a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Dienstverlening (privaat)

Dossiernr:

2009/00495

Datum:

08-02-2010

Uitspraak:

Gedeeltelijke vernietiging beslissing RCC

Product/dienst:

Dienstverlening (privaat)

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uitingen

 

Het betreft de volgende, aan klager geadresseerde, e-mails van adverteerder.

 

1.

Het betreft in de eerste plaats een e-mail van 18 juni 2009, met als onderwerp: “Profiteer optimaal van uw lidmaatschap”. In de e-mail staat onder meer:

“Onlangs hebt u een aankoop keuring aangevraagd. Met de koop in zicht, verdiept u zich ongetwijfeld in de financiering. Eigen Huis Hypotheekservice biedt u de mogelijkheid tot een 100% onafhankelijk hypotheekadvies. Ook kunnen wij een offerte voor u aanvragen en de hypotheek afsluiten.”

 

2.

a. Voorts betreft het een e-mail van 22 juni 2009, met als onderwerp: “Uitnodiging tevredenheidonderzoek Vereniging Eigen Huis”.

In de e-mail wordt de geadresseerde uitgenodigd om mee te doen aan een tevredenheidsonderzoek naar de dienstverlening van adverteerder. In de e-mail staat onder meer: “Vereniging Eigen Huis behartigt met haar dienstverlening de belangen van u en 700.000 andere leden. Elke dag weer doen wij hiervoor onze uiterste best. Wij zijn uiteraard zeer geïnteresseerd in hoe u onze dienstverlening ervaart. Op basis van uw  antwoorden kunnen wij daar waar mogelijk onze service aan u verder verbeteren. Graag nodigen wij u daarom uit voor een tevredenheidsonderzoek (…)”

 

b. Tot slot betreft het een e-mail van 29 juni 2009, met als onderwerp: “Herinnering tevredenheidsonderzoek Vereniging Eigen Huis”, waarin de geadresseerde wordt herinnerd aan de uitnodiging uit voornoemde e-mail van 22 juni.

 

De klacht

 

Klager heeft adverteerder geen toestemming gegeven om hem e-mails te sturen. Bij het aangaan van het lidmaatschap bij adverteerder, heeft klager de ‘optie nieuwsbrief’ leeg gelaten. Klager heeft hierover verschillende malen bij adverteerder geklaagd en hierop een telefonische reactie gekregen. Adverteerder heeft aangeboden om het e-mailadres niet meer bij de gegevens van klager te vermelden. Nadien heeft klager toch nog een e-mail van adverteerder gekregen.

 

Gelet op het voorgaande zijn de reclame-uitingen in strijd met de artikelen 1 en 4 van de Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail).

 

In de e-mails van 22 en 29 juni 2009 wordt geen mogelijkheid geboden om je af te melden, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 5 van de Code e-mail.

 

Het verweer

 

Adverteerder voert met betrekking tot de genoemde uitingen het volgende verweer.

 

Ad 1.

Met betrekking tot de e-mail van donderdag 18 juni 2009, stelt adverteerder zich in de eerste plaats op het standpunt dat geen sprake is van reclame per e-mail in de zin van de Code e-mail, nu deze uiting uitsluitend wordt gestuurd naar de leden van adverteerder.

 

Voor zover de uiting wel als reclame wordt beschouwd, deelt adverteerder mee dat op de website, op de pagina waarop men gegevens kan invullen met betrekking tot het aangaan van een lidmaatschap, een link staat naar een ‘privacyverklaring’. In die verklaring staat met welk doel adverteerder persoonsgegevens verzamelt. Tevens staat hierin dat het mogelijk is om per brief aan adverteerder mee te delen dat men geen informatie over producten en diensten van adverteerder wenst te ontvangen. Voorts bevat de onderhavige uiting de mogelijkheid om zich, door middel van een hyperlink, af te melden. Op het moment dat men lid wordt en het e-mailadres opgeeft, weet men derhalve waarvoor het wordt gebruikt. Adverteerder is van mening dat men, indien men het e-mailadres heeft ingevuld, toestemming heeft gegeven voor het in het privacy-reglement aangeduide gebruik van de gegevens en dat zij heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 4.1 van de Code e-mail.

Voorts is het e-mailadres verkregen in het kader van het leveren van een dienst (artikel 4.2 sub a Code e-mail) en wordt aan de bezoeker bij het verstrekken van het e-mailadres de mogelijkheid tot verzet geboden als bedoeld in artikel 5 van de Code e-mail (artikel 4.2 sub c Code e-mail). Aldus is niet gehandeld in strijd met artikel 4.2 van de Code e-mail.

Adverteerder heeft voldaan aan de wens van klager om geen e-mails meer te ontvangen.

 

Ad 2a en b.

Met betrekking tot de e-mails van 22 en 29 juni 2009 stelt adverteerder zich op het standpunt dat geen sprake is van reclame, aangezien geen goederen, diensten of denkbeelden in het openbaar worden aangeprezen.

 

De repliek

 

Klager blijft bij zijn standpunt en licht dit nader toe. Onder meer stelt klager dat hij niet is gewezen op het privacyreglement.

 

De mondelinge behandeling

 

Mr. Alers voornoemd licht het standpunt van adverteerder nader toe.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Adverteerder heeft, met betrekking tot zowel de uiting onder 1 als de uitingen onder 2, gesteld dat geen sprake is van reclame in de zin van de Code e-mail. De Commissie volgt adverteerder hierin niet en heeft hiertoe, met betrekking tot de verschillende uitingen, het volgende overwogen.

 

Uiting onder 1

Deze e-mail bevat een aanprijzing van de Eigen Huis Hypotheekservice, een door adverteerder aangeboden dienst, hetgeen als reclame wordt beschouwd in de zin van artikel 1.2, onderdeel a. van de Code e-mail. Dat de e-mail uitsluitend wordt gestuurd naar de (700.000) leden van adverteerder, wil niet zeggen dat aanprijzing niet openbaar is.

 

Uiting onder 2

In deze e-mails wordt van de ontvanger een dienst gevraagd, zoals bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a. van de Code e-mail. Voorts is, gelet op de inhoud van de e-mails, sprake van een aanprijzend karakter met betrekking tot de dienstverlening van adverteerder.

 

Gelet op het voorgaande moeten alle gewraakte e-mails worden beschouwd als reclame via e-mail in de zin van de Code e-mail.

 

Klager heeft gesteld dat de e-mails in strijd zijn met de artikelen 1 en 4 van de Code e-mail, omdat hij adverteerder geen toestemming heeft gegeven voor het hem toezenden van reclame. Voor zover de afzonderlijke onderdelen van deze artikelen in dit kader van toepassing zijn, oordeelt de Commissie hieromtrent als volgt.

 

Artikel 1.3 Code e-mail

Op grond van dit artikel dient de adverteerder zich ervan te vergewissen dat de geadresseerde van reclame via e-mail daarvoor toestemming heeft gegeven, dan wel dat hij als klant van de adverteerder reeds een gelijkaardig product heeft besteld. Adverteerder heeft zich in dit kader beroepen op een link op de website naar een ‘privacyverklaring’. Tegenover de betwisting hiervan door klager, is echter niet gebleken dat bij het invullen van het e-mailadres ook daadwerkelijk naar deze privacyverklaring wordt verwezen of dat de bezoeker wordt gewezen op het feit dat in deze verklaring staat met welk doel deze gegevens worden verzameld. Om die reden kan, naar het oordeel van de Commissie, niet worden gezegd dat klager toestemming heeft gegeven om hem reclame via e-mail te zenden. Nu voorts niet is gebleken dat klager reeds een ‘gelijkaardig product heeft besteld’ als bedoeld in artikel 1.3 van de Code e-mail, is niet voldaan aan het bepaalde in dit artikel.

 

Artikelen 4.1, 4.2 en 4.5 Code e-mail

Omdat, zoals hiervoor reeds is overwogen, niet is gebleken dat op de website duidelijk wordt verwezen naar het door adverteerder overgelegde privacyreglement, is de Commissie van oordeel dat niet is voldaan aan artikel 4.1 Code e-mail, waarin immers is bepaald dat bij het verzamelen van e-mail adressen op de website van adverteerder, op het ogenblik dat een bezoeker zijn e-mailadres achterlaat, deze duidelijk geïnformeerd dient te worden waarvoor zijn e-mailadres zal worden gebruikt.

 

Artikel 4.2 Code e-mail, eerste volzin, bepaalt dat een bezoeker vooraf, door middel van een actieve handeling dient te kunnen aangeven of hij reclame via e-mail wil ontvangen, tenzij voldaan is aan de onder a, b en c van artikel 4.2 Code e-mail genoemde voorwaarden. Adverteerder heeft niet gesteld dat een bezoeker van zijn website door middel van een actieve handeling kan aangeven of hij reclame wil ontvangen. Wel heeft adverteerder zich, met betrekking tot de e-mail van 18 juni 2009 (ad 1) erop beroepen dat aan de voorwaarden zoals genoemd onder a en c van dit artikel is voldaan. Nu adverteerder zich er echter niet op heeft beroepen dat ook aan de voorwaarde onder b is voldaan, en nu dat evenmin blijkt uit het dossier, kan daar niet van worden uitgegaan. Om artikel 4.2 eerste volzin van de Code e-mail buiten toepassing te laten, dient aan alle genoemde voorwaarden onder a, b en c te zijn voldaan. Nu dit niet is gebleken, acht de Commissie de e-mails tevens in strijd met dit artikel.

 

Gelet op het feit dat klager voorafgaand aan het gebruik van zijn e-mail adres geen toestemming heeft gegeven als bedoeld in artikel 4.5 Code e-mail, zijn de uitingen tevens in strijd met deze bepaling.

 

Artikel 5.2

Klager heeft onweersproken gesteld dat de e-mails van 22 en 29 juni 2009 (ad 2) geen mogelijkheid bevatten om zich af te melden. Nu dit evenmin blijkt uit de stukken zijn deze e-mails in strijd met artikel 5.2 van de Code e-mail.

 

De beslissing

 

Gelet op het voorgaande zijn de uiting, zoals genoemd onder 1 en 2 in strijd met de artikelen 1.3, 4.1, 4.2 en 4.5 van de Code e-mail en zijn de uitingen, zoals genoemd onder 2 voorts in strijd met artikel 5.2 van de Code e-mail. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

College van Beroep:

De grieven

           

Deze kunnen als volgt worden samengevat. 

 

I.

Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat de e-mail waarin de aandacht wordt gevestigd op de dienstverlening van Eigen Huis Hypotheekservice (hierna: uiting 1) in strijd is met artikel 1.3 van de Code Verspreiding Reclame via e-mail (Code e-mail).

Aan de linkerzijde van het aanmeldscherm dat geïntimeerde heeft ingevuld toen hij lid werd van VEH is onder het kopje “Uw privacy” een link opgenomen naar de privacyverklaring van VEH. Blijkens die privacyverklaring kunnen de gegevens van een lid van VEH worden gebruikt voor informatie per e-mail over gelijksoortige producten en diensten. Ook wordt de mogelijkheid genoemd om geen informatie over producten en diensten te ontvangen.

Via het aanmeldscherm kan het nieuwe lid ook door middel van een vinkje aangeven of hij per e-mail een nieuwsbrief wenst te ontvangen. De in deze zaak gewraakte e-mails (te weten de hiervoor genoemde uiting 1 en de hierna als uiting 2 aan te duiden e-mails betreffende een tevredenheidsonderzoek) zijn niet aan te merken als een dergelijke nieuwsbrief.

 

II.

Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat uiting 1 in strijd is met artikel 4.1 Code e-mail.

Aangezien VEH het nieuwe lid bij aanmelding te kennen heeft gegeven waarvoor zijn gegevens zouden worden gebruikt, is voldaan aan artikel 4.1. Code e-mail.

 

III.

Met betrekking tot (onder meer) uiting 1 heeft de Commissie overwogen dat er niet van uit kan worden gegaan dat voldaan is aan voorwaarde b onder 4.2 Code e-mail.

Naar de mening van VEH is wel degelijk voldaan aan de drie voorwaarden a, b en c zoals genoemd in artikel 4.2 Code e-mail. VEH licht dit in het beroepschrift toe.

 

IV.

Ten onrechte heeft de Commissie (onder meer) uiting 1 in strijd met artikel 4.5 Code e-mail bevonden.

Aangezien VEH heeft voldaan aan alle in artikel 4.5 bedoelde artikelen, is artikel 4.5 Code e-mail niet overtreden.   

 

V.

Ten onrechte heeft de Commissie de e-mails van 22 en 29 juni 2009 betreffende een “tevredenheidsonderzoek Vereniging Eigen Huis” (hierna: uiting 2) als reclame aangemerkt.

VEH voert hiertoe onder meer het volgende aan.

De e-mails zijn er niet op gericht om de ontvanger om een dienst te verzoeken, maar worden uitsluitend toegezonden om onderzoeksredenen. De e-mails hebben geen enkel aanprijzend karakter en zijn uitsluitend bedoeld om op basis van anonieme gegevens tot verbetering van de kwaliteit van VEH te komen.

Zoals blijkt uit de bij het beroepschrift overgelegde notitie “Het juridische verschil tussen onderzoek/statistiek en marketing” van mr. A.J.J.T. Singewald dient het verwerken van persoonsgegevens voor onderzoeks- of statistische doeleinden te worden onderscheiden van het verwerken van persoonsgegevens voor marketingdoeleinden. Een dergelijk onderscheid is ook gemaakt bij de parlementaire behandeling van de Telecommunicatiewet en op de reikwijdte van deze wet is de Code e-mail gebaseerd.

 

Aangezien er geen sprake is van reclame, is de Code e-mail niet van toepassing op  uiting 2 en heeft de Commissie deze uiting ten onrechte in strijd geacht met de artikelen 1.3, 4.1, 4.2, 4.5 en 5.2 Code e-mail.        

 

Het antwoord in appel 

 

De grieven zijn gemotiveerd weersproken.

 

De mondelinge behandeling

 

Het standpunt van VEH is nader toegelicht.

Mr. Singewald wijst er onder meer op dat het begrip “het vragen van diensten”  betrekking heeft op thuiswerk. 

        

Het oordeel van het College

 

1.

Ten aanzien van de verschillende grieven overweegt het College het volgende.

 

2.

Artikel 1.3 Code e-mail is opgenomen onder het kopje “1. Algemene bepalingen” en luidt:

“De adverteerder dient zich ervan te vergewissen dat de geadresseerde van reclame via e-mail daarvoor toestemming heeft gegeven, dan wel als klant van de adverteerder reeds een gelijkaardig product heeft besteld”.

 

2.1 Uit deze bepaling volgt dat indien de klant van de adverteerder reeds eerder bij de adverteerder een gelijkaardig product heeft besteld, de adverteerder er zich niet meer – actief – van behoeft te vergewissen dat de geadresseerde toestemming heeft gegeven voor toezending van reclame via e-mail.

In de gewraakte e-mail van 18 juni 2009 is geïntimeerde onder meer het volgende voorgelegd:

 

“Onlangs hebt u een aankoop keuring aangevraagd. Met de koop in zicht, verdiept u zich ongetwijfeld in de financiering. Eigen Huis Hypotheekservice biedt u de mogelijkheid tot een 100% onafhankelijk hypotheekadvies. Ook kunnen wij een offerte voor u aanvragen en de hypotheek afsluiten”. 

 

2.2 Het e-mailadres van geïntimeerde is verkregen in het kader van zijn aanmelding als lid van VEH, waarna hij tevens een aankoopkeuring door VEH van een woning heeft aangevraagd. Naar het oordeel van het College betreft de vervolgens door VEH verzonden e-mail van 18 juni 2009, waarin de hiervoor aangehaalde tekst staat, een gelijkaardig product als bedoeld in artikel 1.3 Code

e-mail, nu een aankoopkeuring en hypotheekadvies beide samenhangen met de aanschaf van een woning.

 

2.3 Grief I is derhalve terecht voorgedragen.

 

3.         

Het College behandelt thans eerst grief III.

Artikel 4.2 Code e-mail is opgenomen onder het hoofdstuk “Verzamelen van e-mailadressen” en luidt, voor zover hier van belang, als volgt:

“De bezoeker dient vooraf, door middel van een actieve handeling, te kunnen aangeven of hij reclame via e-mail wenst te ontvangen.

De eerste volzin is niet van toepassing indien:

a.    het e-mailadres wordt verkregen in het kader van het leveren van producten, diensten en/of het doen van donaties;

b.    het e-mailadres door de adverteerder wordt gebruikt voor communicatie voor eigen commerciële, ideële of charitatieve doeleinden met betrekking tot vergelijkbare producten, diensten of verzoeken tot donaties;

c.    de bezoeker bij het verstrekken van zijn e-mailadres de in artikel 5 lid 1 omschreven mogelijkheid tot het doen van verzet is geboden”. 

 

3.1  Ook hier is de hoofdregel dat de bezoeker van een website vooraf, door middel van een actieve handeling, dient te kunnen aangeven of hij reclame via e-mail wenst te ontvangen, tenzij aan de onder a-c genoemde voorwaarden is voldaan. Naar het oordeel van het College dient deze bepaling, gelet op het bepaalde in artikel 11.7 lid 3 van de Telecommunicatiewet, zo te worden verstaan dat cumulatief moet worden voldaan aan de in artikel 4.2 onder a, b en c genoemde voorwaarden.

 

3.2      Het College is van oordeel dat aan voorwaarde onder a is voldaan omdat

het e-mailadres van geïntimeerde is verkregen in het kader van zijn aanmelding als lid van VEH en daarmee in het kader van het leveren van producten en/of diensten, van VEH.

 

3.3      Naar het oordeel van het College is ook aan de voorwaarde onder b 

voldaan nu het e-mailadres door VEH is gebruikt voor een eigen commercieel doeleind met betrekking tot vergelijkbare producten en/of diensten, zoals hiervoor onder 5.2.2 is geoordeeld.

 

3.4      Aan de voorwaarde onder c is echter volgens het College niet voldaan.

Artikel 4.2 onder c verwijst naar de in artikel 5.1 Code e-mail omschreven mogelijkheid tot het doen van verzet.     

VEH heeft zich beroepen op een link op het door nieuwe leden in te vullen aanmeldscherm, welke link leidt naar de “Privacyverklaring” van VEH. In hoger beroep heeft geïntimeerde, anders dan in eerste aanleg, erkend dat deze link aanwezig is, maar geïntimeerde heeft erop gewezen dat in de tekst betreffende het lidmaatschap niet wordt gewezen op de link en dat in deze tekst ook niet staat dat men door het invullen van het aanmeldscherm akkoord gaat met de privacyregeling.

 

3.5 In het bij het beroepschrift als bijlage 1 overgelegde aanmeldscherm met de aanhef “Lid worden” is links onder (een ander kopje) “lid worden” een link “Uw privacy” opgenomen en na het aanklikken hiervan is in de “Privacyverklaring” te lezen dat VEH de persoonsgegevens van haar leden onder meer gebruikt om leden op de hoogte te houden van (nieuwe) producten en diensten. Ook wordt leden in de privacyverklaring gewezen op de mogelijkheid om hun persoonsgegevens te laten blokkeren, indien men geen prijs stelt op informatie over nieuwe producten en diensten, en wel door een brief te sturen aan VEH. Aldus wordt bij de aanmelding als lid echter niet uitdrukkelijk gewezen op de mogelijkheid van verzet tegen toezending van reclame via e-mail.

 

3.6  Gelet op het bovenstaande deelt het College het oordeel van de Commissie dat artikel 4.2 Code e-mail is overtreden en is grief III ongegrond.  

 

4.

Met betrekking tot grief II overweegt het College het volgende.

 

In het aanmeldscherm staat onder het kopje “Lid worden”:

“JA, ik word lid van de Vereniging Eigen Huis tot 1 mei 2010 voor slechts € 20,10”, waarna men, teneinde zich aan te melden als lid, diverse “gegevens” dient in te vullen, waaronder -verplicht- een e-mailadres.

Links van deze aanmeldingsmogelijkheid staat onder het kopje “lid worden” onder meer de link “Uw privacy”.

Uit de link “Uw privacy”, inhoudende een “Privacyverklaring”, blijkt vervolgens dat VEH persoonsgegevens van haar leden vastlegt en dat VEH deze gegevens onder meer gebruikt om leden op de hoogte te houden van (nieuwe) producten en diensten. 

Door deze informatie is naar het oordeel van het College voldoende duidelijk waarvoor VEH gegevens van haar leden, daaronder begrepen e-mailadressen, gebruikt en is voldaan aan het bepaalde in artikel 4.1 Code e-mail, te weten:

“Bij verzamelen van e-mailadressen op de website van adverteerder dient op het ogenblik dat een bezoeker zijn e-mailadres achterlaat op de website, deze duidelijk geïnformeerd te worden waarvoor zijn e-mailadres zal worden gebruikt”.

 

Derhalve is grief II gegrond. 

 

5.

Met betrekking tot grief IV overweegt het College het volgende.

 

Nu zoals hiervoor is overwogen niet is voldaan aan het bepaalde in de artikelen 4.1 en 4.2 Code e-mail, is artikel 4.5 Code e-mail overtreden. 

Derhalve is grief IV ongegrond.

 

6.

Met betrekking tot grief V overweegt het College het volgende.

 

Naar het oordeel van het College kunnen de e-mails van 22 en 29 juni 2009, waarin geïntimeerde wordt uitgenodigd om deel te nemen aan een zogenaamd tevredenheidsonderzoek naar de wijze waarop de geadresseerde de dienstverlening van VEH ervaart, niet worden aangemerkt als reclame via e-mail als bedoeld in artikel 1.2 onder a Code e-mail gelet op de samenhang tussen deze e-mails en het lidmaatschap van VEH.

 

Grief V is derhalve gegrond.

 

7. 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

 

Het College:

–       bevestigt de beslissing van de Commissie, voor zover de Commissie uiting 1 in strijd met de artikelen 1.3, 4.2 en 4.5    Code e-mail heeft bevonden;

–       vernietigt de beslissing van de Commissie voor zover de Commissie uiting 1 in strijd met artikelen 1.3 en 4.1 Code e-mail heeft bevonden alsmede voor zover de Commissie uiting 2 in strijd met de Code e-mail heeft bevonden.

 

                                  

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken