De bestreden reclame-uiting
Het betreft een tv-reclame voor het wasmiddel OMO. In de commercial is te zien hoe verschillende personen vuile was op een lopende band leggen, onder wie een jongen met het syndroom van Down. Hij is gekleed in een voetbalshirt en legt de shirts van andere jongens in de kleedkamer op de lopende band.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
Klaagster stoort zich aan de rol die de jongen met het syndroom van Down heeft gekregen in de commercial: “alsof hij de slaaf is van het voetbalteam en niet eens mee mag spelen”. Volgens klaagster had OMO beter voor een heel G-team (een team van mensen met een verstandelijke beperking) kunnen kiezen, omdat de jongen nu als “domme kracht” wordt neergezet.
Het oordeel van de voorzitter
In de uiting is te zien hoe een jongen met het syndroom van Down de voetbalshirts van andere jongens in de kleedkamer op een lopende band legt. Klaagster interpreteert deze beelden aldus dat de jongen gebruikt wordt als “slaaf” van het team. De voorzitter volgt deze interpretatie niet. Het is onmiskenbaar niet de bedoeling van adverteerder om de jongen als slaaf af te beelden, maar (juist) als iemand die deel uitmaakt van het team.
De beslissing van de voorzitter
Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.