a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2008/08.0506

Datum:

26-11-2008

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft de verpakking van de C1000 “extra gevulde bospaddenstoelensoep met can­tharellen en room”. Op de ingrediëntendeclaratie aan de achterzijde van de ver­pakking van dit product staat onder meer: “1,5% bospaddestoelen (1% cantharel, bundelzwam)”.

De klacht

Door de verpakking van de bospaddenstoelensoep wordt in woord en beeld de indruk ge­wekt dat er
meer­de­re cantharellen in de soep zitten. De soep blijkt echter, nadat deze door een zeef is ge­haald, minder dan één cantharel per verpakking te bevatten. Gelet hierop is het gebruik van de meer­voudsvorm “met cantharellen” op de verpakking in strijd met de werkelijkheid en daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 van de Neder­landse Reclame Code (NRC) nieuw.

Het verweer

De consument die precies wil weten wat de samenstelling van een levensmiddel is, zal de ingrediëntenlijst raadplegen. Dit is in overeenstemming met het uitgangspunt dat ten grondslag ligt aan het Wa­renwet­besluit Etikettering van Levensmiddelen (Besluit van 10 december 1991, Stb. 1992, 14). Uit de ingrediëntenlijst van de bospaddenstoelensoep, die in overeenstemming is met artikel 10 van genoemd besluit, blijkt dat deze soep voor 1,5% uit bos­paddenstoelen bestaat, waarvan 1% cantharellen. Op grond hiervan zal de ge­mid­delde consument begrijpen welke hoeveelheid cantharellen in de bospaddenstoe­len­soep is verwerkt. De tekst “met cantharellen en room” is niet misleidend. De inhoud van de zakken soep is afkomstig van een veel grotere hoeveelheid soep, waarin talloze cantharellen zijn verwerkt.

De mondelinge behandeling

Klager heeft zijn standpunt toegelicht.

Het oordeel van de Commissie

Adverteerder heeft onweersproken gesteld dat de verpakking van de bospadden­stoe­lensoep voldoet aan de eisen van artikel 10 van het Warenwetbesluit Etiket­te­ring van le­vensmiddelen (Besluit van 10 december 1991, Stb. 1992, 14). Dit sluit toet­sing aan de bepalin­gen van de Nederlandse Reclame Code niet uit. Deze toetsing blijft be­perkt tot het gebruik van de woorden “met cantharellen”. Klager heeft toege­licht dat hij geen bezwaar heeft tegen de op de verpakking aanwezige foto’s en verdere teksten.

Klager stelt dat de woorden “met cantharellen” misleidend zijn, omdat deze meer­vouds­vorm in strijd met de werkelijkheid suggereert dat er in de verpakking van de bos­paddenstoelensoep twee of meer cantharellen zitten. Dienaan­gaan­de is van be­lang dat, zoals uit de ingrediënten­de­cla­ratie op de verpak­king blijkt, de bospaddenstoelensoep voor 1% uit het ingrediënt “can­tharel” bestaat. Het is de Com­mis­sie niet duidelijk gewor­den of dit percentage cor­res­pondeert met één of meer cantharellen per verpakking. Voorals­nog ziet de Commissie geen aanleiding om aan te nemen dat dit gewicht nood­zake­lij­ker­wijs mee­brengt dat in de onderhavige soep slechts één cantharel per verpak­king is ver­werkt. Ook indien dat wel zo zou zijn, kan de uiting op grond van het volgen-de evenwel niet mislei­dend worden geacht.

De redelijk geïn­formeerde, om­zich­tige en op­lettende consument – die geacht wordt de ingre­diëntendeclaratie te lezen voordat hij tot de aankoop van een product besluit – zal naar het oordeel van de Commissie bij een product als bospaddenstoelen­soep in het algemeen meer belang hechten aan de vraag hoe groot het procentuele aandeel van een bepaald ingrediënt is, dan aan de vraag hoeveel exemplaren van dat in­gre­diënt zijn gebruikt. In het onderhavige geval zal de consument derhalve meer belang hechten aan het procentuele aandeel van het ingrediënt cantharel in de soep, dan aan de vraag hoe­veel cantharellen (exemplaren) in de soep zitten. Hieruit volgt dat het ge­bruik op de ver­pakking van een enkel- of meervouds­vorm met betrekking tot het ingrediënt cantharel niet van wezenlijke invloed is op de be­slis­sing van de con­sument om het product al dan niet te kopen.

Nu derhalve geen sprake is van (de moge­lijkheid van) een wezen­lijke ver­storing van het economische gedrag van de gemid­del­de consu­ment als bedoeld in arti­kel 7 NRC (nieuw), is geen sprake van misleidende c.q. oneerlijke reclame. De klacht kan derhalve niet slagen.

De beslissing


De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken