstuk 2) en na overlijden (hoofdstuk 3). Voor de laatste situatie is specifiek in artikel 21 WOD bepaald dat het verwijderen van een orgaan na overlijden slechts is toegestaan, indien aan de in dat artikel genoemde voorwaarden is voldaan waaronder (op grond van onderdeel b) het vaststellen van de dood door een arts conform het bepaalde in artikel 14 WOD. In het eerste lid van dat artikel is bepaald dat de dood wordt vastgesteld aan de hand van de volgens de laatste stand van de wetenschap geldende methode en criteria voor het vaststellen van de hersendood. Volgens het tweede lid van dit artikel wordt daaronder verstaan: het volledig en onherstelbaar verlies van de functies van de hersenen, inclusief de hersenstam en het verlengde merg. Het vaststellen van de hersendood moet geschieden aan de hand van de methoden en criteria die zijn neergelegd in het Hersendoodprotocol. Dit protocol wordt niet door de overheid vastgesteld, maar door de Gezondheidsraad volgens de laatste stand van de in de wetenschap geldende methoden en criteria. Als de verschillende tests een afwezige hersenfunctie bevestigen, is in de medische wetenschap algemeen aanvaard dat een persoon dood is. Het Hersendoodprotocol is laatstelijk gewijzigd per 1 augustus 2016 en daarbij aangepast aan het meest recente advies van de Gezondheidsraad. Dat klagers van inzicht verschillen met de Gezondheidsraad over de gevolgen van hersendood maakt niet dat de bestreden uitingen onvolledig of misleidend moeten worden geacht.

Dit laat onverlet dat goed nota is genomen van de eerdere beslissingen van de uitspraken van de Commissie en het College van Beroep (2016 00445 en 2016 00960). Verweerders zijn van mening dat deze beslissingen niet zo ver strekken dat de uitdrukking ‘na overlijden’ in het geheel, dus in geen enkele uiting over orgaandonatie, mag worden gebruikt. Daarmee zou ook voorbij worden gegaan aan het wettelijke kader van de WOD. Bovendien is de stelling van klagers dat het uitnemen van organen plaatsvindt nadat de donor hersendood is verklaard, niet in alle gevallen feitelijke juist. Zoals uit voormeld advies van de Gezondheidsraad volgt, kan orgaandonatie ook plaatsvinden bij een donor van wie de dood op grond van circulatoire criteria is vastgesteld (onomkeerbare stilstand van het hart en de bloedcirculatie). Voorts is de context waarbinnen de uitingen zijn gedaan van belang, mede gelet op andere informatie die op dezelfde website of in de betreffende brief is gegeven. Zeker bij een website is immers, mede gelet op de leesbaarheid, onontkoombaar dat informatie op een ‘gelaagde’ wijze wordt verstrekt. Waar het om gaat is of ieder op basis van het geheel aan verstrekte informatie voldoende is voorgelicht om te kunnen besluiten of hij/zij zich wil laten registreren en, zo ja, met welke keuze.

Ten aanzien van de bestreden uitingen merken verweerders daarbij het volgende op:

Deze uiting maakt deel uit van het geheel van informatie op de website orgaandonatie.nu. Uitleg over de term ’overlijden’ wordt, mede naar aanleiding van eerdere beslissingen, nu uitgebreid gegeven via het tabblad “Medische procedure”.

Het betreft uitingen op de website www.rijksoverheid.nl. Dit is een begin van informatie waarbij voor nadere informatie wordt verwezen naar andere, meer specifieke websites. Via deze website kan men zich ook niet registreren als donor.

Deze website is specifiek gericht op leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Op deze website wordt uitleg gegeven over de in de bestreden uitingen gebruikte termen ‘dood’, ‘overleden’ en ‘overlijden’. Hiermee wordt voldaan aan eerdere beslissingen.

In deze brief is specifiek vermeld dat voor informatie over de vraag hoe het overlijden wordt vastgesteld en hoe in de praktijk de donatieprocedure verloopt, de website www.orgaandonatie.nu/1998 kan worden geraadpleegd. Deze brief voldoet derhalve aan de eerdere beslissingen.

Op de website www.transplantatiestichting.nl wordt uitgebreide informatie verschaft over de procedure en is uitleg te vinden over de invulling van de gebruikte term ‘overleden’. Hiermee wordt voldaan aan eerder beslissingen.

De brief wordt verzonden aan degene die digitaal een verzoek om registratie heeft gedaan en daarbij zijn keuze reeds kenbaar heeft gemaakt en in de brief verzocht wordt om het bijgevoegde donorformulier retour te zenden. Het gebruik van de term ‘overlijden’ in deze brief is niet in strijd met eerdere beslissingen.

Ad. B

Klagers menen blijkens dit onderdeel van de klacht dat bij orgaandonatie wordt ingegrepen in het natuurlijke stervensproces van de donor, maar het uitnemen van organen vindt plaats nadat een arts de dood met zekerheid heeft vastgesteld. De enkele omstandigheid dat klagers van inzicht verschillen met de Gezondheidsraad over de gevolgen van hersendood, betekent niet dat de uitingen onvolledig of misleidend zijn.

 

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en daarbij pleitaantekeningen overgelegd. Voor zover nodig voor de beslissing wordt in het oordeel ingegaan op hetgeen ter zitting is aangevoerd.

 

Het oordeel van de Commissie

1. Niet in geschil is dat de onderhavige uitingen I tot en met VI reclame-uitingen zijn als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

2. Klagers hebben blijkens het eerste deel van de klacht bezwaar tegen het gebruik van de begrippen “overlijden” (of “overleden”) of “dood” in de uitingen I tot en met VI omdat daaruit niet blijkt dat wordt bedoeld ‘dood’ als omschreven in de Wet op de orgaandonatie (hierna WOD), te weten hersendood. Het publiek wordt daardoor volgens klagers onvoldoende geïnformeerd alvorens men zich aanmeldt als orgaandonor over de omstandigheden waaronder orgaandonatie plaats kan vinden.

De Commissie stelt voorop dat het College van Beroep eerder over het gebruik van deze begrippen in reclame-uitingen ten behoeve van orgaandonatie heeft beslist dat het publiek in die uitingen zelf duidelijk en volledig dient te worden geïnformeerd, óók over de omstandigheid dat organen uit het beademd stoffelijk overschot kunnen worden verwijderd in de zin van artikel 14 WOD. Dat impliceert dat enige uitleg van het begrip hersendood conform het Hersendoodprotocol noodzakelijk is. Zonder duidelijke informatie over deze essentiële aspecten achtte het College de uitingen niet in overeenstemming met het uitgangspunt dat burgers erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid hen adequaat (volledig en correct) informeert. (CvB 2016 00445)

3. Deze adequate informatie ontbreekt naar het oordeel van de Commissie in de uitingen I, II, IV, V en VI. Onderhavige uitingen strekken tot het zich registreren als orgaandonor waarbij gebruik wordt gemaakt van de begrippen “overlijden” (of “overleden”) of “dood” zonder dat daarbij direct wordt gewezen op de specifieke invulling van deze begrippen in het kader van orgaandonatie. Het zal het algemene publiek zonder nadere uitleg ontgaan dat de juridische invulling van deze begrippen in een situatie van orgaandonatie kan afwijken van de gebruikelijke invulling, dat wil zeggen dat er een onderscheid bestaat tussen hartdood en hersendood en dit van belang kan zijn voor orgaandonatie. Verweerders dienen verwarring bij het publiek te voorkomen bij het maken van dermate belangrijke persoonlijke keuzes en in haar uitingen over orgaandonatie zorgvuldigheid te betrachten. Het hanteren van de begrippen “overlijden” (of “overleden”) of “dood” in uitingen van verweerders die tot doel hebben dat de ontvanger zich registreert als orgaandonor zonder een nadere en duidelijke toelichting over deze essentiële aspecten of een directe verwijzing daarnaar, schaadt naar het oordeel van de Commissie het vertrouwen dat het publiek moet kunnen hebben in de juistheid en volledigheid van een reclame-uiting over orgaandonatie en acht de Commissie in strijd met artikel 5 NRC. Dat in uiting I wordt verwezen naar het tabblad “Medische procedure” waar uitleg wordt gegeven over de in de uiting gebruikte term “overlijden” en dat uiting II een website is waarin slechts algemene informatie wordt gegeven over een veelheid aan onderwerpen van verschillende ministeries zijn naar het oordeel van de Commissie geen omstandigheden die het voorgaande anders maken.

4. Anders dan in de uitingen I, II, IV, V en VI wordt in uiting III bij beantwoording van de vraag “Hoe weten ze of ik écht dood ben?” wel uiteengezet dat het wegnemen van organen plaatsvindt in een situatie van hersendood en ook dat het ingetreden zijn van de hersendood door artsen wordt bepaald “volgens heel duidelijke regels en afspraken”. Daarmee wordt naar het oordeel van de Commissie op voldoende duidelijke wijze tot uitdrukking gebracht dat het wegnemen van organen (ook) plaatsvindt in een situatie van hersendood waarbij organen uit een beademd stoffelijk overschot kunnen worden verwijderd in de zin van artikel 14 WOD en niet (alleen) in een situatie van “dood” of “overleden zijn”, met de gebruikelijke invulling van die begrippen die daaraan door het algemene publiek zonder nadere uitleg aan zal worden gegeven. In zoverre is de klacht ongegrond.

5. Verder stellen klagers in hun tweede onderdeel van de klacht dat verweerders dienen te worden verplicht om in de uitingen mee te delen dat hersendood een omstreden begrip is, respectievelijk dat bij het uitnemen van de organen symptomen kunnen optreden die bij een ‘normale’ operatie tot toediening van meer narcose kunnen leiden en dat sprake is van een ingrijpen in het stervensproces die tot gevolg heeft dat de donor geen natuurlijke dood sterft. De Commissie oordeelt dat indien in de uitingen duidelijk wordt gemaakt dat sprake is van hersendood overeenkomstig het Hersendoodprotocol, duidelijk is wat het referentiekader met betrekking tot het begrip hersendood is in het kader van orgaandonatie. Dat er ook andere opvattingen heersen met betrekking tot de gevolgen van hersendood, valt naar het oordeel van de Commissie buiten de reikwijdte van de informatieplicht van verweerders. Zij mogen volstaan met te verwijzen naar het protocol, dat geacht moet worden gebaseerd te zijn op de huidige stand van de medische wetenschap met betrekking tot het begrip hersendood. De Commissie oordeelt dat gelet op het voorgaande geen aanleiding bestaat om verweerders te verplichten voornoemde nadere informatie te geven in onderhavige uitingen. Dit onderdeel van de klacht wordt om die reden afgewezen.

6. Op grond van het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uitingen I, II, IV, V en VI gelet op hetgeen is overwogen in punt 3 in strijd met artikel 5 NRC en adviseert verweerders om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De Commissie wijst de klacht voor het overige af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken