De klacht
Klager stelt, samengevat, dat de bewuste reclame-uiting (een flyer voor het Warung evenement in de Melkweg) is gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die een Nee/Ja-sticker heeft.
Het verweer
Het Warung evenement werd mede-georganiseerd door een externe partij. Afzender wist niet dat in de aanloop naar dit evenement die partij flyers in brievenbussen met Nee/Ja-stickers zou bezorgen. Afzender geeft verspreiders de instructie dat dit niet is toegestaan. In het vervolg zal afzender externe promotors strikt mededelen dat het op deze wijze verspreiden van ongeadresseerd drukwerk voor evenementen in de Melkweg niet is toegestaan.
Het oordeel van de voorzitter
1) De voorzitter overweegt dat klager onweersproken heeft gesteld dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in zijn brievenbus, die voorzien is van een Nee/Ja-sticker. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Op grond van het voorgaande heeft afzender artikel 3.1 Code VOR overtreden. Ingevolge deze bepaling dienen afzenders (inclusief promotors waarmee zij samenwerken) en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers te bereiken, en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
2) Afzender heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen. Gelet hierop zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR.