a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Dossiernr:

2012/00966

Datum:

04-03-2013

Uitspraak:

VT vernietigd (=Afwijzing)

Product/dienst:

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Direct marketing (niet digitaal)

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een geadresseerde reclamefolder op het adres van klager onder de naam van de vorige bewoner van 12 jaar geleden.

 

De klacht

 

Klager stelt, kort samengevat, dat hij geadresseerde post van adverteerder vele malen retour heeft gestuurd met de melding: onbekend op dit adres. Tevens heeft klager meerdere brieven gestuurd met het verzoek om ermee te stoppen. Klager overlegt ter onderbouwing een brief van 8 juni 2012 gericht aan adverteerder, en post van adverteerder waarop klager het adres heeft doorgekruist en heeft geschreven “RETOUR”.

 

Het verweer

 

Adverteerder is niet bekend met de brieven en retour gezonden enveloppen van klager, maar heeft na een vorige klacht die zij van klager ontving via de Stichting Reclame Code de naam van de vorige bewoner direct op haar uitsluitingslijsten geplaatst en post aan dit adres handmatig proberen tegen te houden bij de drukker. Kennelijk is daarbij iets mis gegaan. Zowel adverteerder als haar drukker vinden het heel vervelend dat dit ondanks alle instructies en zorg toch is gebeurd.

 

Het oordeel van de voorzitter

 

 

De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

 

Klager heeft naar het oordeel van de voorzitter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij geadresseerde reclame heeft ontvangen op zijn adres, ten minste drie maanden nadat hij adverteerder kenbaar heeft gemaakt dat hij dergelijke reclame niet meer wenst te ontvangen.

 

Dit is in strijd met artikel 14 van de Code Brievenbus Reclame (CBR).

De voorzitter heeft kennis genomen van adverteerders toelichting dat zij alles in het werk heeft gesteld om dit te voorkomen.

 

De beslissing van de voorzitter

 

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 14 CBR. De voorzitter beveelt adverteerder – voor zover nodig – aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

 

 

 

 

 

Uitspraak reclame code commissie n.a.v. bezwaar tegen de bovenstaande voorzitterstoewijzing:

 

De klacht

 

Klager stelt, kort samengevat, dat hij al 12 jaar geadresseerde reclame ontvangt, die is gericht aan de vorige bewoner van dit adres. Klager heeft deze post al verschillende malen “retour afzender” gestuurd met de mededeling “onbekend op dit adres”. Tevens heeft klager verschillende brieven aan adverteerder gestuurd met het verzoek om te stoppen met het toezenden van reclame. Klager overlegt ter onderbouwing een brief van 8 juni 2012 van hem, gericht aan adverteerder, en een reclame van adverteerder, op zijn adres en op naam van de oude bewoner (ontvangen in week 37 van 2012). Op deze envelop heeft klager het adres doorgekruist en heeft hij de tekst “RETOUR” en “ONBEKEND” geschreven.

 

Het verweer

 

Het verweer luidt, samengevat en voor zover van belang voor deze beslissing, als volgt.

 

Wanneer adverteerder reclame-uitingen retour ontvangt met een vermelding op de envelop of een telefonische of schriftelijke melding dienaangaande, worden dergelijke berichten verwerkt. Adverteerder is niet bekend met de brieven en retour gezonden enveloppen van klager.

 

Naar aanleiding van de onderhavige klacht heeft adverteerder de naam van de vorige bewoner direct op haar uitsluitingslijsten geplaatst en post aan dit adres handmatig proberen tegen te houden bij de drukker. Helaas ontving klager half oktober 2012 toch nog een brief op de naam van deze bewoner.

 

Adverteerder heeft alles in het werk gesteld om aan het verzoek van klager te voldoen op het moment dat de klacht aan haar kenbaar werd gemaakt.

 

Adverteerder is van mening dat haar wijze van adverteren niet in strijd is met de Nederlandse Reclame Code of met de andere voor haar geldende codes. Adverteerder verzoekt om de klacht af te wijzen.

 

Het oordeel van de voorzitter van 27 november 2012

 

De voorzitter oordeelde dat klager voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij geadresseerde reclame heeft ontvangen op zijn adres, ten minste drie maanden nadat hij adverteerder kenbaar heeft gemaakt dat hij dergelijke reclame niet meer wenst te ontvangen.

 

Het voorgaande heeft de voorzitter strijdig geacht met artikel 14 van de Code Brievenbus Reclame (CBR).

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

 

Adverteerder stelt – samengevat – dat op geen eerder moment dan op 26 september 2012 bij haar bekend was op welke naam de klacht van Klager betrekking had.

 

Gelet op het voorgaande stelt adverteerder zich op het standpunt dat zij niet heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR en wel degelijk binnen de vastgelegde termijn aan het verzoek van klager heeft voldaan. Adverteerder verzoekt de Commissie dan ook om de klacht alsnog af te wijzen.

 

De reactie van klager d.d. 30 december 2012

 

Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe. Voor zover van belang voor deze beslissing zal de Commissie hierop in het oordeel ingaan.

 

De mondelinge behandeling

 

Adverteerder licht haar standpunt mondeling nader toe. Voor zover van belang voor deze beslissing zal de Commissie hierop in het oordeel ingaan.

 

Het oordeel van de Commissie

Naar door adverteerder in haar e-mail van 27 september 2012 onweersproken is gesteld, staat klager reeds sinds mei 2012 in het ‘recht van verzet bestand’ van adverteerder. Niet gesteld of gebleken is dat klager sindsdien van adverteerder geadresseerde reclame heeft ontvangen op zijn eigen naam.

 

Klagers bezwaren betreffen het ontvangen van post op naam van een vorige bewoner. Gelet hierop kan klager in deze zaak niet worden beschouwd als betrokkene in de zin van artikel 41 van de Wet bescherming persoonsgegevens, waarin het eerder genoemde recht van verzet is geregeld. Aldus kan dit recht in de onderhavige zaak niet door klager worden ingeroepen. Volgens dezelfde systematiek kan klager niet worden beschouwd als ontvanger in de zin van artikel 14 CBR, welk artikel derhalve evenmin van toepassing is.

 

Adverteerder heeft ter vergadering benadrukt dat zij, ook wanneer bij haar klachten worden ingediend met betrekking tot ontvangen post op een andere naam, zij deze persoon in combinatie met het betreffende adres eveneens in haar ‘recht van verzet-bestand’ opneemt. Adverteerder lichtte toe dat zij er immers geen enkel belang bij heeft wanneer een persoon op zijn adres ongewenste reclame ontvangt. Om de betreffende naam in haar bestand op te nemen, dient wel aan adverteerder bekend te worden gemaakt om welke specifieke naam het gaat. Op één adres kunnen immers verschillende personen zijn ingeschreven. Adverteerder wijst erop dat de bewuste naam niet wordt genoemd in klagers aan adverteerder verzonden brief van 8 juni 2012, die door klager aan de Commissie is overgelegd. De in de brief genoemde 4 ‘Bijlages’, waarin de betreffende naam wel zou worden genoemd, zijn niet door klager aan de Commissie overgelegd en zijn bij adverteerder, naar zij stelt, niet bekend.

 

Gelet op het voorgaande kan niet worden vastgesteld of de naam van de bewuste vorige bewoner bij adverteerder bekend was, voordat zij de door klager op 15 september 2012 bij de Commissie ingediende klacht ontving. Naar aanleiding van klagers brief van 8 juni 2012 had adverteerder kunnen opmaken dat het ging om post aan een vorige bewoner en had zij wellicht, uit het oogpunt van klantvriendelijkheid, nader kunnen onderzoeken om welke persoon het zou gaan. Een en ander kan echter niet leiden tot een ander oordeel in deze onderhavige beslissing.

 

Gelet op het voorgaande dient de beslissing van de voorzitter van 27 november 2012 te worden vernietigd en wordt de klacht alsnog afgewezen.

 

De beslissing

 

De Commissie vernietigt de beslissing van de voorzitter van 27 november 2012. Zij wijst de klacht alsnog af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken