Samenvatting van de klacht
Klager maakt bezwaar gemaakt tegen de ontvangst van geadresseerde reclame van DELTA. Hij verwijst naar bij de klacht overgelegde Twitterberichten tussen klager en DELTA van verschillende dagen (zoals “Wed” en “Thu”), waarbij alleen de datum “Sep 20. 2022” is vermeld. Volgens artikel 14 CBR moet een verzoek om geen geadresseerde reclame te ontvangen zonder restricties worden ingewilligd, waarbij men daar 3 maanden (volgens klager “te krankzinnig voor woorden in dit computertijdperk”) over mag doen.
Klager heeft zich via Twitter tot DELTA gewend. Na aanvankelijke afwijzing van klagers verzoek om geen geadresseerde reclame te ontvangen, “gaat men nu eens nadenken over het al dan niet inwilligen” van dit verzoek. Klager moet maar afwachten, zo stelt hij. Naar zijn mening is hier sprake van een restrictie die ingevolge de CBR verboden is. Klager vindt dat DELTA meteen had moeten toezeggen de toezending “verder te stoppen (over 3 maanden)”. Ondertussen blijft DELTA “door mailen. Kruiwagens vol”, zo stelt hij.
Samenvatting van het verweer
Op 20 september 2022 heeft klager DELTA via de Twitterpagina van DELTA verzocht hem geen geadresseerde reclame meer toe te zenden, dit overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 CBR. Op 26 september 2022 heeft DELTA dit verzoek intern doorgezet en op 4 oktober 2022 is het in haar systemen verwerkt. Het verzoek is dus binnen 3 maanden (namelijk binnen anderhalve week) ingewilligd.
Volgens klager heeft DELTA niet toegezegd zijn verzoek in te willigen, maar op 26 september 2022 heeft een medewerker van DELTA aan klager meegedeeld dat zijn verzoek intern is doorgezet. Verder is klager geadviseerd zich te registreren bij Postfilter.
Het oordeel van de voorzitter
Uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, daaronder begrepen de verwijzing door beiden naar de inhoud van de bij de klacht overgelegde Twitterberichten tussen hen, begrijpt de voorzitter het volgende:
Klager heeft op dinsdag 20 september 2022 schriftelijk aan DELTA meegedeeld geen geadresseerde reclame van DELTA te willen ontvangen. In een bericht van “Sun 10:29 AM” (naar de voorzitter aanneemt zondag 25 september 2022) is namens DELTA aan klager meegedeeld: “Ik heb een melding uitgezet naar onze marketing afdeling met het verzoek om de reclame op jouw adres stop te zetten. Zij zullen dit dan zo snel mogelijk oppakken”. Vervolgens heeft DELTA klagers verzoek op 4 oktober 2022 in haar systemen verwerkt, zo heeft zij meegedeeld. De voorzitter ziet geen aanleiding om de juistheid van deze mededeling in twijfel te trekken.
Gelet op het bovenstaande acht de voorzitter het voldoende aannemelijk dat klagers verzoek binnen drie maanden na ontvangst van dat verzoek zonder restrictie is ingewilligd. Nu ook anderszins niet is gebleken van overtreding van artikel 14 CBR, bijvoorbeeld doordat klager na 4 oktober 2022 nog geadresseerde reclame van DELTA zou hebben ontvangen, wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter wijst de klacht af.