a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Niet)-commerciele reclame

Dossiernr:

2020/00168

Datum:

07-07-2020

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

(Niet)-commerciele reclame

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame van Farmers Defence Force.

Bij de beelden van zorgmedewerkers met mondkapjes, ploegwerkzaamheden van een boer, een landend vliegtuig, een boer onder bewolkte luchten, een bespreking op kantoor, een spaarvarken dat met een hamer in stukken wordt geslagen, een “vierluik” van koeien in een stal, kippen, biggen en groente en van industrie met rookwolken zegt de voice-over:

“Corona. Het treft ons. Bikkelhard. Maar de boer, hij ploegde voort. Voor u! Nooit was de
lucht zo schoon boven Nederland. En nooit pakten donkere wolken zich zo samen voor
agrarisch Nederland. Politiek Den Haag nam nieuwe wetten aan tijdens de coronacrisis die
de boeren hun toekomst afnemen. Die vitale sector die met man en macht werken aan
voedsel voor u. Den Haag hielp de zorg om zeep. Nu zijn de boeren aan de beurt. Voor
zware industrie, een dood platteland en meer sterfgevallen door luchtvervuiling. Uw garantie
op voedsel, ingeruild voor vuile lucht. Is dat wat deze crisis u leerde? Is dat wat u wilt?
Boeren horen bij Nederland”.
Tot slot verschijnt in beeld:

het logo:

“FARMERS DEFENCE

         FORCE” en

“#niet zonderboeren”.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klaagster vindt de volgende drie tekstgedeelten misleidend:

 1.
“Die vitale sector die met man en macht werken aan voedsel voor u”
2.
“Nu zijn de boeren aan de beurt. Voor zware industrie, een dood platteland en meer sterfgevallen door luchtvervuiling” en
3.
Uw garantie op voedsel, ingeruild voor vuile lucht”.
Zij voert hiertoe, onder verwijzing naar bij de klacht overgelegde bijlagen, het volgende aan.
 
Ad 1.
Op pagina 7 van het rapport ‘De agrarische sector in Nederland naar 2020’ van de Wageningen University en Research staat:
“Een groot deel (ruim 70%) van de activiteiten van het agrocomplex hangt samen met afzet
in het buitenland”.
Het grootste deel van deze sector werkt dus aan de export van voedsel en niet aan voedsel voor ‘u’/de Nederlander. Zodoende is de sector voor een groot deel niet vitaal is, maar gaat het om  lucratief ondernemerschap. Dit overgrote deel van de landbouwsector is niet te vergelijken met verplegers, artsen, ambulancemedewerkers, politie, medewerkers in het openbaar vervoer, schoonmakers, supermarktmedewerkers et cetera, die Nederland niet kan missen. Meer dan de helft van de agrarische sector in Nederland is niet vitaal, integendeel: dit deel levert juist problemen op. Klaagster verwijst bijvoorbeeld naar de stikstofcrisis. De landbouwsector is met ruim 60% de grootste binnenlandse veroorzaker, zo blijkt uit het ‘Factsheet emissies en depositie van stikstof in Nederland’ van TNO, oktober 2019.
Het is misleidend om de consument te doen geloven dat de landbouwsector van vitaal
belang is, terwijl de veestapel juist gereduceerd zou moeten worden om te bereiken dat de
landbouwsector onze leefomgeving niet langer schaadt, aldus klaagster.

Ad 2.

De wetten die ‘politiek Den Haag’ aanneemt om de stikstofdepositie terug te dringen zijn er
niet ten gunste van de zware industrie, maar ten gunste van de natuur. Het is misleidend om te stellen dat de landbouwsector benadeeld wordt ten opzichte van andere sectoren. In dit verband wijst klaagster op het volgende.
Regeringspartijen hebben de bouw en de automobilist al onevenredig benadeeld; het gaat hier om hooguit een paar procent van de stikstofdepositie. De bouw is hierdoor in de problemen geraakt.
Over de veestapel hebben de VVD en het CDA echter gezegd dat er geen koe of varken van
de veestapel af gaat.
Verder komt er in 2021 een ‘vliegtaks’ ten behoeve van het klimaat. Van een ‘vleestaks’ ten
behoeve van het klimaat is nog geen sprake.
Terwijl de minister van Infrastructuur oproept tot een vliegtaks, lobbyt de minister van
Landbouw voor continue versoepeling van de regels voor de landbouwsector. De Nederlandse landbouwsector krijgt dankzij ‘politiek Den Haag’ van de EU een uitzonderingspositie (derogatie),  waardoor er in Nederland meer mest geproduceerd mag worden dan in andere landen.
 
Bovenbedoelde suggestie dat de landbouwsector benadeeld wordt ten opzichte van andere sectoren vindt klaagster overigens niet verrassend: toen uit beelden van het KNMI bleek dat er door de coronacrisis minder stikstofdioxide wordt uitgestoten, stelden woordvoerders van de landbouwsector dat de landbouwsector relatief onschuldig is in de stikstofcrisis, dit terwijl ammoniak (afkomstig uit de landbouw/veehouderij) de grootste boosdoener is en er geen
teken is dat deze uitstoot verminderd is.
 
Ad 3.
Klaagster herhaalt dat de nieuwe wetten ten gunste van de natuur zijn, niet ten gunste van
luchtvervuilende industrieën. Verder is de veehouderij zelf een voorname luchtvervuiler. Mensen die daar in de buurt wonen, hebben volgens het RIVM een verminderde longfunctie en grotere kans op longontstekingen. Dit komt vooral door de ammoniak die vrijkomt bij de ontlasting van vee.
Het is misleidend om te stellen dat de landbouwsector, in tegenstelling tot de luchtvaart of
zware industrie, de lucht niet vervuilt. Daarnaast wordt, zoals gezegd, 70% van het voedsel geëxporteerd. Daarom is het misleidend om te stellen dat de garantie op voedsel in gevaar komt door nieuwe milieuwetgeving.
 
Klaagster concludeert als volgt:
Omdat de veesector niet alleen werkt voor de (garantie op voedsel voor de) Nederlander,
maar grotendeels zelf een niet-vitale, vervuilende industrie is die niet onevenredig wordt
benadeeld ten opzichte van andere industrieën, maar juist onevenredig wordt bevoordeeld,
is de commercial misleidend.
De consument krijgt door de commercial een onjuist beeld van de landbouwsector
in Nederland en gaat “eerder” over tot aankopen, die bij “de werkelijke informatie” niet
zouden worden gedaan.

 

De mondelinge behandeling

Klaagster heeft haar standpunt nader toegelicht. Op deze toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.

 

Het oordeel van de Commissie

De klacht komt erop neer dat klaagster de bestreden televisiereclame, meer in het bijzonder drie tekstgedeelten daarvan, misleidend vindt. Volgens klaagster krijgt de consument door de uiting  een onjuist beeld van de landbouwsector in Nederland en gaat hij “eerder” over tot aankopen, die bij “de werkelijke informatie” niet zouden worden gedaan.

De uiting houdt een aanprijzing in van denkbeelden en moet in haar geheel worden beschouwd. Het is de Commissie, door de behandeling van een klacht tegen een andere televisiereclame van adverteerder (dossier 2020 00179), bekend dat Farmers Defence Force, een belangenorganisatie voor Nederlandse boeren, vorig jaar is opgericht en met name bekend geworden is tijdens de boerenprotesten. Zij kwam verscheidene keren in het nieuws met onder meer controversiële uitspraken.

Farmers Defence Force maakt in de uiting onmiskenbaar een politiek gekleurd standpunt kenbaar, namelijk dat zij “nieuwe wetten”, aangenomen tijdens de coronacrisis, ongunstig acht voor “de boeren”. Ter onderbouwing van en om dit standpunt kracht bij te zetten, neemt zij, met enige overdrijving, een aantal stellingen in, zoals:

“Den Haag hielp de zorg om zeep. Nu zijn de boeren aan de beurt. Voor zware industrie, een dood platteland en meer sterfgevallen door luchtvervuiling. Uw garantie op voedsel, ingeruild voor vuile lucht” en zij besluit met “Is dat wat deze crisis u leerde? Is dat wat u wilt? Boeren horen bij Nederland”.
De gemiddelde consument zal bovenbedoelde strekking van de uiting niet ontgaan.

De door klaagster bestreden tekstgedeelten dienen te worden gezien tegen de achtergrond van het politiek gekleurde standpunt ofwel denkbeeld dat adverteerder kenbaar maakt. De uiting blijft  daartoe beperkt en bevat geen aanprijzing van goederen en/of diensten.

In dit geval ziet de Commissie –  waar zij zich ten aanzien van dit soort uitlatingen terughoudend dient op te stellen – geen reden voor ingrijpen. In het licht van artikel 10 EVRM (Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden), in het kader van het (heftige) debat dat Farmers Defence Force voert, mogen bewoordingen waarin het wordt gevoerd een zekere mate van overdrijving en provocatie bevatten. Dat de grenzen van deze bepaling in dit geval worden overschreden, is niet gebleken. In dit verband overweegt de Commissie nog het volgende over de drie bestreden tekstgedeelten.  

Ad 1.

Het begrip “vitale sector” kent geen vastomlijnde betekenis, bijvoorbeeld in de vorm van een wettelijke definitie. De gemiddelde kijker zal het gebruik van dit begrip in de onderhavige uiting in combinatie met “voedsel voor u” opvatten in die zin dat “de boeren” van substantieel belang zijn voor de voedselvoorziening in Nederland, ook al kent de landbouw voor- en nadelen, zoals de uitstoot van stikstof. Dat de agrarische sector in Nederland ook voedsel afzet in het buitenland, doet niet af aan bovenbedoeld belang.    

Ad 2 en 3.

Van deze tekstgedeelten is, bij gebreke van een nadere toelichting op het gestelde, niet duidelijk, waarop adverteerder precies doelt, bijvoorbeeld om welke regels of maatregelen het gaat. Wat daarvan zij, het komt de Commissie voor dat de kijker de betreffende uitspraken zal plaatsen in de context van het in de uiting vervatte ongenoegen van adverteerder over het aannemen van “nieuwe wetten” en deze uitspraken niet al te letterlijk zal nemen. 
 
Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de uiting niet ontoelaatbaar, en wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken