De klacht
Klager stelt, kort samengevat, dat de bewuste reclame-uiting is gedeponeerd in zijn brievenbus, hoewel die voorzien is van een zogenaamde NEE/NEE-sticker.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
Volgens afzender is zij verplicht om de omgeving op de hoogte te brengen van de komst van het circus. Als klein circus doet zij alles zelf, zo ook het flyeren. Aan de circusartiesten die hebben geflyerd, is uitgelegd dat er in brievenbussen met een NEE/NEE en NEE/JA sticker geen flyers mogen worden gedeponeerd. Dit is ook aan de hand van de kleuren op de stickers uitgelegd. Afzender gaat er daarom vanuit dat de sticker op de brievenbus van klager ofwel niet zichtbaar is geweest, of verkeerd begrepen is. Volgens afzender gaat het om een misverstand, waarvoor zij haar excuses aanbiedt.
Het oordeel van de voorzitter
Als onweersproken is komen vast te staan dat afzender de bewuste flyer heeft gedeponeerd in de brievenbus van klager, die is voorzien van een NEE/NEE-sticker in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Met deze sticker wordt duidelijk kenbaar gemaakt dat men geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen.
Ook een flyer als de onderhavige valt onder het bereik van deze code. In de flyer is immers sprake van een directe aanprijzing van de circusvoorstelling en van een uitnodiging om kaarten voor de voorstelling te kopen.
Door de bezorging van de bewuste flyer in een brievenbus voorzien van een NEE/NEE-sticker heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 3.1 Code VOR. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
Volgens afzender is sprake van een misverstand omdat zij haar bezorgers wel informeert over de stickers. Om die reden zal de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken worden gedaan voor zover nodig.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De voorzitter is van oordeel dat afzender artikel 3.1 van de Code VOR heeft overtreden en beveelt afzender, voor zover nodig, aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te (doen) verspreiden.