a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2016/00171

Datum:

02-05-2016

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op www.francmuller.nl/pages/ik-heb-last-van/aids.php. Daarin staat onder de aanhef “AIDS” onder meer:

“Het antwoord van de homeopathie

De homeopathie heeft geen antwoord op aids als zodanig. De reden daarvoor is dat binnen de homeopathie niet de ziekte, maar de mens behandeld wordt.

Iemand met aids kan dus heel goed geholpen worden met homeopathie, zij het dat het voor de homeopathie eigenlijk van geen enkel belang is of iemand nu aids heeft, de griep of suikerziekte. Waar het om gaat is dat iemand ziek is, symptomen heeft.”

en

“Uit het voorgaande blijkt dat het moeilijk te zeggen is of iemand met aids genezen kan worden. Het beste is contact met mij op te nemen en te bespreken hoe de toestand ervoor staat. Op grond daarvan kan ik enige aanwijzingen geven of een genezing mogelijk is of niet”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

De reclame betreft de homeopathische behandeling van AIDS-patiënten. Klager maakt in het bijzonder bezwaar tegen de mededeling:

“Iemand met aids kan dus heel goed geholpen worden met homeopathie”, en voert hiertoe het volgende aan. 

Homeopathie heeft geen enkel effect op de ziekte AIDS of de symptomen daarvan. AIDS is voorlopig nog een ongeneeslijke ziekte. Daarom dient het aanprijzen van alternatieve behandelingen voor AIDS-patiënten met grote omzichtigheid te gebeuren.

Op de betreffende webpagina staat een nogal warrig verhaal, maar duidelijk is dat adverteerder meent dat een patiënt met HIV/AIDS in bepaalde gevallen door

homeopathische behandeling kan genezen. Dat “heel goed geholpen worden met

homeopathie” geïnterpreteerd moet worden als ‘genezen’, blijkt uit de volgende  passages in de tekst:

– “Wil iemand die seropositief is, of al verschijnselen van aids heeft via homeopathie

genezen,”

– “wil er genezing gevonden kunnen worden,”

– “of een patiënt met aids genezen kan worden”

– “of een genezing mogelijk is of niet”.

Er is geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs dat homeopathie “iets doet” bij HIV/AIDS.

Klager noemt “enkele feiten over HIV/aids”. Deze worden als volgt samengevat.

– Wereldwijd leven er 36,9 miljoen mensen met hiv. Elke 16 seconden raakt er iemand geïnfecteerd met hiv. Aids is doodsoorzaak nummer één onder jonge vrouwen wereldwijd. Sinds 2000 zijn er 38,1 miljoen mensen geïnfecteerd en ruim 25 miljoen mensen gestorven aan aids.

– In Nederland leven er naar schatting 22.100 mensen met hiv. Van hen weten er 2.700

niet dat ze hiv hebben opgelopen. Jaarlijks komen er in Nederland zo’n 1.000 mensen met hiv bij.

– HIV/AIDS is ongeneeslijk. Het HlV-virus – humaan immunodeficiëntievirus – nestelt zich

in het genoom van bepaalde lichaamscellen en het is nog niet mogelijk het virus uit te

schakelen, wel om het te remmen. Er wordt hard gewerkt aan een effectief vaccin, maar

op dit moment is de enige remedie het dagelijks slikken van een cocktail van virusremmers in het kader van Anti-Retrovirale Therapie (ART). Deze virusremmers zorgen ervoor dat het virus zich niet kan vermenigvuldigen. De ART-behandeling is zeer effectief en zorgt ervoor dat HIV/AIDS niet meer automatisch een doodsvonnis is. Patiënten kunnen weliswaar niet genezen, maar wel een redelijk normaal leven leiden en behoorlijk oud worden. Therapietrouw is daarvoor een vereiste.

Klager noemt “enkele feiten over homeopathie”. Deze worden als volgt samengevat.

Naar de werking van homeopathie is veel onderzoek gedaan. Sinds 2009 zijn er verschillende rapporten verschenen die aantonen dat er geen bewijs is voor de effectiviteit van homeopathie bij de onderzochte aandoeningen.

In 2009 concludeerde het Science and Technology Committee van het Britse House of Commons dat er geen enkel bewijs is voor de werkzaamheid van homeopathische middelen. In 2011 bereikte het Belgische Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg dezelfde conclusie. Ten slotte stelde de Australische Gezondheidsraad, de National Health and Medical Research Council (NHMRC), in haar eindrapport van maart 2015 vast dat:

“There was no reliable evidence from research in humans that homeopathy was effective for treating the range of health conditions considered: no good-quality, well-designed studies with enough participants for a meaningful result reported either that homeopathy caused greater health improvements than placebo, or caused health improvements equal to those of another treatment.”

en

“Based on the assessment of the evidence of effectiveness of homeopathy, NHMRC

concludes that there are no health conditions for which there is reliable evidence that

homeopathy is effective.

Homeopathy should not be used to treat health conditions that are chronic, serious, or

could become serious.”

Het eindrapport had betrekking op 61 verschillende aandoeningen, waaronder HIV/aids. Geconcludeerd werd onder meer:

“There is no reliable evidence that homeopathy is more effective than placebo for the treatment of these health conditions:

(…)

• human immunodeficiency virus (HIV) infection”.

Adverteerder richt zich met de reclame-uiting “Iemand met aids kan dus heel goed

geholpen worden met homeopathie” tot buitengewoon kwetsbare mensen, die een

levensbedreigende ziekte hebben. Reclame-uitingen gericht op zulke mensen dienen met een grote mate van omzichtigheid te worden gedaan. Hoewel de adverteerder geen garanties geeft, gebruikt hij wel veelvuldig termen als ‘genezen’ en ‘genezing’, waarmee bij patiënten de valse hoop wordt gewekt dat adverteerder in bepaalde gevallen bij hen daadwerkelijk genezing kan bewerkstelligen. Lukt dat niet, dan wijt de adverteerder dat overigens voornamelijk aan de patiënt zelf. Of aan het gebruik van antibiotica, wat de werking van het immuunsysteem zou afremmen. In de uiting staat: “Veelvuldig antibioticagebruik remt de werking van het eigen afweer systeem”. Veelvuldig antibioticagebruik mag tot resistente bacteriën leiden, maar dat het immuunsysteem erdoor geremd zou worden is uit de lucht gegrepen, al was het alleen maar omdat het immuunsysteem 24/7 aan de slag is en bij een bacteriële infectie al lang en breed de bacteriën aan het afweren is eer de eerste antibiotica worden toegediend. Dat veelvuldig antibioticagebruik dat kans op genezing van HIV/AIDS zou verkleinen, is een stelling waarvoor ieder bewijs ontbreekt.

Feit is dat homeopathie nooit kan helpen bij AIDS of de symptomen daarvan, laat staan dat er door homeopathie genezing plaats kan vinden. Hooguit kan de patiënt wat troost vinden in een goed gesprek met adverteerder, maar diens “homeopathische pilletjes”

-die effectief uit 100% melksuiker of een combinatie van melk- en tafelsuiker bestaan-

“doen helemaal niets”.

Klager acht de reclame misleidend ten aanzien van de van het ondergaan van de behandeling te verwachten resultaten en daarmee oneerlijk en in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Klager gaat voorbij aan de context van de website en aan de mededeling “De homeopathie heeft geen antwoord op aids als zodanig. De reden daarvoor is dat binnen de homeopathie niet de ziekte, maar de mens behandeld wordt”.

Dat is een fundamenteel uitgangspunt van de homeopathie. De reguliere ziekte diagnose is niet de zaak van de homeopathie. Binnen de homeopathie gaat men uit van “de fenomenen van de symptomen”. De klachten die iemand heeft bepalen welk homeopathisch geneesmiddel eventueel van toepassing kan zijn.

Klager heeft gepubliceerd op de blogsite van de Stichting Skepsis. De mensen die betrokken zijn bij die stichting zijn al jaren de grote critici van de homeopathie.

Het onderzoek waaruit klager citeert is er één van vele. Op basis van de meegeleverde data kan klager niet controleren op welke wijze de betreffende conclusies worden getrokken. ln het verleden zijn ook dit soort meta-studies gedaan (Shang/Egger, Lancet 2005;366:726-32). Daarop is veel kritiek gekomen, zeker niet alleen van homeopaten.

Er werden 8 onderzoeken gebruikt die geselecteerd waren uit een groep van 110 onderzoeken. Enkele jaren daarvoor had dezelfde Lancet een artikel geplaatst waarin werd aangetoond dat het bewijs en de kwaliteit van de onderzoeken voor homeopathie vergelijkbaar waren met het beste bewijs voor reguliere medicatie (Linde K e.a. Are the clinical effects of homeopathy placebo effects? A meta-analysis of placebo-controlled trial. Lancet 1997;350:834-43).

In het betreffende artikel uit 2005 was echter niet duidelijk welke van de 110 onderzoeken werden gebruikt voor het artikel.

In de Gezondheidsraadlezing van 1999 toonde Professor Vandenbroucke een plaatje waarin alle, dan beschikbare, homeopathieonderzoeken werden weergegeven, gerangschikt op effectiviteit en onderzoeksgrootte. Het plaatje komt absoluut niet overeen met het plaatje dat je zou verwachten bij een therapie die alleen op suggestie berust. Sterker nog, de beste reguliere therapieën doen het niet beter.

Een artikel met min of meer dezelfde inhoud als voornoemde lezing is geplaatst in het tijdschrift van de Stichting Skepsis (skepter 13 maart 2000). In dat artikel waarschuwt de professor voor vooringenomenheid of manipulatie van onderzoek. Hij stelt verder dat als je al die onderzoeken op een grote hoop gooit de werkzaamheid van homeopathie niet te ontkennen valt.

Het onderzoek waarover het artikel uit 2005 rapporteert, is slechts een onderdeel van een groot Zwitsers onderzoeksprograrnma. Uit andere onderdelen van dit programma blijkt dat patiënten die homeopathie gebruiken voordat zij de behandeling aangaan een slechtere gezondheidstoestand hebben dan gebruikers van reguliere geneeskunde, maar dat zij na de behandeling een sterkere verbetering ervaren dan reguliere patiënten. De homeopathische behandeling kost niet meer, waarschijnlijk minder. De bijwerkingen van homeopathische behandelingen zijn minder en het aantal ziekenhuisdagen is de helft minder.

Er is niet slechts sprake van een verschil in visie tussen klager en adverteerder, maar ook van een “fundamenteel paradigma verschil”.

De natuurwetenschap die de grondslag vormt voor de farmacie en veel van de universitaire wetenschap is gebaseerd op het wetenschappelijk paradigma dat zo kan worden samengevat: “slechts dat wat meetbaar en weegbaar is, is waar”.

De homeopathie is gebaseerd op individuele fenomenologie, en daarmee niet aantoonbaar met de methoden binnen de grenzen van het natuurwetenschappelijke paradigma. Blijkbaar is 200 jaar casuïstiek waarin volop genezingen gemeld zijn door het gebruik van homeopathische geneesmiddelen niet voldoende om te accepteren dat er een geneeswijze bestaat die zich aan het natuurkundig paradigma onttrekt.

Terugkomend op de klacht stelt adverteerder het volgende.

1. Adverteerder heeft niet beweerd dat hij aids kan genezen.

2. Adverteerder beweert niet dat hij ook maar enige “ziekte” kan genezen.

3. Adverteerder schrijft slechts dat, gebaseerd op de grondslagen van de homeopathie en overeenkomend met eigen ervaringen, homeopathische geneesmiddelen het menselijk organisme kunnen helpen zichzelf te genezen.

4. De bewering dat er geen wetenschappelijk bewijs is voor homeopathie (en daarmee een eventuele hulp bij genezen of verlichten van de klachten die vallen onder de diagnose aids) wil nog niet zeggen dat er geen geneeskracht van homeopathische geneesmiddelen kan uitgaan.

In het kader van het hierboven gestelde onder 4 merkt adverteerder -samengevat- nog het volgende op.

a.

Het getuigt van arrogantie van de onderzoekers om te denken dat de natuurwetenschap de enige werkelijkheid en waarheid in de wereld zou zijn.

b.

Adverteerder heeft zelf ervaren dat homeopathie werkt. Nadat bij hem op zijn 23e de diagnose diabetes type 2 was gesteld, kreeg hij via een kennis die de opleiding homeopathie net had afgerond, homeopathische middelen. Al na het tweede of derde middel ervaarde adverteerder verlichting van zijn klachten en na 5 jaar waren alle diabetesklachten weg en scoorde adverteerder normaal op de suikerbelastingtests. Volgens de internist was dat “spontane genezing”.

Zo zijn er duizenden getuigenissen. Die mag men niet zomaar terzijde schuiven.

Met het bovenstaande is er geen bewijs dat homeopathie iets kan doen voor mensen met de diagnose Aids of HIV positief, maar adverteerder reageert als bovenstaand, omdat hij vindt dat klager voorbij gaat aan dat wat de individuele mens kan ervaren, waarbij de wetenschap geen enkele rol speelt.

Wel zijn er twee onderzoeken die erop wijzen dat er mogelijk iets kan met homeopathie:

• Journal of Alternative and Complementair medicine, New York, februari 2003,981): 133- 41: “Controlled clinical trials evaluating the homeopathic treatment of people with human immunodeficiency virus or acquired immune deficiency syndrome”.

In dit artikel worden 5 gecontroleerde dubbelblind onderzoeken aangehaald waarbij  meer dan 200 patiënten betrokken waren. De onderzoeken werden gedaan in India en  Amerika.

De conclusie van het rapport is dat met een toenemend aantal mensen die een medicijn resistente besmetting van het HiV hebben, homeopathie een zinvolle rol kan spelen als aanvullende en/of alternatieve therapie.

• 5D.p. Rastogi, V.P Singh, V. Singh, et al., “Evaluation of Homoeopathic Treatment in 129 Asymptomatic HIV Carriers,” British Homoeopathic Journal, January 1993,82:4-8.

Na homeopathische behandeling waren -samengevat- 11 van 14 patiënten die voorheen als HIV positief werden getest, bij hernieuwde test niet langer HIV positief.

Gelet op het bovenstaande is het niet juist om te stellen dat er helemaal geen bewijs is voor werking van homeopathie in verband met HIV. Of de betreffende onderzoeken alle toetsen van kritiek kunnen doorstaan, weet adverteerder niet. Omdat hij geen onderzoeker of wetenschapper is, moet hij het doen met de onderzoeken zoals die gepubliceerd worden.

Adverteerder vindt dat hij een genuanceerde opmerking maakt door te stellen dat hij  geen aids kan genezen, maar dat er mogelijkheden zijn om de kwaliteit van leven van mensen met een HIV besmetting te verbeteren.

Indien de Commissie van oordeel is dat adverteerder deze bewering ten onrechte doet, is hij bereid de bestreden tekst aan te passen of geheel te verwijderen.

 

De repliek

Klager heeft zijn standpunt nader schriftelijk toegelicht, onder verwijzing naar de bij e-mail van 16 maart 2016 door hem overgelegde bijlagen.

 

De mondelinge behandeling

Adverteerder heeft zijn standpunt nader toegelicht. Hij heeft daarbij onder meer het volgende meegedeeld.

Hij begrijpt dat de bestreden tekst verwarring kan geven. Mogelijk is deze ongelukkig geformuleerd. Met “genezen” bedoelt adverteerder dat de algemene levenskwaliteit beter wordt, dat klachten verminderen.

In antwoord op de opmerking van de voorzitter dat het erg belangrijk is dat mensen met HIV/aids reguliere medicijnen gebruiken, deelt adverteerder mee dat hij cliënten er altijd op wijst dat zij goed moeten nadenken over de vraag of men reguliere medicijnen wel of niet gebruikt. Der beslissing hierover laat adverteerder aan de cliënt.  

Ten slotte wijst adverteerder erop dat de bestreden tekst op de website “momenteel offline” is.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat zij tot taak heeft te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de NRC. Zij zal zich niet uitspreken over  reguliere geneeskunde en/of homeopathie in het algemeen. 

Klager heeft gemotiveerd bezwaar gemaakt tegen de mededeling: “Iemand met aids kan dus heel goed geholpen worden met homeopathie”, met name in combinatie met de tekstonderdelen:

– “Wil iemand die seropositief is, of al verschijnselen van aids heeft via homeopathie genezen,”

– “wil er genezing gevonden kunnen worden,”

– “of een patiënt met aids genezen kan worden”

– “of een genezing mogelijk is of niet”.

Klager heeft gesteld dat aids voorlopig nog een ongeneeslijke ziekte is en dat er geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs is dat homeopathie “iets doet” bij HIV/AIDS. In dit kader heeft klager zich onder meer beroepen op een rapport van maart 2015 van de  Australische Gezondheidsraad, de National Health and Medical Research Council (NHMRC), waarin staat:

“There was no reliable evidence from research in humans that homeopathy was effective for treating the range of health conditions considered: no good-quality, well-designed studies with enough participants for a meaningful result reported either that homeopathy caused greater health improvements than placebo, or caused health improvements equal to those of another treatment.”

en

“Based on the assessment of the evidence of effectiveness of homeopathy, NHMRC

concludes that there are no health conditions for which there is reliable evidence that

homeopathy is effective.

Homeopathy should not be used to treat health conditions that are chronic, serious, or

could become serious.”

Het eindrapport had betrekking op 61 verschillende aandoeningen, waaronder HIV/aids. Geconcludeerd werd onder meer:

“There is no reliable evidence that homeopathy is more effective than placebo for the treatment of these health conditions:

(…)

• human immunodeficiency virus (HIV) infection”.

Gezien bovenbedoelde gemotiveerde betwisting door klager van de mededeling “Iemand met aids kan dus heel goed geholpen worden met homeopathie” in combinatie met de woorden “genezen” en “genezing”, had het op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat hetgeen in de uiting wordt gesteld juist is. Naar het oordeel van de Commissie is adverteerder daarin niet geslaagd. Volgens de mededeling van adverteerder ter zitting bedoelt hij met “genezen” dat de algemene levenskwaliteit beter wordt, dat klachten verminderen. De Commissie acht het echter niet aannemelijk dat de gemiddelde consument de begrippen “genezen” en “genezing”, zoals die in de bestreden uiting worden gebruikt, in deze beperkte zin zal opvatten, ook niet nu onderaan de uiting staat: “Genezen is iets wat stagneert weer in beweging brengen. In beweging zijn is je ont-wikkelen opdat je je bevrijdt van oude ballast en meer jezelf wordt”.   

Gelet op het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie ten aanzien van de van een behandeling door adverteerder te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met  artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken