a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2016/00989

Datum:

20-02-2017

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Uitgeven

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een aan klager op 15 december 2016 toegezonden e-mail waarin onder meer staat:

“Beste heer (naam klager),

geef Eindhovens Dagblad cadeau aan een ander”

en

“U ontvangt deze mail omdat u proefabonnee van Eindhovens Dagblad bent”.  

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Hoewel klager zich al tien maal heeft afgemeld voor reclame via e-mail, en bevestigingen van afmelding heeft ontvangen, blijft hij reclame via e-mail, zoals de bestreden e-mail, ontvangen.

Klager legt afdrukken over van drie e-mails van Eindhovens Dagblad, gedateerd (tweemaal) 30 november 2016 en 3 december 2016, betreffende “Bevestiging uitschrijving”. In deze e-mails staat onder meer:

“Hierbij bevestigen wij uw afmelding. U zult in de toekomst geen verdere berichtgeving meer van ons ontvangen”.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Klager is ondanks zijn eerdere afmelding per e-mail benaderd, gezien zijn latere inschrijving op een proefabonnement van het Eindhovens Dagblad. Daarbij heeft hij bevestigend geantwoord op de volgende toestemmingsvraag:

“lk ga akkoord met de actievoorwaarden en ontvang per e-mail,

sms en telefoon exclusieve abonnee- en kortingsaanbiedingen.”

Adverteerder legt een screenshot van de toestemmingsvraag op het webformulier over.

Voor wat betreft de overige reclame is de klacht zonder voorbeelden van concrete uitingen lastig te beoordelen.

Om overlast in de toekomst te voorkomen, zal adverteerder klager opnemen in haar  blokkadelijst.  


De repliek

De repliek wordt als volgt samengevat.

De toestemming waarover adverteerder spreekt, trekt klager in twijfel. De bij het verweer overgelegde afdruk van “de toestemmingsvraag”, waarop een vinkje en een ondertekening door klager ontbreken, bewijst ook niet dat klager de bewuste toestemming verleend zou hebben. Klager zou graag bewijs zien van de gestelde toestemming, en wel op basis van een handtekening of lP-adres, waaruit blijkt dat de gegevens daadwerkelijk door klager ondertekend zijn.

Overigens woont klager in Overijssel en ontvangt hij geen krant, laat staan het Eindhovens dagblad. Naar zijn weten wordt het Eindhovens dagblad alleen regionaal verspreid en niet in klagers regio.

In aanvulling op het bovenstaande heeft klager bij (twee) e-mails van 14 januari 2017 -samengevat- het volgende meegedeeld.

Intussen is klager ook telefonisch benaderd namens adverteerder, in verband met een aanbieding voor een abonnement op het Eindhovens Dagblad, op basis van een proefabonnement dat klager al zou hebben gehad op deze krant.

Via het Bel-me-niet register staat er een blokkade ten behoeve van klager op alle gesprekken, waaronder reclame voor kranten. Klager had dus niet telefonisch benaderd mogen worden.

Verder is klager op 14 januari 2017, ondanks de belofte van adverteerder dat klager zou worden opgenomen in de blokkadelijst, wederom per e-mail benaderd door het Eindhovens Dagblad. Klager legt een afdruk van deze e-mail over.

Klager zou het niet ongepast vinden indien een financiële sanctie aan het Eindhovens Dagblad werd opgelegd.

 

De dupliek

Zoals eerder meegedeeld, houdt de benadering van klager per e-mail, ondanks zijn eerdere afmelding, verband met klagers latere inschrijving op een proefabonnement met bijbehorende toestemming. Met de persoonsgegevens van klager is het Eindhovens Dagblad aangevraagd, naar aanleiding van een direct mail.

Via een website (DAV pagina) is het proefabonnement aangevraagd. Adverteerder legt als bijlage 1 een screenshot over van de gegevens die via deze aanvraag door adverteerder zijn ontvangen.

Bij de verwerking van het proefabonnement bleek dat de opgegeven postcode buiten het verspreidingsgebied van het Eindhovens Dagblad ligt. Volgens de standaardprocedure wordt in een dergelijk geval de regiotitel verwerkt, die wel bezorgd kan worden, in dit geval Tubantia. Als bijlage 2 legt adverteerder een printscreen uit het abonnementensysteem P5 over. Naar aanleiding van de onderhavige “proef” is klager  benaderd.

 

Naar aanleiding van de e-mail die op 14 januari 2017 aan klager is toegezonden, merkt adverteerder op dat er (helaas) een verwerkingstijd van enkele dagen nodig is voordat dp blokkade is doorgevoerd in de verschillende marketingsystemen.

 

Het

Als niet weersproken staat tussen partijen vast dat klager zich bij adverteerder meermalen heeft afgemeld voor het ontvangen van reclame per e-mail, dat adverteerder zodanige afmelding in elk geval per (twee) e-mails van 30 november 2016 en per e-mail van 3 december 2016 aan klager heeft bevestigd, en dat, ondanks deze afmelding, de bestreden reclame bij e-mail van 15 december 2016 aan klager is toegezonden.

Bij verweer heeft adverteerder meegedeeld dat dit is gebeurd, omdat klager bij zijn latere inschrijving op een proefabonnement van het Eindhovens Dagblad bevestigend zou hebben geantwoord op de volgende toestemmingsvraag:

“lk ga akkoord met de actievoorwaarden en ontvang per e-mail,

sms en telefoon exclusieve abonnee- en kortingsaanbiedingen.”

Klager heeft de juistheid van deze mededeling gemotiveerd bestreden. Het lag daarom op de weg van adverteerder om voldoende aannemelijk te maken dat klager de bewuste toestemming zou hebben verleend. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Meer in het bijzonder valt die toestemming niet op te maken uit de door adverteerder overgelegde bijlagen, waaronder een niet aangevinkte en niet van klagers naam voorziene toestemmingsvraag. 

Gelet op het bovenstaande is niet komen vast te staan dat klager door een actieve handeling vooraf toestemming heeft verleend voor het ontvangen van reclame via e-mail als bedoeld in artikel 1.3 onder a van de Code reclame via e-mail 2012 (hierna: Code e-mail). Nu zich in dit geval ook niet de situatie voordoet dat klagers e-mailadres is verkregen in het kader van een verkoop aan of schenking door de geadresseerde en wordt gebruikt voor het aanbieden van eigen gelijksoortige producten of diensten, waarbij geen gebruik is gemaakt van het zogenaamde Recht van Verzet, acht de Commissie het verzenden van de bestreden e-mail in strijd met artikel 1.3 onder a van de Code e-mail.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

Adverteerder heeft artikel 1.3 onder a Code e-mail overtreden. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken