a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Huishouden en inrichting

Status:

Dossiernr:

2018/00773

Datum:

19-12-2018

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing) (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Huishouden en inrichting

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden uiting

Het betreft een reclamefolder over de “NATIONALE INRUIL DAGEN”. Daarin staat onder meer:

“350,- Euro

 terug voor bijv. deze bank”, met een pijl naar de ernaast afgebeelde bank en: 

“Hoe werkt het?

1. Maak een foto van uw oude meubel(stuk)

2. Laat uw foto zien in onze showroom

3. Ontvang op vertoon van uw foto

    de hoogst mogelijke inruilkorting”

en

“   LET OP!

     5 extra

koopavonden

van maandag

  t/m vrijdag

tot 21.00 uur!”

 

De klacht

Klager heeft de volgende bezwaren.

a.

Gesuggereerd wordt dat je geld terug krijgt bij inruil van je oude meubelstuk. Klager kocht een nieuwe bank, en vroeg aan een medewerker van adverteerder om zijn oude bank mee te nemen. Het antwoord luidde dat adverteerder dit niet doet, omdat het voor haar als ondernemer te duur is om afval in te leveren. Gelet hierop vindt klaagster de uiting misleidend.

b.

Gesteld wordt:

“LET OP!

     5 extra

koopavonden

van maandag

  t/m vrijdag

tot 21.00 uur!”

Klaagster wijst erop dat adverteerder “altijd een koopavond” heeft, niet alleen ten behoeve van de onderhavige actie. 

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Naar aanleiding van de klacht heeft adverteerder contact opgenomen met klaagster. Anders dan in de klacht wordt gesteld, neemt adverteerder tijdens de onderhavige actie wel degelijk oude meubels in. Dit is door een verkoopmedewerker echter niet goed uitgelegd. Tijdens een  telefoongesprek met klaagster is een en ander besproken en wat adverteerder betreft is de klacht opgelost.

 

E-mail van 7 november 2018 van klaagster

Klaagster heeft onder meer het volgende meegedeeld.

Zij handhaaft haar standpunt dat de uiting misleidend is. Je koopt een nieuwe bank en levert je oude in, aldus klaagster. Omdat adverteerder de oude meubels niet wil hebben, staat in de uiting dat een foto alleen voldoende is, zo concludeert klager uit het met adverteerder gevoerde telefoongesprek.

 

E-mail van 12 november 2018 van adverteerder 

Adverteerder heeft onder meer het volgende meegedeeld.

Zij herhaalt dat zij tijdens de inruilactie wel degelijk oude meubels retour neemt, zelfs zoveel dat op haar distributiecentra extra containers zijn geplaatst om deze meubels af te voeren.

Adverteerder laat haar klanten de keuze of zij de ingeruilde meubels laten ophalen bij levering of dat men de oude meubels zelf van een bestemming voorziet.

Van misleiding is geen sprake. In de uiting staat duidelijk dat de klant een foto moet meenemen en dat op basis daarvan de hoogst mogelijke inruilkorting wordt verleend. Nergens staat dat adverteerder het oude meubelstuk zal innemen als voorwaarde voor deelname aan de inruilactie. Wat dit betreft laat zij klanten juist de keuze. De onderhavige klacht is niet terug te voeren op de informatie in de bestreden uiting.

In haar e-mails van 24 oktober en 7 november 2018 heeft klaagster aan de hier bovenbedoelde, originele klacht twee bezwaren toegevoegd, namelijk een bezwaar over ‘extra koopavonden’ respectievelijk een bezwaar over bezorgkosten. Adverteerder gaat ervan uit dat de Commissie alleen de originele klacht zal beoordelen, maar reageert ook inhoudelijk op voornoemde bezwaren.

Met betrekking tot de ‘extra koopavonden’ deelt adverteerder -samengevat- het volgende mee.  

Onder verwijzing naar een citaat van informatie over ‘Koopavond’ op Wikipedia, stelt adverteerder dat in de uiting terecht gesproken wordt over ‘extra koopavonden’.

 

Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter stelt voorop dat hij zijn oordeel zal beperken tot de onder “De klacht” omschreven twee bezwaren. Deze bezwaren zijn geuit in klaagsters e-mails van 19 en 24 oktober 2018 en vervolgens is de klacht op 30 oktober 2018 in behandeling genomen. Gelet hierop is adverteerder voldoende in de gelegenheid geweest om op deze bezwaren te reageren.

Bij e-mail van 7 november 2018, in reactie op de brief van 31 oktober 2018 van het secretariaat van SRC, heeft klaagster een bezwaar over bezorgkosten toegevoegd. Over dit bezwaar zal de voorzitter zich niet inhoudelijk uitlaten, reeds omdat in voornoemde brief van 31 oktober 2018 aan klaagster was gevraagd om alleen mee te delen of zij prijs stelt op een uitspraak van de Reclame Code Commissie.

Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de voorzitter het volgende.

Ad a.

Adverteerder heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij, anders dan één van haar medewerkers aan klaagster heeft meegedeeld, in het kader van de onderhavige inruilactie bereid is oude meubelen in te nemen, en wel naar keuze van de klant. In de uiting ligt ook niet de suggestie besloten dat adverteerder het oude meubel in alle gevallen zal innemen, sterker nog, gesteld wordt: 

“Uw oude meubel meenemen hoeft niet (pijl) een foto is voldoende”.

Ad b.

Adverteerder heeft niet weersproken dat zij “altijd een koopavond” heeft, niet alleen ten behoeve van de onderhavige actie. Afgezien van de vraag of klaagster met de woorden “altijd een koopavond” het oog heeft op één koopavond per week dan wel vijf koopavonden per week, is de voorzitter van oordeel dat adverteerder de juistheid van de mededeling “5 extra koopavonden” niet aannemelijk heeft gemaakt. “Extra” betekent: boven het gewone, normale, maar het komt de voorzitter voor dat adverteerder veeleer 5 koopavonden heeft in plaats van “5 extra koopavonden”. Niet aannemelijk is geworden dat er naast de in de uiting genoemde koopavonden op maandag tot en met vrijdag nog een koopavond is.

Gelet hierop gaat de uiting gepaard met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.   

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het oordeel onder Ad b acht de voorzitter de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Hij beveelt adverteerder aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst hij de klacht af.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken