a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2017/00622/K

Datum:

31-01-2018

Uitspraak:

dVAF vernietigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de televisiecommercial voor Swisse multivitaminen.

In de commercial wordt door de voice-over gezegd:

“Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is, en kom je daar wel altijd aan? [te zien is dat de in de commercial figurerende vrouw vragend haar schouders ophaalt] De vitamines in Swisse zijn hoog gedoseerd. Swisse zit boordevol natuurlijke kruidenextracten en bevat twee keer zoveel ingrediënten als de meest verkochte producten, zodat jij je 100% goed kunt blijven voelen. Ontdek zelf het Swisse verschil.”

 

De klacht

In de commercial wordt beweerd: “Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is”. Dit is volgens klager een volstrekt onjuiste uitleg van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). De ADH is juist niet de minimumhoeveelheid van een voedingsstof die nodig is om deficiëntie te voorkomen, maar is de hoeveelheid die voor verreweg de meeste mensen voldoende is. Het Voedingscentrum verwoordt dit volgens klager aldus: “De ADH is de hoeveelheid van een voedingsstof die voldoende is om de behoefte van vrijwel een hele bevolkingsgroep te dekken. 97,5% van de bevolkingsgroep krijgt met deze waarde voldoende van de voedingsstof binnen. De ADH gaat uit van een statistisch normale verdeling en bereken je als [de gemiddelde behoefte + 2x de standaardafwijking].”

Expert voeding en gezondheid bij het Voedingscentrum Astrid Postma en voedingshoogleraar VU Jaap Seidell bevestigen tegenover klager dat de bewering dat de ADH een minimum is, onjuist is. Seidell stelt dat de reclame gevaarlijk kan zijn, omdat veel mensen met minder vitamines dan de ADH toe kunnen.

 

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft besloten de klacht direct af te wijzen, omdat de Commissie op 15 juni 2017 in dossier 2017/00346 een vergelijkbare klacht als die van klager heeft afgewezen en naar het oordeel van de voorzitter niet valt te verwachten dat de Commissie in het onderhavige geval tot een ander oordeel zal komen.

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

Klager betwist dat zijn klacht geheel vergelijkbaar is met de in dossier 2017/00346 beoordeelde klacht. Anders dan bij de laatstgenoemde klacht het geval was, maakt klager vooral bezwaar tegen de uitspraak in de commercial “Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is”, welke uitspraak volgens hem onjuist is.

Ter onderbouwing van zijn standpunt dat de ADH geen minimum is, citeert klager de in zijn klacht reeds aangehaalde expert voeding en gezondheid van het Voedingscentrum en de voedingshoogleraar van de VU. Verder citeert klager in dit verband de secretaris voeding van de Gezondheidsraad, die volgens klager stelt: “De ADH is geen minimum. De ADH is het niveau van inname dat de behoefte dekt van nagenoeg alle mensen in de betreffende groep (in theorie precies 97,5% van die groep). Omdat de behoefte aan voedingsstoffen tussen mensen varieert, ligt de ADH voor de meeste mensen hoger dan de eigen behoefte. Het is het innameniveau waarbij iemand er gerust op kan zijn dat deze voor iedereen en dus ook voor hemzelf/haarzelf toereikend is. Er zijn per definitie onvoldoende aanwijzingen dat mensen meer dan de ADH nodig zouden hebben voor een optimale gezondheid, anders was de ADH wel op een hoger niveau vastgesteld. Bij veel vitamines en mineralen resulteren niet alleen lage, maar ook hoge doseringen in gezondheidsrisico’s, vandaar dat ook bovengrenzen voor inname worden vastgesteld. Die bovengrenzen zijn echt bedoeld als bovengrens: als de inname hoger ligt is er risico van ongewenste effecten. Het is daarom onverstandig om de bovengrenzen als streefwaarde voor de inname te zien.”

 

De informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG

De Keuringsraad deelt mee, kort samengevat, dat de televisiecommercial voor Swisse multivitaminen onder de competentie van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) valt. De commercial is ter preventieve toetsing aan de KAG voorgelegd en van een toelatingsnummer voorzien.

Naar aanleiding van de klacht merkt de Keuringsraad op dat indien de zin “Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is” geïsoleerd wordt beoordeeld, deze te stellig is. De Keuringsraad heeft echter bij zijn beoordeling van de reclame-uiting de zin bezien in de totale context, waarin wordt toegelicht dat je niet altijd aan de ADH komt en dat er soms een hogere behoefte kan zijn. Deze context nuanceert de stelligheid van de bestreden zin. Wanneer door omstandigheden voeding (tijdelijk) niet toereikend is voor de ADH vitamines en mineralen of er individueel een hogere behoefte bestaat, dan kunnen (Swisse) multivitaminen als voedingssupplement een aanvulling op de voeding bieden. De Keuringsraad heeft de commercial, waaruit blijkt dat je soms een aanvulling op de voeding kunt gebruiken wanneer deze niet toereikend is, op dat moment en op basis van de door adverteerder verstrekte gegevens, niet misleidend geacht.

 

Het verweer

Adverteerder voert aan dat de boodschap in de reclame in zijn geheel beoordeeld en in de gehele context gezien moet worden, en dat het daarom niet terecht is een enkele zin, of een deel van een zin, uit de commercial te lichten en ter discussie te stellen. De commercial gaat over het feit dat je niet altijd aan de ADH komt en in die gevallen je voeding kunt aanvullen met een voedingssupplement. De Commissie heeft in dossier 2017/00346 reeds geoordeeld dat deze boodschap voldoende duidelijk en derhalve niet misleidend is, aldus adverteerder.

Adverteerder betwist niet dat de ADH de hoeveelheid van een bepaalde voedingsstof is die de behoefte dekt voor 97,5% van een bevolkingsgroep. In de commercial wordt niet beweerd dat de ADH vitaminen onvoldoende is of dat multivitaminen een gevarieerde en gebalanceerde voeding zouden vervangen. Volgens adverteerder geeft het rapport “Nederlandse Voedingsnormen 1989” van de Voedingsraad de definitie van de aanbevolen hoeveelheid als volgt weer: “De aanbevolen hoeveelheid is een gemiddelde minimumbehoefte van een groep individuen waarbij een marge wordt toegekend zodat er ook rekening wordt gehouden met de interindividuele spreiding in de behoeften van de groep”. Uit het rapport van de Voedingsraad maakt adverteerder op dat de aanbevolen hoeveelheid als een minimumwaarde kan worden beschouwd. Voorts zijn door onder andere EFSA veilige maximale niveaus van vitamines en mineralen vastgesteld. De Swisse voedingssupplementen zijn hoog gedoseerd, boven de ADH en onder de wettelijke maxima, binnen de veilige niveaus van inname. Adverteerder maakt bij het vaststellen van het maximale niveau voor dagelijkse inname, waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze schadelijke gevolgen voor de gezondheid oplevert, gebruik van gerenommeerde wetenschappelijke opinies. Adverteerder betwist daarom de door klager aangehaalde uitspraak van hoogleraar Seidell dat overschrijding van de ADH leidt tot toxische effecten.

De zin “Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is” wordt gevolgd door “en kom je daar wel altijd aan?”. Er zijn situaties denkbaar waarin men behoefte heeft aan extra voedingsstoffen, bijvoorbeeld in stressvolle situaties, als je veel sport of als je gedurende een bepaalde periode minder groente en fruit eet. Voedingssupplementen kunnen dan helpen om een algemeen gevoel van welzijn te ondersteunen. Uit studies van het RIVM blijkt dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet aan de dagelijkse aanbevolen porties groente, fruit en/of vis komt (bron: RIVM VCP 2007-2010, 7-69 jaar). Klagers bewering over de bestreden zin in de commercial is daarom niet juist, en de commercial is niet misleidend, aldus adverteerder.

 

De mondelinge behandeling

Het standpunt van adverteerder is gehandhaafd en nader toegelicht.

Voor zover relevant voor de beslissing wordt in het hiernavolgende oordeel ingegaan op hetgeen ter zitting is aangevoerd.

 

Het oordeel van de Commissie

1. Klager maakt bezwaar tegen de televisiecommercial voor Swisse multivitaminen, omdat volgens hem, onder verwijzing naar deskundigen op het gebied van voeding, de mededeling “Wist je dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is” niet juist is. Adverteerder stelt zich op het standpunt dat op basis van het rapport van de Voedingsraad van 1989 de ADH als een minimumwaarde mag worden beschouwd. Verder stelt adverteerder dat de bestreden zin in de context van de commercial moet worden beschouwd, en dat de commercial in haar geheel is goedgekeurd door de Keuringsraad en in een eerdere uitspraak van de Commissie niet misleidend is geacht.

2. De Commissie stelt voorop dat haar uitspraak in dossier 2017/00346 weliswaar betrekking had op dezelfde televisiecommercial voor Swisse vitaminen, maar de klacht daartegen een andere grondslag kende dan het in het onderhavige geval door klager aangevoerde bezwaar. In haar eerdere uitspraak heeft de Commissie niet beoordeeld of de nu bestreden mededeling “(…) dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is” onjuist is en daarmee de commercial in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) doet zijn.

3. Niet is in geschil dat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines wordt gevormd door de – aan de hand van vijf criteria vastgestelde – gemiddelde minimumbehoefte van de bevolking met daar bovenop, omdat de individuele behoefte varieert, een marge ter grootte van tweemaal de standaarddeviatie. Hierdoor dekt de ADH de behoefte van 97,5% van de bevolking. Dit betekent naar het oordeel van de Commissie dat de inname van vitamines op het niveau van de ADH voor 97,5% van de bevolking in ieder geval toereikend is, maar ook dat de minimumbehoefte van een (groot) deel van de bevolking lager ligt dan de ADH. Zij kunnen toe met een inname die lager ligt dan de ADH zonder dat dit voor hen een tekort aan vitamines oplevert. Gelet hierop acht de Commissie de mededeling dat “de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamines eigenlijk het minimum is” te absoluut en daardoor niet juist.

4. Dit wordt niet anders indien de bestreden mededeling wordt beschouwd in de context van de gehele commercial. Door de ADH te bestempelen als minimum, wordt in het vervolg van de commercial de indruk gewekt dat voor iedereen bij een inname van vitamines die lager is dan de ADH het innameniveau onder het minimum komt. In feite wordt meegedeeld dat men, om er zeker van te zijn dat de minimumbehoefte in alle gevallen wordt gedekt, de hoog gedoseerde Swisse multivitaminen zou moeten nemen. Zoals hiervoor overwogen behoeft het niet halen van de ADH echter niet te betekenen dat niet aan de minimumbehoefte wordt voldaan.

5. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de televisiecommercial gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie – de aanschaf van Swisse multivitaminen – te nemen dat hij anders niet had genomen, is de commercial misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6. Met dit oordeel wordt afgeweken van de goedkeuring van de televisiecommercial door de Keuringsraad KOAG/KAG, die de commercial immers van een toelatingsnummer heeft voorzien. Het feit dat de Keuringsraad de onderhavige commercial preventief heeft goedgekeurd, sluit echter niet uit dat de Commissie naar aanleiding van een specifieke klacht, op basis van hoor en wederhoor en mede op basis van informatie die in deze zaak beschikbaar is, anders beslist over de vraag of de uiting misleidend is. De toelating door de Keuringsraad staat in dit geval niet in de weg aan het oordeel van de Commissie dat de commercial in strijd is met artikel 7 NRC.

7. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie vernietigt de beslissing van de voorzitter tot directe afwijzing van de klacht. De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken