a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Opleidingen en cursussen

Status:

Dossiernr:

2021/00157 - CVB

Datum:

07-12-2021

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Opleidingen en cursussen

Motivatie:

Misleiding Prijs(vermelding)

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

Het College van Beroep [7 december 2021]

De bestreden uiting, de klacht en de beslissingen in bezwaar respectievelijk beroep

De klacht is gericht tegen de website van NHA voor zover daarop een “Cursus Turks” wordt aangeboden met de teksten “Tijdelijk met gratis tablet” en “Nú met 50% korting”, waarbij de prijs van € 189,- wordt getoond en een knop om zich voor de cursus in te schrijven.

De klacht luidt dat geen sprake is van een gratis tablet bij de prijs van € 189,-. Als men zich gaat inschrijven voor de cursus en daarbij kiest voor de gratis tablet, blijkt dat men € 214,- moet betalen. Alleen als wordt gekozen voor € 25,- korting in plaats van de gratis tablet, betaalt men voor de cursus de aanbiedingsprijs van € 189,-.

De voorzitter heeft de klacht gegrond geacht, ervan uitgaande dat het accepteren van het aanbod van de ‘gratis tablet’ extra kosten voor de consument met zich brengt. In dat geval is sprake van een onjuist gebruik van de aanduiding ‘gratis’ als bedoeld in punt 19 van de bij artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) behorende bijlage 1.

In het door NHA tegen deze beslissing ingediende bezwaar heeft NHA gesteld dat de extra kosten bestaan uit een bedrag van € 25,- aan onvermijdelijke inschrijfkosten. Deze worden automatisch in rekening gebracht wanneer een cursist ervoor kiest om een opleiding af te nemen. Dat de inschrijfkosten overeenkomen met het bedrag dat als korting wordt aangeboden, berust volgens NHA op toeval. De korting is de helft van de waarde van de tablet. NHA stelt in het bezwaar voorts dat, hoewel de klacht hier niet op ziet, het probleem mogelijk hierin is gelegen dat het verschuldigd zijn van de inschrijfkosten pas wordt vermeld bij het daadwerkelijk bestellen van de cursus. Het betalen van inschrijfgeld is echter gebruikelijk in de branche waarin NHA actief is. Nu deze informatie tijdig, voor het plaatsen van de bestelling, wordt verstrekt, is volgens NHA geen sprake van misleiding. Wel heeft NHA in de mobiele versie van de website verduidelijkt dat inschrijfkosten verschuldigd zijn.

De Commissie heeft in bezwaar het aannemelijk geacht dat de consument door de combinatie van de mededelingen over de gratis tablet, de korting en de extra kosten op het verkeerde been wordt gezet en zodoende de extra kosten abusievelijk zal interpreteren als betaling voor de gratis tablet. Vervolgens heeft de Commissie beoordeeld of de informatie over de extra kosten voldoende adequaat is. Volgens de Commissie is de uiting een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand en is niet voldaan aan de eis van artikel 8.4.i NRC dat de totale prijs dient te worden vermeld, aangezien de vaste inschrijfkosten niet in de prijs zijn verdisconteerd. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting misleidend en daarom in strijd met artikel 7 NRC.

 

De grieven

De Commissie heeft ten onrechte de betrokken uiting misleidend geacht. Het betalen van inschrijfgeld voor een cursus is gebruikelijk en het is voor de gemiddelde cursist volstrekt duidelijk wat de totale kosten van de cursus zijn, hoe deze kosten zijn samengesteld, en dat voor de tablet niet betaald hoeft te worden. NHA geeft in het bestelproces steeds een duidelijk overzicht waaruit blijkt waarvoor de cursist moet betalen. Omdat NHA dit overzicht op meerdere momenten in het bestelproces verstrekt, is dit voor de gemiddelde consument niet te missen. NHA verwijst naar de uitspraak in dossier 2021/00343. Anders dan de adverteerder in die zaak, vermeldt NHA de essentiële informatie wel. De uiting die de adverteerder naar aanleiding van die eerdere beslissing heeft aangepast, vermeldt niet dat afzonderlijk betaald moet worden voor een noodzakelijke nevenaankoop. Dit blijkt pas wanneer op ‘Lees meer’ wordt geklikt. Toch voldoet de vernieuwde uiting van die andere adverteerder aan de eis dat de essentiële informatie is gegeven. Dit is vergelijkbaar met de bestreden reclame-uiting van NHA. Op de banner zijn nog niet de volledige kosten van de cursus te zien, maar zodra de (aspirant-)cursist op de knop ‘inschrijven’ in de reclame-uiting van NHA klikt, worden deze kosten duidelijk en in alle stappen van het bestelproces vermeld. Daarbij heeft de Commissie de bestreden uiting ten onrechte als een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand in de zin van artikel 8.4 NRC aangemerkt. NHA moet, zoals ook door de Commissie is vermeld, aan de in dit artikel genoemde informatieverplichtingen voldoen, dus de totale prijs van de zaken of diensten, met inbegrip van alle kosten, verstrekken. Er staat in artikel 8.4.i NRC echter niet, zoals de Commissie in de bestreden uitspraak oordeelt, dat deze kosten al in de reclameprijs moeten zijn verdisconteerd. Dat NHA de inschrijfkosten niet in de reclame-uiting zelf vermeldt, betekent dus niet dat NHA niet voldoet aan de vereisten van artikel 8.4.i NRC. Het is ook niet nodig deze kosten direct in de reclame-uiting te vermelden. Voldoende is dat de inschrijfkosten op transparante wijze in het bestelproces worden vermeld en dat het bestelproces als zodanig ervoor garant staat dat de consument een geïnformeerde beslissing neemt. NHA voldoet aan alle in artikel 8.4.i NRC genoemde informatieverplichtingen. Zij vermeldt tijdens het bestellen de totale prijs van de zaken of diensten, met inbegrip van alle kosten, op duidelijke en begrijpelijke wijze. De (aspirant-)cursist wordt via het overzicht dat hij steeds te zien krijgt in het bestelproces meermaals gewezen op deze kosten. Bovendien heeft te gelden dat, wanneer de (aspirant-)cursist achteraf zou vinden dat hij te veel zou hebben betaald dan wel om andere reden op de gemaakte keuze wenst terug te komen, hij vijftien dagen heeft om de cursus toch niet af te nemen. Ook daardoor wordt de cursist beschermd.

 

De mondelinge behandeling

Het College beschouwt de pleitnota die ter zitting namens NHA is voorgedragen als hier ingelast. Daarin is onder meer gesteld dat het bedrag van de cursus afhankelijk is van keuzes van de consument en is een beroep gedaan op de vrijheid van meningsuiting. Op hetgeen NHA tijdens de zitting heeft verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

Het oordeel van het College

1. De klacht is gericht tegen de pagina van de website van NHA waarop een cursus Turks “met gratis tablet” wordt aangeboden voor € 189,-. De klacht luidt dat de laptop niet gratis is omdat men € 214,- moet betalen om deze bij de cursus te ontvangen. De voorzitter heeft de klacht gegrond geacht. In het door NHA tegen deze beslissing gemaakte bezwaar heeft de Commissie geoordeeld dat de tablet gratis is, maar dat gemakkelijk de indruk kan ontstaan dat € 25,- voor de tablet in rekening wordt gebracht. Vervolgens heeft de Commissie beoordeeld of de informatie over de € 25,- inschrijfkosten adequaat is. Deze overwegingen van de Commissie sluiten aan bij de door NHA in het bezwaar genoemde stellingen over de wijze waarop de consument over de inschrijfkosten wordt en mag worden geïnformeerd.

2. De vraag of de informatie over de inschrijfkosten adequaat is, is in dit geval relevant, nu het geschil mede ziet op de vraag of voldoende duidelijk is dat men als gevolg van die kosten bij de keuze voor de gratis tablet € 214,- dient te betalen in plaats van het in de uiting genoemde bedrag van € 189,-. Terecht heeft de Commissie dit aspect derhalve bij de beoordeling betrokken. Daarbij is blijkbaar echter niet aan NHA kenbaar gemaakt dat de Commissie naar aanleiding van het voorgaande specifiek zou toetsen aan de informatieverplichting van artikel 8.4.i NRC. Wat daarvan zij, NHA heeft in beroep inhoudelijk hierop kunnen reageren en zij heeft het beroep op de toepassing van artikel 8.4.i NRC toegespitst. Het College zal daarom beoordelen of NHA in de bestreden reclame-uiting een cursus mocht aanbieden voor een prijs van € 189,-, dat wil zeggen: een prijs exclusief inschrijfkosten.

3. De uiting noemt een specifieke cursus (“Turks”) met een daarbij behorende prijs (€ 189,-) op een aan het gebruikte medium (een mobiele website) aangepaste wijze. Daarmee beschikt de consument over de informatie die hem in staat stelt een aankoop te doen. Dit kan door in de uiting te klikken op de knop ‘inschrijven’ die in feite een online bestelmechanisme is. De uiting valt door het voorgaande onder de regeling van de uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. Het betoog van NHA dat pas de pagina’s die men ziet nadat men op de link ‘inschrijven’ heeft geklikt een uitnodiging tot aankoop betreffen, stuit op het voorgaande af. Tot de eisen die gelden voor de uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand behoort de in artikel 8.4.i NRC neergelegde verplichting om een prijs te noemen inclusief alle bijkomende kosten die vooraf kunnen worden berekend. Uit artikel 6:193f aanhef en onder b BW volgt dat de in artikel 8.4.i NRC bedoelde – met artikel 6:230m lid 1 aanhef en onder e BW corresponderende – prijsinformatie bij commerciële communicatie essentieel is. Het belang hiervan blijkt ook uit het feit dat de rechter zo nodig ambtshalve dient te beoordelen of de essentiële prijsinformatie op correcte wijze is verstrekt (vgl. HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677).

4. NHA erkent dat de voor de cursus verschuldigde inschrijfkosten vaste onvermijdbare kosten zijn. Er is voor NHA geen relevante belemmering om deze kosten in de prijs op haar website te verdisconteren. Zij is blijkens het voorgaande hiertoe verplicht op grond van artikel 8.4.i NRC, ongeacht of het gebruikelijke kosten zijn en ongeacht de informatie die de consument later ziet. De consument moet op grond van deze bepaling een prijs zien waarvoor hij de dienst daadwerkelijk kan bestellen. Zoals de Commissie heeft geoordeeld, is de uiting hiermee in strijd nu daarin de prijs exclusief inschrijfkosten staat. In feite heeft dit tot gevolg dat de uiting de onjuiste suggestie wekt dat men voor € 189,- een cursus Turks met gratis laptop kan volgen. Welke keuze de consument ook maakt, indien men voor de gratis laptop kiest, is men € 214,- verschuldigd. NHA mag hierover geen misverstand wekken.

5. Voor zover NHA verwijst naar de beslissing in dossier 2021/00343 en de naar aanleiding van die beslissing aangepaste reclame-uiting van een ander bedrijf, volstaat het College met op te merken dat die aangepaste reclame-uiting geen specifiek product en evenmin een prijs noemt, zodat het om een onvergelijkbare uiting gaat. Dat de consument na de reclame-uiting nog bepaalde keuzes kan maken, zoals met betrekking tot het niveau van de cursus, doet in dit geval verder niet ter zake. Die keuzes nemen immers niet weg dat de inschrijfkosten vast en onvermijdbaar zijn waardoor het in de uiting genoemde bedrag onjuist is, nu dit exclusief deze kosten is. De vrijheid van meningsuiting waarop NHA zich onder verwijzing naar artikel 10 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens beroept, kan tot slot geen rechtvaardiging bieden voor het handelen in strijd met wettelijke verplichtingen, die in dit geval integraal zijn overgenomen in de NRC. Het College beslist daarom als volgt.

 

De beslissing vam het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie (8 september 2021]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website van NHA Opleidingen, voor zover daarop staat:
“Cursus Turks”
“Tijdelijk met GRATIS tablet”
“Nú met 50% korting”
[…]
“378,00   189,00”

De klacht

In de uiting staat “tijdelijk met gratis tablet” en “nu met 50% korting” en een prijs van €189,-. Zodra klager zich gaat inschrijven voor de cursus moet hij echter €214,- betalen. Klager kan hierbij kiezen voor een gratis tablet of hij kan kiezen voor €25,- korting. Pas zodra klager kiest voor €25,- korting komt de aanbiedingsprijs van €189,- naar voren. Volgens klager is hierdoor geen sprake van een gratis tablet, omdat hij voor de tablet €25,- moet betalen.

Samenvatting van het verweer

Adverteerder erkent dat het juist is dat klager meer moet betalen dan de in de uiting aangegeven prijs van €189,-, maar deze kosten hebben geen betrekking op de tablet. Bij het afrekenen is te zien dat deze kosten betrekking hebben op het inschrijfgeld. Op de mobiele telefoon is dit te zien door op het knopje ‘details’ te klikken. De tablet is dus wel gratis, aldus adverteerder.

De uiting voldoet volgens adverteerder aan artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC). Bij het afrekenen wordt aangegeven dat nog €25,- aan inschrijfgeld betaald moet worden. Voor de gemiddelde consument is duidelijk wat de kosten zijn, waar deze kosten op zien, en dat voor de tablet dus niet (extra) betaald hoeft te worden. Daarnaast voldoet de uiting aan het in artikel 8.4 onder i van de NRC vermelde vereiste dat op duidelijke en begrijpelijke wijze de essentiële informatie moet worden verstrekt over de totale prijs van de aangeboden diensten. Bij het afrekenen wordt aangegeven waar de in rekening gebrachte kosten op zien. Voorafgaand aan betaling is dus duidelijk dat bovenop het bedrag van €189,- nog €25,- aan inschrijfgeld betaald moet worden. Volgens adverteerder wordt de consument duidelijk geïnformeerd over het bedrag dat hij verschuldigd is wanneer hij op het aanbod ingaat.

Als gevolg van een ‘bug’ op de mobiele versie van de website van NHA bleek de knop ‘details’ niet goed te werken. Wanneer op de mobiele versie van de website op deze knop werd gedrukt, gebeurde er niets. De bedoeling is echter dat, zodra de knop ‘details’ wordt ingedrukt, een specificatie van de kosten verschijnt. Zonder deze klacht had NHA deze fout niet opgemerkt en NHA bedankt klager dan ook voor het melden van deze fout. De ‘bug’ is inmiddels verholpen.

Samenvatting van de beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft de klacht toegewezen op grond van de overweging dat -kort gezegd- nu is gebleken dat het accepteren van het aanbod van de ‘gratis tablet’ extra kosten voor de consument meebrengt, er sprake is van onjuist gebruik van de aanduiding “gratis” als bedoeld in punt 19 van de bij artikel 8.5 NRC behorende bijlage 1. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Samenvatting van het bezwaar en het aanvullend bezwaarschrift

Buiten de minimale, onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod behoeven in het onderhavige geval door de consument geen extra kosten te worden betaald. Dit blijkt volgens adverteerder ook uit het aanbod. Bij het afrekenen wordt immers aangegeven waar de in rekening gebrachte kosten op zien. Voorafgaand aan betaling wordt duidelijk gemaakt dat bovenop het genoemde bedrag van €189,- een bedrag van €25,- aan inschrijfkosten moet worden betaald. Deze inschrijfkosten zijn minimale, onvermijdelijke kosten. Ook andere opleiders rekenen inschrijfkosten. Dat deze kosten onvermijdelijk zijn blijkt uit het feit dat de inschrijfkosten niet uitgezet kunnen worden en dat deze automatisch in rekening worden gebracht wanneer een cursist ervoor kiest om een opleiding af te nemen.

Dat de inschrijfkosten overeenkomen met het bedrag dat als korting aangeboden wordt berust op toeval. Deze korting is vastgesteld in aansluiting met de Wet Beperking Cadeaustelsel 1977 (welke inmiddels is vervallen). Met deze wet wilde men prijsversluiering tegengaan. Adverteerder heeft nog wel aansluiting gezocht bij de letter van deze (vervallen) wet en biedt aldus ongeveer de helft van de waarde in contanten aan, in het geval de student geen cadeau wenst te ontvangen. De tablet is werkelijk gratis, maar studenten die geen tablet willen ontvangen, kunnen van een korting genieten. Deze korting is de helft van de waarde van de tablet. Studenten kunnen er ook voor kiezen om geen korting en/of cadeau te ontvangen, in dat geval betalen zij de standaardprijs van €214,-. In het overzicht staat duidelijk welke kosten de cursist moet betalen voordat hij/zij gaat afrekenen. In dit overzicht ziet hij/zij ook duidelijk dat niet wordt betaald voor de tablet, maar dat enkel €25,- aan inschrijfkosten wordt berekend. Voor de consument is duidelijk wat de kosten zijn, waarop deze kosten zien, en dat voor de tablet dus niet (extra) behoeft te worden betaald.

Volgens adverteerder gaat de voorzitter uit van de onjuiste premisse dat het te betalen inschrijfgeld zou afdoen aan het gratis ter beschikking stellen van het tablet. Hoewel de klacht er niet op ziet, is het door klager ervaren probleem mogelijk hierin gelegen dat het verschuldigd zijn van de inschrijfkosten pas wordt vermeld bij het daadwerkelijk bestellen van de cursus. Nu de informatie tijdig de consument bereikt (voor het plaatsen van de bestelling), is volgens adverteerder alsnog geen sprake van misleiding. Omdat adverteerder niet kan uitsluiten dat voor sommige aspirant-cursisten bij de mobiele versie van het aanbod verwarring kan ontstaan, heeft adverteerder de mobiele versie van de website aangepast. Hierdoor is voor iedere (aspirant-) cursist duidelijk dat boven het bedrag van de cursus nog inschrijfkosten verschuldigd zijn.

Tot slot benadrukt adverteerder het belang van het in rekening brengen van inschrijfkosten.

Samenvatting van de mondelinge behandeling

Het standpunt van NHA is gehandhaafd en nader toegelicht. Voor zover nodig wordt op hetgeen ter zitting is aangevoerd ingegaan in het hierna volgende oordeel.

Het oordeel van de Commissie

1.    Vooropgesteld wordt dat de beoordeling van de Commissie zich beperkt tot de door klager overgelegde uiting, zoals genoemd onder het kopje ‘de bestreden uiting’. Beoordeeld dient te worden of deze uiting in overeenstemming is met de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC).

2.    In de bestreden reclame-uiting worden de mededelingen: “Tijdelijk met GRATIS tablet”, “Nú met 50% korting”, met daarbij een prijs(voordeel) van: “378,00  189,00” gedaan. Vast is komen te staan dat de consument die een cursus gaat bestellen bovenop de aangeboden prijs van €189,- extra kosten ten bedrage van €25,- is verschuldigd. Volgens klager is hierdoor geen sprake van een “gratis tablet”. Adverteerder bestrijdt dit en voert aan dat weliswaar sprake is van extra kosten ter hoogte van €25,-, maar dat deze kosten geen verband houden met de gratis tablet. In het bestelproces wordt duidelijk gemaakt dat deze extra kosten de inschrijfkosten betreffen, wat vaste onvermijdelijke kosten zijn, aldus adverteerder.  De Commissie overweegt hierover als volgt.

3.    Dat sprake is van vaste inschrijfkosten bovenop de aangeboden prijs van €189,- blijkt niet uit de bestreden uiting. In de uiting wordt immers zonder enig voorbehoud een prijs van €189,- getoond, met daarbij de mededeling “Tijdelijk met GRATIS tablet”. De consument ziet de extra kosten pas op de vervolgpagina en daarna in het bestelproces, zodat uiteindelijk €214,- in plaats van €189,- moet worden betaald. Bij de gemiddelde consument kan hierdoor gemakkelijk de indruk ontstaan dat aldus toch kosten voor de ‘gratis’ tablet in rekening worden gebracht. Nu het bedrag van de vaste inschrijfkosten bovendien gelijk is aan het te kiezen kortingsbedrag, te weten €25,-, acht de Commissie het aannemelijk dat klager door de combinatie van deze mededelingen op het verkeerde been is gezet en zodoende de extra kosten heeft geïnterpreteerd als een vorm van betaling voor de “gratis tablet”.  

4. De klacht is gebaseerd op misleiding wegens de extra kosten, en blijkbaar is klager door de wijze waarop hierover informatie wordt verstrekt in verwarring geraakt. De Commissie vat de klacht daarom in deze zin op dat de informatie over de extra kosten onvoldoende adequaat is. In dat kader is het volgende van belang. De uiting met bestelmogelijkheid betreft een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand in de zin van artikel 8.4 NRC. Dit brengt mee dat de uiting aan de in dit artikel genoemde informatieverplichtingen moet voldoen. Vaste inschrijfkosten dienen bij een online aanbieding in de prijs te zijn inbegrepen, zoals volgt uit artikel 8.4.i NRC. Vermelding van de totale prijs is nodig om de consument in staat te stellen een geïnformeerd besluit over een online transactie te nemen. Nu in de bestreden uiting de vaste inschrijfkosten niet in de totale prijs zijn verdisconteerd, ontbreekt de vereiste duidelijkheid over de (totaal)prijs van de Cursus Turks en het daarbij behorende aanbod van de “gratis tablet”. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de consument tijdens het bestelproces op de inschrijfkosten wordt gewezen, zoals door adverteerder is aangevoerd, doet aan het voorgaande niet af. Deze kosten hadden in de prijs dienen te zijn verdisconteerd. Op basis van de bestreden uiting kan de consument immers reeds besluiten om de Cursus Turks aan te schaffen.

5.    Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de Commissie

De Commissie bevestigt, met enige wijziging van gronden, de beslissing van de voorzitter dat de reclame-uiting in strijd is met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen bezwaar is gemaakt]


Beslissing van de voorzitter van de Reclame Code Commissie [2 juni 2021]

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website van NHA Opleidingen, voor zover daarop staat:
“Cursus Turks”
“Tijdelijk met GRATIS tablet”
“Nú met 50% korting”
[…]
“378,00   189,00”

De klacht

In de uiting staat “tijdelijk met gratis tablet” en “nu met 50% korting” en een prijs van € 189,-. Zodra klager zich gaat inschrijven voor de cursus moet hij echter € 214,- betalen. Klager kan hierbij kiezen voor een gratis tablet of hij kan kiezen voor € 25,- korting. Pas zodra klager kiest voor € 25,- korting komt de aanbiedingsprijs van € 189,- naar voren. Volgens klager is hierdoor geen sprake van een gratis tablet, omdat hij voor de tablet € 25,- moet betalen.

Het verweer

Adverteerder erkent dat het juist is dat klager meer moet betalen dan de in de uiting aangegeven prijs van € 189,-, maar deze kosten hebben geen betrekking op de tablet. Bij het afrekenen is te zien dat deze kosten betrekking hebben op het inschrijfgeld. Op de mobiele telefoon is dit te zien door op het knopje ‘details’ te klikken. De tablet is dus wel gratis, aldus adverteerder.

De uiting voldoet volgens adverteerder aan artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC). Bij het afrekenen wordt aangegeven dat nog € 25,- aan inschrijfgeld betaald moet worden. Voor de gemiddelde consument is duidelijk wat de kosten zijn, waar deze kosten op zien, en dat voor de tablet dus niet (extra) betaald hoeft te worden. Daarnaast voldoet de uiting aan het in artikel 8.4 onder i van de NRC vermelde vereiste dat op duidelijk een begrijpelijke wijze de essentiële informatie moet worden verstrekt over de totale prijs van de aangeboden diensten. Bij het afrekenen wordt aangegeven waar de in rekening gebrachte kosten op zien. Voorafgaand aan betaling is dus duidelijk dat bovenop het bedrag van € 189,- nog € 25,- aan inschrijfgeld betaald moeten worden. Volgens adverteerder wordt de consument duidelijk geïnformeerd over het bedrag dat hij verschuldigd is wanneer hij op het aanbod ingaat.

Als gevolg van een ‘bug’ op de mobiele versie van de website van NHA bleek de knop ‘details’ niet goed te werken. Wanneer op de mobiele versie van de website op deze knop werd gedrukt, gebeurde er niets. De bedoeling is echter dat, zodra de knop ‘details wordt ingedrukt’, een specificatie van de kosten verschijnt. Zonder deze klacht had NHA deze fout niet opgemerkt en NHA bedankt klager dan ook voor het melden van deze fout. De ‘bug’ is inmiddels verholpen.

Het oordeel van de voorzitter

1.

In de uiting wordt een cursus aangeboden met de mededeling “Tijdelijk met GRATIS tablet” en een aanbiedingsprijs van €189,-. Bij de inschrijving (door op de knop ‘inschrijven’ te klikken), is gebleken dat klager voor de cursus inclusief een gratis tablet een bedrag van € 214,- moet betalen. Volgens klager is hierdoor geen sprake van een gratis tablet omdat hij € 25,- extra moet betalen. Adverteerder erkent dat klager bij de keuze voor een gratis tablet € 25,- meer moet betalen, echter deze kosten zien volgens haar op het inschrijfgeld en niet op de tablet. De voorzitter overweegt als volgt.

2.   

Bij gebruik van het woord ‘gratis’ verwacht de gemiddelde consument dat hij iets krijgt zonder in ruil daarvoor geld te hoeven geven. De gemiddelde consument zal, gelet op de formulering van het aanbod in de bestreden uiting, deze waarschijnlijk zo opvatten dat hij bij aanschaf van de cursus een gratis tablet ontvangt. Het woord ‘gratis’ impliceert dat er voor de tablet geen kosten in rekening worden gebracht. Nu is gebleken dat de totale kosten onder de streep voor de cursus inclusief een gratis tablet hoger zijn dan de totale kosten zonder tablet, zal de consument deze extra kosten kunnen beschouwen als een vorm van betaling voor de kosten van de tablet. Dat deze extra kosten volgens adverteerder zien op de inschrijfkosten doet hier niet aan af. Per saldo is de consument immers meer geld verschuldigd indien hij kiest voor het gratis item dan indien hij daarvan afziet.

3.

Op basis van artikel 8.5 in combinatie met punt 19 van de bij dit artikel behorende Bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code (NRC) is onder alle omstandigheden sprake van misleidende reclame indien een product wordt omschreven als “gratis”, terwijl de consument iets anders moet betalen dan de minimale, onvermijdelijke kosten om in te gaan op het aanbod en het product af te halen dan wel dit te laten bezorgen. Nu is gebleken dat het accepteren van het aanbod van de ‘gratis tablet’ extra kosten voor de consument met zich meebrengt, is sprake van onjuist gebruik van de aanduiding “gratis” als bedoeld in punt 19 van de bij artikel 8.5 NRC behorende bijlage 1. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4.   

Gelet op het bovenstaande komt de voorzitter niet toe aan de vraag of de (vaste) inschrijfkosten op de juiste wijze in de bestreden uiting zijn weergegeven, en wordt als volgt beslist.

De beslissing

De voorzitter acht de uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan om voortaan niet meer op dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken