De bestreden reclame-uiting

Het betreft een op 26 november 2019 aan klager verzonden e-mail, voor zover daarin staat:

“Joe, here is your offer:
£10 off your next order *”

“Enjoy £10 off* on your next order.”
“Just apply the promo code and enjoy your favorite meal.”

Onderaan de uiting staat, in een kleiner lettertype, onder meer:
“*Offer valid for the next two weeks. Valid on one (1) order made via the Uber Eats app in the UK. To be eligible for the promotion, apply [code] in the Uber Eats app at the checkout before completing your order. Must receive this email directly from Uber Eats to qualify. Read more”

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klager heeft per e-mail de promotiecode van Uber Eats ontvangen, waarbij een korting van  £10 wordt aangeboden op de volgende bestelling. Als klager bij het plaatsen van een bestelling ter waarde van £9,78 de promotiecode invoert, wordt aangegeven dat de promotiecode niet op deze bestelling van toepassing is. Pas dan blijkt dat de promotiecode enkel geldt bij een minimum bestelbedrag van £15,-. Volgens klager had deze voorwaarde duidelijk in de e-mail moeten staan.
 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

In de uiting ontbreekt ten onrechte de informatie over het minimum bestelbedrag. Deze fout was het gevolg van de wijze waarop adverteerder is georganiseerd.

Adverteerder zal maatregelen treffen om voortaan alle noodzakelijke informatie in uitingen op te nemen, zoals toegelicht in haar verweerschrift.

Het oordeel van de voorzitter

Niet in geschil is dat de betreffende promotiecode niet van toepassing is bij een bestelbedrag onder de £15,-. Nu deze beperking niet uit de uiting blijkt, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen en die daarom in de uiting zelf moet zijn opgenomen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Adverteerder heeft de fout erkend en voldoende aannemelijk gemaakt dat zij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Gelet hierop zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

?De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.