a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Status:

Dossiernr:

2019/00771

Datum:

13-01-2020

Uitspraak:

VT voor zover nodig

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Direct marketing (niet digitaal)

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat. Klaagster heeft meermaals aan afzender kenbaar gemaakt geen geadresseerde reclame te willen ontvangen. Ter onderbouwing van haar klacht overlegt klaagster de correspondentie met afzender waarin zij haar bezwaar kenbaar maakt. Hieruit blijkt dat zij onder meer op 14 juni 2019 bezwaar heeft gemaakt tegen de geadresseerde reclame. Afzender heeft op 17 juni 2019 aangegeven gehoor te zullen geven aan het bezwaar door klaagster uit het systeem te verwijderen. Desondanks is klaagster geadresseerde reclame blijven ontvangen van afzender. De klacht houdt dus in dat afzender geen rekening houdt met klaagsters beroep op het recht op verzet.

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat. Afzender erkent de klacht en betreurt het dat klaagster ondanks haar verzoek geen reclame meer van afzender te willen ontvangen, deze toch is blijven ontvangen. Afzender geeft aan dat indien men aangeeft niet meer benaderd te willen worden, de desbetreffende persoon direct wordt geblokkeerd.
Afzender had klaagster in haar systeem aangemerkt als niet meer te contacteren. Echter, door een inputfout heeft klaagster toch geadresseerde reclame ontvangen van afzender. Afzender biedt hiervoor excuses aan. Inmiddels heeft afzender de procedure en het systeem aangepast ter voorkoming van verdere ongewenste geadresseerde reclame.

Het oordeel van de voorzitter

De gewraakte reclame-uiting is een geadresseerde reclame, waarop de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Respons Advertising (CBR) van toepassing is. Ingevolge artikel 14 CBR dient de opdrachtgever van geadresseerde reclame er zorg voor te dragen dat, indien een ontvanger heeft laten weten geen geadresseerd reclamedrukwerk meer te willen ontvangen, deze wens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een termijn van drie maanden na ontvangst van het verzoek, wordt ingewilligd. In dit geval kan gesteld worden dat niet is voldaan aan artikel 14 CBR. Dit blijkt uit de meegezonden correspondentie tussen klaagster en afzender waarin klaagster in ieder geval op 14 juni 2019 een beroep doet op haar recht van verzet in de zin van artikel 14 CBR, zij toch geadresseerde reclame is blijven ontvangen en dat afzender dit heeft erkend en dit heeft geweten aan een invoerfout. In de mededeling van afzender maatregelen te hebben genomen ter voorkoming van een dergelijke situatie, ziet de voorzitter aanleiding om een aanbeveling aan afzender te doen voor zover nodig. Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing van de voorzitter

Afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 14 CBR. De voorzitter beveelt afzender, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken