a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Status:

Dossiernr:

2019/00210

Datum:

21-05-2019

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden uiting

Het betreft en uiting op www.anwb.nl. 

Daarin staat onder de aanhef “Zo werkt het aanvragen van een ANWB Creditcard” onder meer:

“Nu 50% korting in het eerste jaar

 Vrijwel ieder ANWB-lid die in Nederland woont en 18 jaar of ouder is kan een ANWB Creditcard aanvragen. Welk type creditcard voor jou geschikt is hangt onder andere af  van je inkomen. Hier lees je wat de inkomensvereisten zijn per creditcard en hoe het  aanvraagproces gaat.

lnkomensvereisten

Om een reguliere ANWB Visa Card aan te vragen is een netto maandinkomen van € 1.150,- vereist. Voor de ANWB Visa Silver Card is dit € 1.200,- en voor de ANWB Visa Gold card is dit € 1.250,-. (….).

Leveringstermijn

Zodra jouw aanvraag is verzonden, neemt de complete procedure ongeveer 20 werkdagen in beslag. Deze tijd is nodig om de aanvraag te toetsen, een persoonlijke creditcard te maken en deze naar jou op te sturen.

Stap 1: Verzamel de benodigde gegevens

Om een ANWB Creditcard aan te vragen heb je de volgende gegevens nodig:

? een loonstrook

? gegevens over je woonlasten

? je burgerservicenummer (BSN)

? je IBAN (bankrekening)

? je ANWB lidmaatschapsnummer (deze staat op je lidmaatschapspas).

(….).

Stap 2: Vul het aanvraagformulier in

(…) Je aanvraagformulier wordt doorgestuurd naar International Card Services (ICS), die deze in behandeling neemt. (…)”.

Rechts van bovenbedoelde tekst staat onder het kopje “ANWB Creditcards” onder meer:
“? Al voor 16,- per jaar

(…)”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

In de uiting staat: “Om een reguliere ANWB Visa Card aan te vragen is een netto maandinkomen van € 1.150,- vereist”. ICS trekt hier echter een leefnorm van € 885,- voor een alleenstaande van af, zodat voor woonlasten een bedrag van € 265,- zou overblijven. Dit is verre van reëel, aldus klager. Hij vindt de uiting onjuist en misleidend, en licht dit als volgt nader toe.

Klagers aanvraag van een reguliere ANWB Visa Card werd afgewezen, terwijl hij een netto inkomen van € 1.570,- heeft. De bestreden uiting, waarvoor klager ANWB verantwoordelijk acht, heeft tot gevolg dat leden gegevens over hun inkomen verstrekken aan de ANWB en ICS, terwijl op voorhand duidelijk is dat men niet in aanmerking zal komen voor een Visa Card.

Verder weigert ICS, indien men niet in aanmerking komt voor een Visa Card, de aan haar verstrekte gegevens te verwijderen, dit onder verwijzing naar artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

ICS beoordeelt de aanvraag van een ANWB Creditcard naar haar normen voor financiële draagkracht, waarbij wordt gekeken naar de inkomsten en (vaste) uitgaven van de aanvrager. ICS heeft klagers aanvraag getoetst en heeft daarbij gekeken naar zijn uitgaven en de woonsituatie c.q. gezinssamenstellíng. Met inachtneming van de woonlasten, de leefnorm van het NIBUD en het normbedrag van het BKR, is gebleken dat klager onvoldoende financiële draagkracht heeft om in aanmerking te komen voor een ANWB Creditcard. Daarom is de aanvraag afgewezen.

Naar aanleiding van de onderhavige klacht stelt ANWB zich allereerst op het standpunt dat de in dit geval gestelde inkomenseis geen reclame is in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Voor zover deze inkomenseis wel als reclame zou worden aangemerkt, is deze niet misleidend.

In geval van een inkomen onder € 1.150,- wordt de aanvraag standaard afgewezen. Bij een inkomen van € 1.150,- of hoger wordt door ICS een capaciteitsberekening gemaakt. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de leefnorm van het NIBUD. Deze leefnorm wordt onder meer bepaald door het inkomen van de aanvrager en de de gezinssamenstelling. Zo is de leefnorm hoger naarmate het inkomen hoger is.  

De in de klacht gemaakte berekening onjuist. De leefnorm van € 885,- die in deze berekening is gebruikt, geldt specifiek voor de situatie van klager en kan niet één op één worden toegepast bij elk ander inkomen en elke andere situatie.

Op de webpagina die bij het klaagschrift is gevoegd, staat onder “Stap 3: ICS beoordeelt je aanvraag”:

“ICS toetst je gegevens bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Je wordt beoordeeld op kredietwaardigheid. Soms vraagt ICS om aanvullende gegevens, zoals een loonstrook of een afschrift van je bankrekening.”

Hierdoor wist klager, althans had hij kunnen weten, dat zijn financiële situatie zou worden beoordeeld. Op de betreffende webpagina is ook expliciet vermeld dat men gegevens over zijn uitgaven dient te verschaffen. ANWB concludeert dat van misleiding geen sprake is.

ANWB bestrijdt dat op voorhand duidelijk was dat klagers aanvraag zou worden afgewezen. Elke aanvraag wordt afzonderlijk beoordeeld en acceptatie is afhankelijk van verschillende factoren, waarbij de eis van een inkomen van minimaal € 1.150,- als basisvoorwaarde geldt.

In  de berekening van de financiële draagkracht wordt vervolgens rekening gehouden met eventuele schulden, geregistreerd bij het BKR, de gezinssamenstelling en bijvoorbeeld of er hypotheekschulden zijn.

 Wat betreft het niet verwijderen van gegevens merkt ANWB op dat ICS kenbaar heeft gemaakt dat zij wegens de door haar genoemde redenen de gegevens mag bewaren zolang de bewaartermijn nog niet is verstreken. ANWB heeft er geen invloed op hoe lang ICS de gegevens al dan niet bewaart.

 

E-mail van 23 april 2019 van secretariaat Stichting Reclame Code (SRC) aan ANWB

Het secretariaat van SRC heeft ANWB meegedeeld dat de Commissie haar beslissing heeft aangehouden, teneinde nader te worden geïnformeerd over het volgende:

“De Commissie vraagt zich af of het wel kan voorkomen dat men met een netto maandinkomen van € 1.150,- een creditcard kan krijgen en verneemt daarom gaarne – in hoeveel gevallen het voorkomt dat iemand met een netto maandinkomen van € 1.150,-, die een reguliere ANWB Visa Card” aanvraagt, deze daadwerkelijk ontvangt en

– hoe de financiële omstandigheden van de betreffende ontvangers in dat geval zijn, hoeveel bedraagt in dat geval de leefnorm van het Nibud en als die niet in de leefnorm zijn begrepen, wat zijn de woonlasten zoal in dat geval?”

 

Reactie van ANWB bij e-mail van 30 april 2019

In antwoord op de (in de vorm van twee gedachtestreepjes) door de Commissie gestelde vragen (hierna aangeduid als 1 respectievelijk 2) deelt de ANWB -samengevat- het volgende mee.

Ad 1.

Het komt zeker voor dat iemand met een netto maandinkomen van € 1.150,-, een reguliere ANWB Visa Card kan ontvangen. Dit is mogelijk voor aanvragers met de burgerlijke staat “alleenstaand”.

In 2018 hebben 130 personen met een netto maandinkomen van € 1.150,- een reguliere ANWB Visa Card aangevraagd. Van 28 van hen ofwel in 18% van de gevallen is de aanvraag gehonoreerd.

Ad 2.

Zoals gezegd, kan een alleenstaande met een netto maandinkomen van € 1.150,- een ANWB Visa Card ontvangen. De woonsituatie van deze persoon kan variëren: huurwoning, koopwoning of inwonend bij ouders. De maximale woonlasten zijn dan achtereenvolgens als volgt:

a.

Iemand met een huurwoning mag maximaal € 278,- per maand aan woonlasten hebben.

b.

Iemand met een koopwoning mag maximaal € 371,- per maand aan woonlasten hebben. Daarbij wordt rekening gehouden met een teruggave van de fiscus. Om die reden wordt in de berekening die door ICS wordt gemaakt uitgegaan van 75% van de opgegeven woonlasten. Bij “woonlasten € 371,- per maand” wordt daarom bij de berekening een bedrag van € 278,- voor de woonlasten gebruikt.

c.

Een persoon die inwoont bij zijn/haar ouders wordt ten aanzien van de woonlasten standaard een bedrag van € 250,- per maand gerekend als een soort ‘kostgeld’.

In de reactie van ANWB zijn bovenbedoelde verschillende scenario’s weergegeven waarin er een reguliere ANWB Visa Card verstrekt kan worden in het geval van een inkomen van € 1.150,-. De leefnorm van het Nibud bedraagt in deze drie scenario’s € 822,- per maand.

In de gevallen a en b bedraagt het gedeelte dat overblijft na aftrek van woonlasten en leefnorm € 50,- per maand. Dit bedrag maal 50 oftewel € 2.500,- per maand is gelijk aan wat als limiet verstrekt kan worden voor de ANWB Visa Card.

In geval c bedraagt het gedeelte dat overblijft na aftrek van woonlasten en leefnorm € 78,- per maand. Dit bedrag maal 50 oftewel € 3.900,- per maand kan als limiet verstrekt worden voor de ANWB Visa Card.

In aanvulling op het bovenstaande merkt ANWB op dat (het bedrag van) de leefnorm hoger is naarmate het inkomen hoger is.  

Bij een netto maandloon van € 1.250,- is de leefnorm voor het levensonderhoud € 837,-.

Bij een netto maandloon van € 1.350,- is de leefnorm voor het levensonderhoud € 852,-

ANWB verwijst naar de desbetreffende in haar reactie opgenomen berekeningen.

 

Reactie van klager bij e-mail van 2 mei 2019

De reactie van klager wordt als volgt samengevat.

Blijkens de reactie van ANWB is in 2018 slechts 18% van de aanvragen voor een reguliere card gehonoreerd. Ook blijkt dat men steeds uitgaat van woonlasten van € 278 per maand, tenzij men een kind is dat bij zijn/haar ouders inwoont.

Verder wordt uitgegaan van de leefnorm voor een alleenstaande van € 822,- per maand.

In de bestreden uiting is niet vermeld dat enkel een alleenstaande in aanmerking zou kunnen komen voor een reguliere creditcard. Ook dit laatste is twijfelachtig, nu de woonlasten in de door ANWB bedoelde scenario’s a en b € 278,- bedragen. Deze woonlasten zijn verre van reëel; zij kunnen alleen behaald worden met een volledige huursubsidietoeslag, die niet beschikbaar is voor personen met een inkomen uit box 3.

Klager handhaaft zijn standpunt dat de reclame misleidend dan wel zeer onzorgvuldig en ver van de realiteit verwijderd is.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De Commissie stelt voorop dat de aan haar ter beoordeling voorgelegde uiting moet worden aangemerkt als reclame in de zin van artikel 1 NRC. Deze uiting betreft niet alleen een inkomensvereiste van € 1.150,- netto per maand in geval van een reguliere ANWB Visa Card, maar houdt een openbare directe aanprijzing in van ANWB Creditcards, onder meer door de mededeling “Al voor 16,- per jaar”. Daarbij zijn “Inkomensvereisten” een onderdeel van de uiting. 

2.

Desgevraagd heeft de ANWB aan de Commissie meegedeeld dat het voorkomt dat iemand met een netto maandinkomen van € 1.150,- een reguliere ANWB Visa Card kan ontvangen. Het gaat dan om aanvragers met de burgerlijke staat “alleenstaand”, met als woonsituatie huurwoning, koopwoning of inwonend bij ouders, waarbij de desbetreffende woonlasten respectievelijk maximaal € 278,-, € 278,- (na teruggave van de fiscus) en €  250,- (‘kostgeld’) bedragen. Verder heeft ANWB meegedeeld dat in 2018 van 28 van de 130 aanvragers met een netto maandinkomen van € 1.150,- ofwel 18% de aanvraag van een reguliere ANWB Visa Card is gehonoreerd.

3.

De Commissie stelt vast dat alleen een relatief beperkt aantal consumenten, met een netto maandinkomen van € 1.150,-, onder voorwaarden in aanmerking is gekomen voor de reguliere ANWB Visa Card, ook al is 28 van 130 iets meer dan 18%. De voorwaarden zijn dat de aanvrager alleenstaand moet zijn en niet meer dan bovengenoemde maximale woonlasten mag hebben. Deze voorwaarden betreffen essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Dit besluit betreft het doorklikken op de website www.anwb.nl, teneinde een ANWB Visa Card te kunnen aanvragen en in dat verband persoonlijke gegevens te verstrekken. Nu bedoelde essentiële informatie, althans een duidelijke verwijzing daarnaar in de uiting ontbreekt – niet kan immers worden volstaan met het gestelde in “Stap 3: ICS beoordeelt je aanvraag” – is er sprake van een verborgen houden van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 onder c NRC. Daardoor kan de gemiddelde consument er bovendien toe worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, om welke reden de uiting misleidend is en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4.

Voor zover klager bezwaar maakt tegen de afwijzing door ISC van zijn verzoek, om de door hem aan ISC verstrekte gegevens te verwijderen, leidt dit bezwaar niet tot het oordeel dat de bestreden uiting op dit punt in strijd is met de NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

Gelet op het oordeel onder 3 acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst zij de klacht af.

 

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken