a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Nutsvoorzieningen

Status:

Dossiernr:

2017/00824

Datum:

29-01-2018

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Nutsvoorzieningen

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De klacht

Deze wordt als volgt weergegeven en gerubriceerd.
1)  Klager stelt dat afzender hem bij de verkrijging van zijn elektronische contactgegevens als klant geen toestemming heeft gevraagd voor het gebruik van die gegevens voor wervingsdoeleinden en hem evenmin gelegenheid heeft geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze hiertegen verzet aan te tekenen. Dit is in strijd met artikel 1.3.a Code reclame via e-mail 2012 (Code e-mail) en tevens in strijd met artikel 11.7 lid 3 Telecommunicatiewet.

2)  Klager maakt tevens bezwaar tegen het feit dat hij sinds 7 augustus 2017 herhaaldelijk reclame via e-mail van afzender heeft ontvangen, hoewel hij op 6 juli 2017 had meegedeeld dat hij niet meer op deze wijze door haar benaderd wil worden. Klager stelt dat hij daarmee het recht van verzet als bedoeld in artikel 41 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft uitgeoefend en dat het toezenden van verdere reclame via e-mail in strijd is met artikel 5 Code e-mail. Tevens zijn de uitingen door het voorgaande niet in overeenstemming met de wet, te weten artikel 11.7 Telecommunicatiewet en artikel 41 lid 2 Wbp.

3)  Verder stelt klager dat de uitingen misleidend zijn omdat het verzenden daarvan in strijd is met hetgeen in de algemene voorwaarden van afzender staat en met de inhoud van de Gedragscode Consument en Energieleverancier 2015, waardoor is gehandeld in strijd met artikel 8.3 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

De reactie van afzender

Deze wordt als volgt weergegeven.
Het is juist dat klager zich op 6 juli 2017 heeft uitgeschreven voor de nieuwsbrief van afzender. In dit geval is er iets misgegaan bij het registeren van afmeldingen voor de nieuwsbrief, waardoor de afmelding van klager niet is verwerkt. Afzender betreurt dit. Inmiddels is het probleem verholpen en werkt de afmelding weer naar behoren. Ook afmeldingen van andere klanten tijdens deze periode zijn inmiddels geverifieerd en doorgevoerd. Klanten die zich aanmelden via Gaslicht.com ontvangen na de contractbevestiging een welkomstmail. In deze welkomstboodschap wordt de klant de mogelijkheid geboden zijn e-mail instellingen te wijzingen via mijn E.ON en zich af- en aan te melden voor verschillende soorten e-mails van afzender. Afzender herziet momenteel haar processen en zal in verband daarmee de welkomstmail aanpassen waardoor de klant nadrukkelijker op zijn recht van verzet (een ‘opt-out’) wordt gewezen. Afzender benadrukt daarbij dat een dergelijke e-mail ook zal worden gestuurd op het moment van verkrijging van de klantgegevens via derden, vóór het gebruik van deze gegevens voor het versturen van nieuwsbrieven en commerciële e-mails. Afzender verwacht dat de nieuwe welkomstmail in het eerste kwartaal van 2018 wordt ingevoerd. Na excuses en in overleg met klager heeft afzender het contract van partijen beëindigd waardoor klager inmiddels geen klant meer is van afzender. Afzender verzoekt met het voorgaande en haar bereidheid tot het nemen van passende maatregelen rekening te houden door een aanbeveling achterwege te laten.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Klager stelt dat afzender hem bij de verkrijging van zijn elektronische contactgegevens als klant geen gelegenheid heeft geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het commerciële gebruik van die gegevens. Afzender heeft daarop meegedeeld dat een klant na aanmelding een e-mail krijgt waarin hem de mogelijkheid wordt geboden zijn e-mail instellingen te wijzigen via ‘mijn E.ON’ en zich af- en aan te melden voor verschillende soorten e-mails. Het is de voorzitter niet duidelijk geworden of afzender daarmee bedoelt te stellen dat bij het verkrijgen van de elektronische contactgegevens van de klant duidelijk en uitdrukkelijk de gelegenheid wordt geboden om kosteloos en op gemakkelijke wijze verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die contactgegevens, zoals vereist op grond van artikel 1.3.a Code e-mail, mede gelet op artikel 11.7 lid 3 Telecommunicatiewet waarmee deze bepaling in onderlinge samenhang dient te worden uitgelegd. Nu afzender evenwel tevens meedeelt dat zij bij een wijziging van haar ‘processen’ de welkomstmail zal aanpassen door de klant nadrukkelijker op zijn recht van verzet te wijzen, oordeelt de voorzitter dat afzender onvoldoende heeft weersproken dat zij bij de verkrijging van de elektronische contactgegevens van klager hem onvoldoende gelegenheid heeft geboden om zich kosteloos en op gemakkelijke wijze af te melden voor reclame via e-mail. Hierdoor heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. Daarbij merkt de voorzitter op dat afzender heeft meegedeeld dat zij verwacht dat de nieuwe welkomstmail “in het eerste kwartaal van 2018 wordt ingevoerd”. Afzender dient echter onmiddellijk de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen om te voldoen aan de Code e-mail en Telecommunicatiewet.

2)  Klager heeft op 6 juli 2017 aan afzender meegedeeld dat hij niet meer per e-mail door haar benaderd wil worden, waarmee hij het recht van verzet heeft uitgeoefend als bedoeld in artikel 5.1 Code e-mail. Niet in geschil is dat afzender hem desondanks herhaaldelijk reclame via e-mail heeft toegezonden, zodat zij niet onverwijld gevolg heeft gegeven aan de door klager geuite wens om geen reclame via e-mail te ontvangen. Klager stelt terecht dat afzender daardoor in strijd met genoemd artikel heeft gehandeld. Voor zover klager in dit kader tevens naar wetsartikelen verwijst, komt aan die verwijzing verder geen bijzonder belang toe. Het gaat om bepalingen die een soortgelijke regeling bevatten als de Code e-mail, zodat kan worden volstaan met te toetsen aan deze bijzondere reclamecode.

3)  Voor zover klager stelt dat sprake is van misleidende reclame omdat hij in strijd met de door hem geuite wens reclame via e-mail heeft ontvangen, kan de voorzitter deze stelling niet plaatsen. Ook dit gedeelte van de klacht ziet immers op het door klager tegen zijn wil ontvangen van reclame via e-mail en niet op de vraag of klager is misleid door een specifieke mededeling in een bepaalde reclame-uiting. In zoverre wordt de klacht afgewezen.

4)  Ten aanzien van hetgeen onder 2) is vermeld, overweegt de voorzitter dat afzender voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat klager niet opnieuw reclame via e-mail zal ontvangen. In zoverre zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten. Ten aanzien van hetgeen onder 1) is vermeld zal echter, gelet op hetgeen aan het slot is vermeld, een aanbeveling voor zover nodig worden gedaan.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 1) is vermeld heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. De voorzitter beveelt afzender, voor zover nodig, aan om niet meer in strijd met dit artikel te handelen.
Op grond van hetgeen onder 2) is vermeld heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 5.1 Code e-mail.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken