a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2007/1472/07.0168

Datum:

25-07-2007

Uitspraak:

bevestiging aanbeveling

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft de advertentie Imgroma B.V., waarin onder het kopje:
“NIEUW! Voor soepele gewrichten en gezond kraakbeen” het product “ROTER Glucosamine, met verbeterde samenstelling“ wordt aangeprezen.

De klacht

Blijkens een in 2006 in het “New England Journal of Medicin” gepubliceerd verslag van een vergelijkend onderzoek is er, wat betreft de pijn, geen verschil tussen de toepassing van glucosamine en een placebo. Voorts was van aanmaak van kraakbeen geen sprake. Er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat glucosamine de gewrichten soepel houdt en de aanmaak van kraakbeen ondersteunt.

Het verweer

De aanduiding “nieuw” ziet op de vernieuwde samenstelling van het product en op een nieuwe grotere verpakking. Klager trekt een onjuiste conclusie uit het onderzoek. In het door klager genoemde onderzoek staat dat bij zware vormen van artrose in de knie de combinatie van glucosamine en chondroïtine niet beter werkt dan een placebo. In de conclusie wordt gesuggereerd dat eerdergenoemde combinatie bij lichte en milde vormen van artrose wel een effect zou hebben.
Het is biologisch aangetoond dat glucosamine als aminosuiker onderdeel vormt van het kraakbeen. Aangezien de aanmaak van kraakbeen bij het ouder worden vermindert, mag verondersteld worden dat toediening van glucosamine kan bijdragen aan het gezond houden van het kraakbeen.
Glucosamine is door de European Medicines Agency (EMEA) in een aantal Europese lidstaten geregistreerd als geneesmiddel. De EMEA is van oordeel dat glucosamine bij milde en matige osteoartritis in de knie als geneesmiddel op de markt mag worden gebracht.
Er zijn voldoende aanwijzingen dat de werking van glucosamine effectief is, zodat de uiting niet misleidend genoemd kan worden.

De repliek

Klager handhaafde de klacht en lichtte deze nader toe.

Mondelinge behandeling

De heer Reijalt licht zijn standpunt nader toe.

Het oordeel van de Commissie (26 april 2007)

Klager heeft gemotiveerd weersproken dat Roter Glucosamine spieren en gewrichten soepel houdt en de aanmaak van kraakbeen ondersteunt. Adverteerder heeft geen wetenschappelijke bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat dit product de daaraan in de uiting toegeschreven werking heeft. Om die reden acht de Commissie de uiting misleidend.

Dat de uiting is goedgekeurd door de Keuringsraad KOAG/KAG maakt het oordeel van de Commissie niet anders. In de Bijzondere Reclame Code onder a van de Nederlandse Reclame Code is bepaald dat de Commissie rekening kàn houden met het oordeel van de KAG, maar daartoe bestaat geen verplichting. De Commissie heeft een zelfstandige beoordelingsbevoegdheid ten aanzien van de vraag of een reclame-uiting misleidend is.

De beslissing

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.


Regeling:

artikel 7 NRC

De grieven

Deze kunnen als volgt worden samengevat.

Ten onrechte heeft de Commissie de gewraakte advertentie misleidend bevonden en daartoe overwogen dat Imgroma geen wetenschappelijke bewijs heeft overgelegd betreffende de in de uiting genoemde werking van het product Roter Glucosamine.
Roter Glucosamine is geen geneesmiddel, maar een voedingssupplement dat valt onder de Warenwet. In artikel 5 van de begin 2007 van kracht geworden EU verordening met betrekking tot claims voor voedingsmiddelen (waaronder ook voedingssupplementen vallen) is bepaald dat fabrikanten dienen aan te tonen dat de toegepaste werkzame stof of combinatie van werkzame stoffen een bepaald heilzaam nutritioneel en fysiologisch effect heeft. Vervolgens dient de fabrikant aan te tonen dat het product van deze werkzame stof een voldoende hoeveelheid bevat om voornoemd effect te kunnen claimen.
De Voedsel- en Warenautoriteit neemt genoemde EU verordening over en ook de Keuringsraad KOAG/KAG toetst uitingen voor publicatie daarvan aan deze verordening. De gewraakte uiting is goedgekeurd door de KOAG/KAG.

Tijdens de behandeling van de klacht bij de Commissie zijn verschillende bewijzen geleverd van het feit dat aan de stof glucosamine werkzame eigenschappen kunnen worden toegeschreven. Ook is bewijs geleverd van het feit dat in Roter Glucosamine tabletten voldoende glucosamine is verwerkt. Imgroma verwijst in dit verband met name naar de door haar overgelegde publicatie in The Lancet van 27 januari 2001.

Het antwoord in appel

De grieven zijn gemotiveerd weersproken.

Het oordeel van het College

Het College stelt voorop dat, anders dan Imgroma veronderstelt, de “Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen” eerst vanaf 1 juli 2007 van toepassing is.

Het College deelt het oordeel van de Commissie dat de gewraakte advertentie misleidend is en overweegt daartoe het volgende.
Imgroma heeft verschillende bescheiden overgelegd betreffende de werking van glucosamine, waaronder “Achtergrondinformatie” behorende bij een “Advies ingevolge een verwijzing uit hoofde van artikel 29, lid 4 van Richtlijn 2001/83/EG voor Glucomed en aanverwante namen” van het “Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik” (CHMP). Volgens deze “Achtergrondinformatie” bevat “Glucomed en aanverwante namen, 625 mg, tablet” glucosamine en is het CHMP tot de conclusie gekomen dat “de baten/risicoverhouding voor Glucomed en aanverwante namen gunstig is voor de verlichting van symptomen van milde tot matige osteoartritis van de knie”. Echter, noch uit deze informatie noch uit de overige door Imgroma overgelegde bescheiden valt op te maken dat glucosamine de in de gewraakte reclame-uiting gebruikte eigenschappen van het soepel houden van spieren en gewrichten en van de ondersteuning van de aanmaak van kraakbeen kunnen worden toegeschreven. Dat glucosamine werkzame eigenschappen bezit, zoals Imgroma stelt, is onvoldoende. Ook anderszins heeft Imgroma de in de gewraakte reclame-uiting gebruikte eigenschappen niet althans onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken