a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2017/00115

Datum:

01-05-2017

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden uiting

Klager maakt bezwaar tegen een sms die hij van DHL heeft gekregen en tegen een e-mail van afzender (Nespresso) die blijkbaar is verzonden op 2 december 2016. Onderaan deze e-mail staan aanprijzingen voor de Aeroccino, vintage receptglazen en een Nespresso thermosbeker.

 

De klacht

In verband met een eerdere klacht moest klager blijkbaar inloggen en zijn gegevens vermelden. Daarbij heeft klager opnieuw meegedeeld dat hij niet wenst dat afzender zijn gegevens aan derden verstrekt. Tot verbazing van klager ontving hij daarna een sms van DHL en bevatte de e-mail waarin afzender op het voorgaande reageert door te zeggen geen reclame meer aan hem te zullen verzenden.

 

Het verweer

Dit wordt als volgt samengevat. De klacht over de sms van DHL is geen klacht over reclame, maar over de bescherming van persoonsgegevens. De Commissie is niet bevoegd is over deze klacht te oordelen. In zoverre dient klager niet ontvankelijk in zijn klacht te worden verklaard. Er is ten aanzien van dit bericht en het doorgeven van gegevens aan DHL ook geen sprake van schending van rechten van klager. Afzender wijst op haar privacy verklaring en de noodzaak een emailadres en sms-nummer aan DHL te verstrekken in verband met de bezorging. In dossiers 2016/00829 en 2016/00832 heeft de Commissie dezelfde kritiek van klager reeds van de hand gewezen. Klager weet dus dat het verstrekken van gegevens aan DHL rechtmatig en noodzakelijk is.
Ten aanzien van de gewraakte e-mail stelt afzender dat zij zo snel mogelijk alle aanvragen van klager om geen reclame meer te ontvangen heeft behandeld. Na de mail van 2 december 2016 heeft klager ook geen reclame meer ontvangen. Helaas is onderaan het antwoord in de e-mail een aanprijzing te vinden. Afzender betreurt dit. In beginsel worden dergelijke mails alleen naar klanten gestuurd die zich niet hebben uitgeschreven om reclame te ontvangen. In de wens om klager zo snel mogelijk van dienst te zijn, is per abuis voor een niet passend e-maíl format gekozen met daarin een standaard reclame-uiting. Dit was niet bewust en zeker geen opzet. Om dit in de toekomst te voorkomen, heeft afzender naar aanleiding van deze klacht onmiddellijk actie ondernomen om ervoor te zorgen dat in antwoord-mails aan klanten, die net als klager geen enkele reclame willen ontvangen, de standaard uiting niet meer voorkomt. Afzender betreurt het dat klager direct de Commissie hiervoor heeft aangeschreven. Hij weet dat afzender onmiddellijk reageert op zijn opmerkingen en altijd direct maatregelen neemt. Afzender verzoekt om – net zoals in eerdere zaken – de klacht af te wijzen dan wel rekening te houden met het feit dat het hier een vergissing betreft, en dat afzender steeds onmiddellijk en op een adequate manier heeft gehandeld en al de nodige aanpassingen heeft doorgevoerd om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen. Als de Commissie meent dat ten aanzien van de mail van 2 december 2016 sprake is van een overtreding, verzoekt afzender wegens het voorgaande geen ‘maatregel’ op te leggen.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  De klacht is in de eerste plaats gericht tegen een sms die klager van DHL zou hebben ontvangen. Klager heeft geen kopie van de sms overgelegd zodat de voorzitter deze niet kan beoordelen. Reeds om die reden dient de klacht in zoverre te worden afgewezen.

2)  Ten aanzien van de gewraakte e-mail heeft afzender erkend dat deze reclame bevat, terwijl in deze e-mail juist aan klager wordt meegedeeld dat hij geen reclame meer van afzender zal ontvangen. Afzender heeft meegedeeld dat sprake is van een vergissing, hetgeen de voorzitter ook aannemelijk acht gelet op de inhoud en strekking van de e-mail. Naar het oordeel van de voorzitter had ook voor klager duidelijk dienen te zijn dat sprake is van een vergissing. De Code reclame via e-mail 2012 (hierna: Code e-mail) voorziet echter niet in de mogelijkheid om een klacht op die grond af te wijzen. Voorts neemt het voorgaande niet weg dat afzender door het verzenden van reclame via e-mail aan klager feitelijk geen gevolg heeft gegeven aan het door hem uitgeoefende recht van verzet dat op algemene wijze is gedaan. Door de uitoefening van dit recht is het verzenden van reclame via e-mail niet meer toegestaan en heeft afzender door het voorgaande gehandeld in strijd met artikel 1.3 sub a Code e-mail. Wel ziet de voorzitter in de bijzondere omstandigheden van dit geval aanleiding gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft. De voorzitter verwijst in dit verband naar het feit dat het om een klaarblijkelijke vergissing gaat en dat op grond van hetgeen afzender heeft gesteld geen aanleiding bestaat te veronderstellen dat klager wederom reclame via e-mail van afzender zal ontvangen.
Derhalve wordt beslist als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter
 

Op grond van hetgeen onder 2) is vermeld, heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 1.3 sub a Code e-mail.
Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken