a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2013/00296A

Datum:

04-06-2013

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Overige

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Radio

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een radiocommercial bestaande uit een hoofdcommercial en een tag-on.

In de hoofdcommercial zingt Frans Bauer: “Koop een steentje van mij”, waarna hij, al sprekend over de actie met een meisje, luisteraars aanspoort om voor € 5,- per stuk een steentje te kopen om te helpen met de bouw van het Prinses Maxima centrum en de strijd tegen kinderkanker te steunen.

In de tag-on zegt het meisje:

“He Frans, je moet nog even zeggen van die app (..) Die kun je downloaden (..) Daarmee kunnen ze steentjes kopen en in de gaten houden hoeveel steentjes hun vrienden kopen (..) zeg het dan even”. Vervolgens zegt Frans:

“Download nu de speciale KiKabouw app in de App Store of op Google Play. Daarmee kun je steentjes kopen en steun je dus de strijd tegen kinderkanker”.

 

De klacht

 

In de reclame worden kinderen aangespoord een app te downloaden, waardoor ze “het geef gedrag van hun vriendjes kunnen volgen”. Volgens klager betreft het hier een privacy gevoelig onderwerp. Hoewel het om een goed doel gaat, lijkt een en ander klager niet acceptabel.

Desgevraagd heeft klager aan het secretariaat van de Stichting Reclame Code meegedeeld dat zijn klacht kan worden opgevat in die zin dat de uiting in strijd is met de goede smaak en het fatsoen en met artikel 12 lid 3 van de Kinder- en Jeugdreclamecode (KJC).

 

Het verweer

 

Namens adverteerder is onder meer het volgende meegedeeld.

 

Ter aanvulling op de actie “Draag je steentje bij” heeft KiKa een gratis applicatie (hierna:  app) voor mobiele telefoons ontwikkeld. Met deze app kunnen donateurs via social media (Facebook, Twitter) een bericht plaatsen dat zij steentjes hebben gekocht. Als vrienden van de donateurs via het bericht steentjes kopen, is dat binnen de app van de donateur zichtbaar.

 

De klacht dient te worden afgewezen, reeds omdat deze is gericht tegen de app, en niet tegen de radiocommercial (hierna de uiting). Het enige gevolg van de uiting kan zijn dat luisteraars de app downloaden. Als de app al zou aanzetten tot (ongewenste) vergaring van persoonsgegevens of anderszins ongewenste gevolgen heeft, dan betekent dat niet dat de uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Voorts wijst KiKa erop dat de uiting niet als doel heeft (het gevoel van) een competitie tussen donateurs te bewerkstelligen. De uiting beoogt juist een gevoel van eensgezindheid te bereiken door middel van het gezamenlijk nastreven van een charitatief doel.

 

Van strijd met artikel 12 lid 3 KJC is geen sprake, om de volgende redenen.

a.

De uiting is niet kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen is gericht. De onderhavige actie is gericht op donaties/aankopen door volwassenen. De uiting bevat weliswaar een kinderstem, maar dit betekent niet dat de uiting is gericht op kinderen. Dat dit niet geval is, blijkt ook uit het gegeven dat reclame wordt gemaakt voor een app, die alleen te downloaden is voor smartphones. Dit zijn mobiele telefoons in het duurdere segment. Het bezit van een smartphone met daarop KiKa-bouw app is onder kinderen tot en met 12 jaar (nog) niet algemeen gebruikelijk.

b.

De bestreden uiting heeft tot doel het onder de aandacht brengen van een gratis app; van “enige nadere activiteit met een verkoopbevorderend doel” als bedoeld in artikel 12 lid 3 KJC is derhalve geen sprake.

c.

Door de uiting als zodanig wordt een kind er niet toe gebracht zijn of haar persoonsgegevens te delen met KiKa.  

 

De mondelinge behandeling

 

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.

 

Het oordeel van de Commissie

 

De Commissie stelt voorop dat de klacht duidelijk is gericht tegen de hierboven onder

“de bestreden reclame-uiting” omschreven radiocommercial, meer in het bijzonder tegen de daarvan deel uitmakende tag-on.

 

Voor zover de klacht luidt dat de uiting gericht is op kinderen en dat artikel 12 lid 3 KJC van toepassing is, wijst de Commissie op het toepassingsgebied van de KJC: “Code voor reclame-uitingen die kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en minderjarigen/jeugdigen zijn gericht”. Naar het oordeel van de Commissie is de bestreden uiting niet “kennelijk” geheel of gedeeltelijk tot kinderen gericht. In dit verband overweegt de Commissie dat, anders dan uit de klacht zou kunnen worden opgemaakt,  in de uiting niet wordt gesproken over “vriendjes”, maar over “vrienden”. Dat Frans Bauer in de uiting een gesprek voert met een kind, betekent evenmin dat de uiting, die betrekking heeft op fondsenwerving ter bestrijding van kinderkanker, “kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en minderjarigen/jeugdigen is gericht”.

Nu de uiting naar het oordeel van de Commissie niet kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en minderjarigen/jeugdigen zijn gericht, is de KJC, daaronder begrepen artikel 12 lid 3 KJC in dit geval niet van toepassing.

 

In de bestreden tag-on wordt de aandacht gevestigd op een app die de mogelijkheid biedt om “steentjes” te kopen ten behoeve van de bouw van het Prinses Maxima centrum en de strijd tegen kinderkanker en waarmee bovendien kan worden gevolgd hoeveel steentjes zijn gekocht door “vrienden”, waarmee wordt gedoeld op vrienden in het kader van social media als Facebook en Twitter. Noch het feit dat de luisteraar op deze mogelijkheden wordt geattendeerd, noch de wijze waarop dat gebeurt, leidt tot het oordeel dat de uiting in strijd is met de Nederlandse Reclame Code.

 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

 

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken