a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2007/07.0096

Datum:

16-04-2007

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft het feit dat zich een reclamefolder bevond in de cellofaanverpakking van het tijdschrift Management Team, afkomstig van VNU Business Publications B.V..

De klacht

Klager heeft een abonnement op het tijdschrift Management Team. Klager heeft de uitgever van dit blad verzocht hem geen reclamefolders bij dit tijdschrift te bezorgen. Desondanks bevond zich in de verpakking van het tijdschrift wederom een reclamefolder. Klager vindt dit in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR).

Het verweer

Management Team is een blad dat overwegend gratis wordt verspreid en dat aldus erg afhankelijk is van reclame inkomsten. Abonnees van een gratis blad verwachten dat er reclame in zit. Adverteerder kan bovendien niet per abonnee bepalen of de reclamefolder wordt bijgevoegd, net zo min als dat mogelijk is voor advertenties die in het tijdschrift zijn opgenomen.
Het bijsluiten van reclame bij een tijdschrift wordt veel toegepast.
De CBR kan worden gezien uit een uitvloeisel van de Wet Bescherming Persoonsgegevens waar volgens de Memorie van Toelichting wel reclamefolders van derden bij een tijdschrift mogen worden gevoegd omdat in dergelijke gevallen geen sprake is van direct marketing.

De folder maakt een geïntegreerd deel uit van het tijdschrift omdat het in de verpakking daarvan is ingesloten. Aldus is geen sprake van brievenbusreclame.
Adverteerder is niet de opdrachtgever als bedoeld in artikel 1 sub d en artikel 14 CBR; dat is de adverteerder van de folders. Artikel 14 CBR is hier derhalve niet van toepassing.

De repliek

De CBR is geen uitvloeisel van de Wet Bescherming Persoonsgegevens maar is zelfregulering.
Dat er een cellofaantje om het geheel zit, maakt niet dat de folder een geïntegreerd deel uitmaakt van het weekblad.
Het kan niet de bedoeling zijn van de CBR dat artikel 14 omzeild kan worden door reclamefolders van andere partijen in de verpakking te doen. Aangezien adverteerder folders toevoegt, is deze de opdrachtgever.
Het kan niet zo moeilijk zijn om de verzending in twee groepen te splitsen: één die wel en één die geen bezwaar heeft tegen bijgevoegde reclamefolders.

De dupliek

Adverteerder ziet niet wat het praktische verschil is tussen reclame in het tijdschrift en bij het tijdschrift.

De mondelinge behandeling

Mr. A.C.M. Alkema lichtte het standpunt van adverteerder nader toe.
Adverteerder achtte het niet realistisch dat in de toekomst meerdere folders bij het tijdschrift gevoegd gaan worden, omdat het niet de bedoeling van de adverteerder van de folder is dat deze samen met andere folders wordt bijgevoegd. Bovendien zal dit tot weerstand bij de consument leiden.

Het oordeel van de Commissie

De folder maakt in het onderhavige geval een geïntegreerd deel uit van het tijdschrift. De Commissie overweegt daartoe dat de folder bij een tijdschrift in een cellofaanverpakking is gevoegd. De gemiddelde consument ziet een dergelijke folder als een bij het tijdschrift behorende reclame.
Voorts overweegt de Commissie dat adverteerder aannemelijk heeft gemaakt dat er niet voor gevreesd hoeft te worden dat meerdere reclamefolders bijgevoegd zullen worden en dat aldus op deze wijze getracht zal worden de Code Ongeadresseerd Reclamedrukwerk te omzeilen.

Gelet op het vorenstaande is geen sprake van brievenbusreclame en is de CBR aldus niet van toepassing.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken