a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Recreatie, amusement, cultuur en sport

Dossiernr:

2019/00374

Datum:

10-07-2019

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Recreatie, amusement, cultuur en sport

Motivatie:

Misleiding Ontbrekende informatie

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website biggym.nl, voor zover daarop een volwassen man is afgebeeld in sportoutfit. In zijn linker hand houdt hij een bord omhoog waarop staat:
“BIG

GYM
VANAF
7,50
WWW.BIGGYM.NL”.

Verder wordt in de uiting een periode van “gratis sporten” en “gratis inschrijven” aangeboden.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klager heeft zich naar eigen zeggen begin dit jaar aangemeld bij adverteerder voor een maandbedrag van € 7,50 bij een contract van 3 jaar. Volgens klager stond destijds overal aangegeven dat de eerste 3 maanden van het lidmaatschap “gratis” waren. Op 16 maart 2019 is er € 10,50 van zijn rekening afgeschreven. Dat werd door adverteerder uitgelegd als € 7,50 lidmaatschap en € 3,- voor een kluisje. Vervolgens werd er in april € 10,- van klagers rekening afgeschreven. Dat verbaasde klager: hij had verwacht dat er € 7,50 zou worden afgeschreven. Volgens adverteerder had klager echter een abonnement van € 10,- per maand afgesloten. Daarnaast deelde adverteerder aan klager mee dat hij zich niet begin dit jaar, maar (pas) op 15 maart 2019 zou hebben ingeschreven. De prijs van € 7,50 zou alleen voor kinderen gelden.

Klager vindt de uiting misleidend om twee redenen: ten eerste omdat op deze manier van “gratis” sporten geen sprake is, en ten tweede omdat het abonnement van € 7,50 in de uiting kennelijk niet voor volwassenen is bedoeld.

 

Het verweer

Klager heeft zich ingeschreven op 14 maart 2019, aldus adverteerder. Op dat moment liep de actie: “Gratis sporten tot mei 2019”. Adverteerder heeft de poster die bij die actie hoorde overgelegd. Volgens adverteerder maakt zij nooit reclame met “Eerste 3 maanden gratis” of iets dergelijks; het is altijd een zin met “Gratis sporten tot…”.

Op het moment dat klager zich inschreef, kostte een 3-jarig dalurenabonnement € 10,-. Dit staat ook op de website. Klager heeft zich online ingeschreven, heeft de bedragen dus gezien en is hiermee akkoord gegaan.

In februari zijn de abonnementsprijzen verhoogd. Volgens adverteerder kan het zo zijn dat klager eerder op de website heeft gekeken en het (oude) lagere bedrag van € 7,50 heeft onthouden. Het is niet zo dat de bedragen in de tussentijd zijn verhoogd bij klager.    

 

Het oordeel van de Commissie

1.

Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat daarin ten onrechte 3 maanden gratis sporten wordt aangeboden, en omdat er wordt geadverteerd met een abonnement “vanaf € 7,50”, dat niet voor volwassenen geldt.

2.

Klager stelt dat hij zich “begin dit jaar” heeft ingeschreven; wanneer precies heeft hij niet bekend gemaakt. Adverteerder heeft aangevoerd dat klager zich op 14 maart 2019 heeft ingeschreven. Gelet op deze concrete informatie neemt de Commissie deze inschrijfdatum als uitgangspunt bij de beoordeling van de klacht.  

3.

Voor wat betreft het onderdeel van de klacht met betrekking tot het “gratis” sporten, overweegt de Commissie als volgt. Volgens klager werd het abonnement aangeprezen met de tekst “de eerste 3 maanden gratis”. Adverteerder heeft hier tegenin gebracht dat in maart 2019 de aanbieding “Sport gratis tot mei 2019” gold. Zij heeft de destijds gebruikte uiting met deze tekst overgelegd. Bij de beoordeling van de klacht neemt de Commissie de uiting met de mededeling “Sport gratis tot mei 2019” als uitgangspunt.

4.

Klager is op 14 maart 2019 ingeschreven bij adverteerder, op het moment dat de actie “Sport gratis tot mei 2019” gold. Bij klager is echter vrijwel direct na de inschrijving, te weten op 16 maart 2019, een maandbedrag van € 7,50 (plus de kosten voor een kluisje) afgeschreven. In april zijn opnieuw de maandelijkse kosten voor het lidmaatschap afgeschreven.

5.

Dit betekent dat er van “gratis sporten tot mei 2019” geen sprake is geweest. Immers, indien het lidmaatschap tot mei 2019 “gratis” zou zijn, dan zou klager normaal gesproken niet al op 16 maart 2019 hebben moeten betalen, maar pas in mei. Nu evenmin is gebleken dat klager, ondanks de afschrijving op 16 maart, toch tot mei 2019 gratis heeft kunnen sporten, is de uiting in strijd met artikel 8.5 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en punt 19 van de bij dit artikel behorende bijlage 1. Op grond van het voorgaande is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.   

6.

Met betrekking tot het tweede deel van de klacht, over de mededeling “vanaf 7,50” geldt het volgende. In de uiting (zowel de uiting die klager heeft overgelegd als die adverteerder heeft overgelegd) is een volwassen man te zien die een bordje omhoog houdt met de tekst “vanaf 7,50”. Op het moment van inschrijven (14 maart 2019) bedroeg het maandbedrag voor klager € 10,-. Door adverteerder is niet weersproken dat het maandbedrag van € 7,50 alleen voor kinderen geldt. Dit blijkt tevens uit de prijslijst op de website, waarnaar adverteerder in haar verweer verwijst. De Commissie gaat er om die reden vanuit dat de prijs van € 7,50 geldt voor een kinderabonnement.  

7.

Door de combinatie van de afbeelding van de duidelijk volwassen man en het bordje dat hij vasthoudt met de tekst “vanaf 7,50” zal de gemiddelde consument verwachten dat de mogelijkheid bestaat dat hij of zij een abonnement kan afsluiten voor een maandelijkse prijs van € 7,50. Dit is in werkelijkheid niet het geval: een groot deel van het publiek zal geen gebruik kunnen maken van de aanbieding, omdat deze alleen voor kinderen geldt.

Deze belangrijke beperking op het aanbod wordt nergens in de uiting duidelijk gemaakt.

8.

Gezien het voorgaande is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in art. 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

9.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken