a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2009/00923-I

Datum:

31-03-2010

Uitspraak:

Aanbeveling (Gedeeltelijk)

Product/dienst:

Overige

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale marketing communicatie

 

De procedure

Klager heeft op 8 december 2009 door middel van het online klachtenformulier bezwaar gemaakt tegen de hierna te noemen reclame-uiting van adverteerder. Bij brief van 11 december 2009 heeft klager zijn klacht nader toegelicht.

 

Essent heeft bij brief van 30 december 2009 tegen de klacht verweer gevoerd.

 

Klager heeft gerepliceerd bij brief van 8 januari 2010.

 

Essent heeft gedupliceerd bij brief van 20 januari 2010.

 

Naar aanleiding van het in repliek en dupliek door partijen gestelde, heeft de Commissie besloten om CALL bij de onderhavige procedure te betrekken. Bij brief van 26 januari 2010 heeft de Commissie CALL in de gelegenheid gesteld om te reageren op de klacht.

 

Bij brief van 5 februari 2010 heeft CALL verweer gevoerd.

 

De Reclame Code Commissie (hierna: de Commissie) heeft de klacht behandeld in haar vergadering van 2 maart 2010.

Klager was ter vergadering aanwezig om zijn standpunt nader toe te lichten. Adverteerders zijn niet ter vergadering verschenen.

 

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een e-mail, gericht aan klager, waarin als afzender in de adresregel

“Nationale Enquete.nl (info@nationaleenquete.nl)” wordt genoemd.

 

De kop van de e-mail luidt:

 

“Doe mee met de Svenergy mini-enquête!

Maak kans op superprijzen!”

 

Daaronder worden verschillende prijzen genoemd.

 

Onder de genoemde prijzen staat de tekst:

“Beste Jan,

Word Svenfan en win!

Doe mee met de Svenergy mini-enquete en maak kans op superprijzen:

(…)”

 

In de e-mail staan twee links waarmee men wordt doorverwezen naar de genoemde ‘mini-enquête’

 

De klacht

 

Samengevat stelt klager zich op het volgende standpunt.

 

De eerste drie vragen van de bewuste mini-enquête  gaan over Sven Kramer en schaatsen in het algemeen.

In de vierde vraag wordt bij de deelnemer geïnformeerd naar zijn huidige energieleverancier.

De vijfde vraag luidt: “Wilt u gratis Svenfan worden en telefonisch meer informatie ontvangen over Essent?” Onder deze vraag staat: “Als Svenfan blijft u automatisch per e-mail op de hoogte van de prestaties van onze Sven Kramer.” Onder het in te vullen antwoord (ja of nee) staat: “Als u ‘nee’ invult, dan kunnen wij u geen aanbieding doen en maakt u geen kans meer op die geweldige prijzen!”

Indien ‘nee’ wordt ingevuld, krijgt men het bericht: “Dank voor uw deelname. Helaas kunnen wij u geen passend voorstel aanbieden.”

 

Klager is van mening dat sprake is van het toesturen van ongevraagde en ongewenste e-mail. Voorts blijkt niet uit de e-mail wie de afzender of de adverteerder is. Klager is van mening dat sprake is van misleiding. De naam Essent wordt tot aan de laatste vraag van de enquête niet genoemd. Tot slot stelt klager dat een beloofde kans hem bij nader inzien wordt onthouden.

 

Verweer Essent

 

De Commissie vat het verweer van Essent als volgt samen.

 

Essent stelt dat klager in de database van ‘Nationale Enquête’ is opgenomen, toen hij op 22 juli 2009 aan een IQ-test heeft deelgenomen. Klager heeft daarbij zijn persoonsgegevens verstrekt en toestemming gegeven aan Nationale Enquête om zijn gegevens te gebruiken voor het versturen van e-mails. Nu Essent geen eigenaar is van de database waarin het e-mailadres van klager is opgenomen, stelt Essent zich op het standpunt dat zij niet verantwoordelijk is voor de gewraakte e-mail.

 

Voorts stelt Essent dat, gelet op de ‘look and feel’ van de e-mail, het feit dat de ‘Essent ISU World Cup’ wordt genoemd en het gebruikte begrip ‘Svenergy’, duidelijk is dat het reclame van Essent betreft. Tevens blijkt dit, naar Essent stelt, uit de ‘Svenergy’-website en uit de actievoorwaarden.

 

Tot slot voert Essent aan dat het onderdeel van de actie was, dat men slechts kans maakte op de prijzen als men open zou staan voor telefonische benadering door Essent, in combinatie met een ‘Svenfan-aanmelding’. Essent is van mening dat klager geen winkans werd ontnomen, maar dat hij niet wilde instemmen met de spelregels.

 

De re- en dupliek

 

Klager en Essent blijven bij hun standpunt en lichten dit nader toe. Onder meer komt vast te staan dat de website nationaleenquete.nl, de zichtbare afzender van de e-mail, in beheer is van CALL. Op het overige door partijen gestelde wordt, voor zover van belang voor de beslissing, in het oordeel ingegaan.

 

Verweer CALL

 

Samengevat voert CALL het volgende verweer.

 

CALL stelt dat klager zich, na afronding van de genoemde IQ-test op de website www.werksite.nl geregistreerd heeft voor het platform Nationale Enquete.nl. Klager is bij deze registratie door middel van een dubbele opt-in procedure akkoord gegaan met de bijbehorende privacyverklaring. Gelet op het voorgaande is CALL van mening dat zij zich bij het verzenden van de betreffende e-mail aan de geldende wet- en regelgeving heeft gehouden.

 

De mondelinge behandeling

 

Klager licht zijn standpunt mondeling nader toe. Voor zover van belang voor de beslissing wordt hierop in het oordeel teruggekomen.

 

Het oordeel van de Commissie  

 

Vast is komen te staan dat de e-mail afkomstig is van CALL. Essent stelt dat zij daarom niet verantwoordelijk kan worden geacht voor de gewraakte reclame-uiting. Reeds gelet op het feit echter dat de e-mail, naar Essent zelf stelt, reclame van Essent bevat, gaat dit verweer niet op. De Commissie acht derhalve naast CALL, Essent mede verantwoordelijk voor de gewraakte e-mail.

 

Klager is van mening dat de reclame-uiting op verschillende punten misleidend is. Ter vergadering heeft klager, ter toelichting op zijn klacht, gesteld dat hij de uiting in strijd acht met de artikelen 1.3, 2.1 en 2.2 van de Code verspreiding reclame via e-mail (Code e-mail).De Commissie oordeelt omtrent het door klager gestelde als volgt.

 

Artikel 1.3 Code e-mail: toestemming klager reclame via e-mail

Tegenover klagers stelling dat hem ongewenst en ongevraagd e-mail is toegezonden, hebben adverteerders aangevoerd dat klager zijn gegevens heeft verstrekt bij zijn deelname aan een IQ-test op een website, die, naar is komen vast te staan, in het beheer is bij CALL. Voorts stellen adverteerders dat klager hierbij toestemming heeft gegeven om hem reclame te zenden per e-mail.

Klager heeft bevestigd dat hij aan de bewuste IQ-test heeft deelgenomen en dat hij hierbij zijn e-mailadres heeft opgegeven. Essent heeft bij haar dupliek onder meer een printscreen van de website gevoegd, waarvan zij stelt dat klager hierop na deelname aan de IQ-test zijn gegevens heeft ingevoerd. Op deze webpagina staat, onder de kaders waarin de gegevens kunnen worden ingevuld, een aan te vinken hokje met daarnaast de tekst: “Ik ga akkoord met de privacyverklaring (…)”

De tekst van de genoemde privacyverklaring heeft Essent eveneens bij haar dupliek gevoegd. Onder meer staat in deze verklaring het volgende:

 

“(…)

Wanneer u een beroepskeuze- studiekeuze- of iq-test op onze site heeft gedaan, dan leggen wij de door u ingevulde persoongegevens vast.

(…)

Daarnaast legt CALL gegevens vast om haar dienstverlening te verbeteren en om klanten, prospects en bezoekers te informeren over nieuwe online en offline activiteiten, producten en diensten van CALL en andere zorgvuldig geselecteerde adverteerders. Wij zijn onder meer uitgever van de websites: Werksite.nl, Vakbaan.nl,, 123studie.nl, Nationale Enquete.nl, DirectTest.nl.

(…)

Indien u instemt met deze privacyverklaring dan geeft u ons toestemming voor het toesturen van eigen commerciële aanbiedingen uit naam van de hierboven genoemde websites, of van door ons zorgvuldig geselecteerde partners, waaronder listbrokers en hieraan verbonden adverteerders.

(…)”

 

CALL verwijst in haar verweer eveneens naar de tekst in deze privacyverklaring.

 

Ter vergadering heeft klager, na een vraag van de Commissie, meegedeeld dat het mogelijk is dat hij na het invullen van zijn gegevens het hokje met de privacyverklaring heeft aangevinkt.

 

Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de Commissie voldoende door adverteerders aannemelijk gemaakt dat klager door middel van een actieve handeling toestemming heeft gegeven om hem reclame via e-mail toe te sturen.

 

Op dit punt treft de klacht derhalve geen doel.

 

Artikel 2.1 Code e-mail: herkenbaarheid reclame als zodanig

Uit de adresregel (Nationale Enquete.nl) en onderwerp (Jan, jij mag met Sven naar Canada) van de e-mail blijkt naar het oordeel van de Commissie onvoldoende dat sprake is van reclame. Op dit punt dient de klacht derhalve te worden toegewezen.

 

Artikel 2.2 Code e-mail: herkenbaarheid adverteerder

Voorts worden in de e-mail van geen van beide adverteerders de bedrijfsnaam, het e-mailadres, postadres en/of telefoonnummer genoemd. Aldus is de Commissie van oordeel dat adverteerders zich niet zodanig hebben geïdentificeerd dat zij gemakkelijk en daadwerkelijk bereikbaar zijn voor de geadresseerde en is de uiting in strijd met artikel 2.2 van de Code e-mail. De naam van het aan adverteerder gerelateerde Nationale Enquete.nl die als afzender wordt genoemd en de link waarmee het zenden van e-mails kan worden stopgezet, acht de Commissie in dit verband onvoldoende, nu niet is gesteld of gebleken dat adverteerder op basis van deze gegevens gemakkelijk en daadwerkelijk bereikbaar is.

 

Misleiding

Naast voornoemde bezwaren tegen de uiting acht klager de uiting om de volgende reden misleidend:

  • 1)    Pas aan het einde van de enquête is duidelijk dat sprake is van reclame voor Essent;

  • 2)    Een beloofde kans wordt klager achteraf onthouden.

Met betrekking tot punt 1) heeft de Commissie reeds geoordeeld dat de uiting niet als reclame herkenbaar is nu uit de adresregel en onderwerp onvoldoende blijkt dat hiervan sprake is. Reeds is hierover geoordeeld dat de uiting aldus in strijd is met artikel 2.1 Code e-mail. Tevens is deze wijze van reclame maken in strijd met artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code, waarin is bepaald dat reclame duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn. De ‘look and feel’ van de e-mail acht de commissie, anders dan Essen aanvoert, niet duidelijk in de richting van Essent te wijzen.

 

Met betrekking tot punt 2) oordeelt de Commissie als volgt.

In de e-mail wordt onder meer gezegd dat men door mee te doen met de ‘Svenergy mini-enquête’, ‘kans op superprijzen!’ maakt. Aan het einde van de enquête blijkt echter dat men deze kans uitsluitend heeft indien men tevens akkoord gaat met het feit dat men telefonisch benaderd zal worden over Essent. In de e-mail wordt dit niet meegedeeld. Uitsluitend wordt meegedeeld dat men, door mee te doen aan de enquête ‘Svenfan’ zal worden en ‘kans op superprijzen’ maakt. Op dit punt is de e-mail naar het oordeel van de Commissie dus ook onvolledig. Uit de ‘look and feel’ van de uiting, het woord ‘Svenergy’ en de genoemde ‘Essent ISU World Cup’ in de e-mail, kan de gemiddelde consument naar het oordeel van de Commissie niet afleiden dat men, door mee te doen, akkoord zal gaan met het telefonisch benaderd worden voor reclame.

 

Van misleiding in de zin van artikel 8 van de Nederlandse Reclame Code is op grond van het voorgaande echter geen sprake, nu de consument door de genoemde onvolledigheid niet mogelijkerwijs ertoe wordt gebracht om een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Wel is de Commissie van oordeel dat adver­teerders ten onrechte de indruk wekken dat men enkel al door mee te doen aan de enquête kans maakt op prijzen. Dit zet de consument op het verkeerde been, waardoor het vertrouwen in de reclame wordt geschaad. Aldus is de uiting in strijd met artikel 5 van de Nederlandse Reclame Code.

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het be­paal­de in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Code e-mail en met artikel 5 en 11.1 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken