a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2013/00347

Datum:

12-08-2013

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Direct marketing (niet digitaal)

De klacht

 

Klager heeft op 9 maart 2013 van adverteerder geadresseerd reclamedrukwerk ontvangen, hoewel hij adverteerder bij brief van 21 december 2011 heeft verzocht zijn persoonsgegevens niet meer te verwerken.

Dit reclamedrukwerk is gericht aan “N.v.d.. Ploeg”.

Klager heeft zich bij brief van 21 maart 2013 rechtstreeks tot adverteerder gewend met het verzoek te onderzoeken hoe het is kunnen gebeuren dat aan klager toch weer reclame is toegestuurd. Op dit verzoek heeft adverteerder niet gereageerd.

Klager staat ingeschreven in Postfilter. Op verzoek van klager heeft Stichting Postfilter aan de Reclame Code Commissie  (hierna: de Commissie) een uitdraai toegestuurd van klagers inschrijving bij Postfilter. 

Gelet op het vorenstaande heeft adverteerder het bepaalde in de artikelen 5 lid 2, 6 lid 2 en 7 van de Code voor het gebruik van Postfilter overtreden.

 

Het verweer

 

Adverteerder heeft, kort  samengevat, het volgende verweer gevoerd.

Onderzoek verricht door KPN Zakelijke markt, van wie de uiting afkomstig is, naar de gang van zaken wees uit dat de mailinglist is ontdubbeld tegen het Postfilterbestand. De reden dat klager toch niet uit de geselecteerde groep is verwijderd, is gelegen in het feit dat de gegevens in het Postfilterbestand niet correspondeerden met die welke adverteerder gebruikte. Klager heeft zich op 10 januari 2013 als volgt ingeschreven: “voorletters: N”, “tussenvoegsels” is niet ingevuld, “achternaam: Van Der Ploeg”, in plaats van “Ploeg”. Bij de tweede inschrijving in april heeft klager de velden juist ingevuld, waardoor adverteerder hem nu kan terugvinden in het Postfilterbestand en klager geen commerciële communicatie meer zal krijgen toegestuurd.

 

De repliek en dupliek.

 

Klager en adverteerder hebben hun standpunt respectievelijk bij repliek en dupliek gehandhaafd en nader toegelicht.

 

Het oordeel van de voorzitter

 

Met betrekking tot de verschillende bezwaren heeft de voorzitter het volgende overwogen.

 

1.  Artikel 5.2 van de Code voor het gebruik van Postfilter.

De gewraakte reclame-uiting is geadresseerd aan “N.v.d.. Ploeg”. Kennelijk staat klager  aldus in adverteerders adresbestand ingeschreven.

Blijkens de informatie die de Commissie van Postfilter toegestuurd heeft gekregen, stond klager in het Post Register per 21 februari 2010  ingeschreven als “N”  “Van der Ploeg”, derhalve zonder tussenvoegsel. Klager staat pas sinds 22 maart 2013 in het Post Register ingeschreven als “N” “v/d” “Ploeg”, zodat deze inschrijving bij de beoordeling van deze klacht buiten beschouwing kan blijven. 

Nu bij het ontdubbelen van de verzendlijst de gegevens in het Post Register niet correspondeerden met de door adverteerder voor het verzenden van de onderhavige reclame-uiting gebruikte adressering, heeft dit ertoe kunnen leiden dat, toen adverteerder conform het bepaalde in artikel 5 lid 2 van deze Code het Post Register raadpleegde, klager daarbij niet werd geselecteerd als iemand die het desbetreffende reclamedrukwerk niet wenst te ontvangen. Op grond van het vorenstaande kan niet worden geoordeeld dat adverteerder het bepaalde in artikel 5 lid 2 van deze Code niet in acht heeft genomen.

 

2.  Artikel 6.2 van de Code voor het gebruik van Postfilter.

Klager heeft onweersproken gesteld dat adverteerder niet heeft gereageerd op zijn brief van 21 maart 2013. Gelet hierop heeft adverteerder niet gehandeld conform artikel 6.2 van deze Code. 

 

3.  Artikel 7 van de Code voor het gebruik van Postfilter. 

Het feit dat adverteerder (nog) niet heeft gereageerd op klagers verzoek hem geen Direct Mail meer te sturen, betekent niet dat klager niet in de gelegenheid is gesteld gebruik te maken van het recht van verzet.

Deze bepaling laat onverlet dat, conform het bepaalde in artikel 14 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Respons Advertising, indien een ontvanger schriftelijk heeft meegedeeld geen geadresseerde reclame te willen ontvangen, de opdrachtgever er voor dient te zorgen dat deze wens in ieder geval binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van dit verzoek dient te worden ingewilligd.

Nu klager na zijn brief van 21 december 2011, waarin hij adverteerder meedeelt klagers persoonsgegevens niet weer te gebruiken, is verhuisd, kan niet worden geoordeeld dat adverteerder in strijd met eerdergenoemde bepalingen reclame heeft gemaakt.

 

De beslissing van de voorzitter

 

Gelet op het hierboven onder 2 overwogene is de voorzitter van oordeel dat adverteerder het bepaalde in artikel 6.2 van de Code voor het gebruik van Postfilter, niet in acht heeft genomen.

Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken