De klacht

Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij tot twee keer toe reclame per sms van afzender heeft ontvangen. Klager heeft hiervoor nooit toestemming gegeven aan afzender en heeft  na het eerste bericht al bezwaar gemaakt tegen het ontvangen van een dergelijk bericht.

De reactie van afzender

Afzender heeft op de klacht gereageerd. Op deze reactie zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Nu er geen bijzondere reclamecode is waarin specifiek het verzenden van reclame per sms is geregeld (de Reclamecode SMS-dienstverlening bevat op dit punt geen bijzondere regeling), dient de klacht beoordeeld te worden op basis van artikel 11.7 Telecommunicatiewet. Daarbij gaat de voorzitter ervan uit dat klager blijkbaar klant van afzender is geweest en dat afzender om die reden de onderhavige berichten aan hem heeft verzonden. Niet in geschil is dat klager naar aanleiding van het eerste sms-bericht gebruik heeft gemaakt van het recht van verzet als bedoeld in artikel 11.7 lid 3 Telecommunicatiewet. Ingevolge het daardoor van overeenkomstige toepassing zijnde artikel 41 lid 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, diende afzender maatregelen te nemen om het verzenden van reclame per sms aan klager te staken. Niet in geschil is evenwel dat klager, ook nadat hij daartegen bezwaar had gemaakt, opnieuw reclame per sms van afzender heeft ontvangen. Hiermee is gegeven dat afzender reclame heeft gemaakt op een wijze die niet in overeenstemming met de wet is als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

2)  Afzender deelt mee dat zij het ten zeerste betreurt dat de afmelding door klager niet correct in haar systeem is verwerkt. Afzender stelt inmiddels maatregelen te hebben genomen en haar interne processen te hebben aangescherpt. Niet duidelijk is waaruit deze maatregelen en aanpassingen bestaan. De voorzitter zal evenwel in enige mate met de mededelingen van afzender rekening houden door te bepalen dat de hierna te melden aanbeveling wordt gedaan voor zover nog nodig.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 2 NRC. De voorzitter beveelt afzender, voor zover nog nodig, aan om niet opnieuw op deze wijze te handelen.