a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Status:

Dossiernr:

2022/00086

Datum:

05-07-2022

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uiting 

Het betreft een reclame-uiting op Facebook van DFDS Nederland, waarin onder meer staat:

“Reis naar Noorwegen met je eigen auto; Vanaf € 27 p.p.”.

 

De klacht 

Klager heeft de bestreden uiting op Facebook gezien. In de uiting wordt niets gezegd over extra kosten voor het vervoer van de auto, terwijl de advertentie zich geheel richt op een reis met de eigen auto. Evenmin blijkt dat de prijs per persoon zich richt op het aantal van niet minder dan vier deelnemers.

Klager heeft diverse vertrekdata in januari, februari, maart en april 2022 bekeken en screenshots overgelegd. Hieruit blijkt volgens klager dat de prijs €140 of hoger was. Volgens klager is om drie redenen sprake van misleiding:

1) er wordt gerekend met een per-persoon-prijs, wat volgens klager ongebruikelijk is,

2) indien al sprake zou zijn van een per-persoon-prijs dan dient deze op de standaard van twee te zijn gebaseerd conform artikel III.1 2.3 van de Reclamecode Reisaanbiedingen 2014 (RR) en

3) zelfs als de per-persoon-prijs voor vier personen zou gelden, dan komt het totaal van de geadverteerde prijs uit op €108,- in plaats van de door klager geconstateerde  €140,-. Nu het klager na herhaalde pogingen niet gelukt is om te boeken voor de aangeboden prijs is er volgens hem geen sprake van een redelijke beschikbaarheid maar van een zogenoemd ‘lokkertje’. Hierdoor is volgens klager sprake van strijd met de RR alsmede met artikel 2, 7 en 8 NRC.

 

Het verweer 

In de advertentie staat duidelijk dat het een vanaf-prijs is van €27 p.p. Zodra men hierop klikt wordt men doorgelinkt naar de betreffende website waarop staat dat het een prijs per persoon is, op basis van 4 personen in een hut.

Het is correct dat het een ‘vanaf-prijs’ betreft. Volgens adverteerder zijn er in oktober en november van dit jaar vele data beschikbaar. Hiermee wordt het beschikbaar hebben van dagen met deze te boeken prijs in voldoende mate mogelijk gemaakt.

Aangezien het een product betreft op de Scandinavische route, die ook te boeken is vanuit Nederland, is de prijscalculatie gebaseerd op Deense Kronen. In dit geval gaat het om een prijs van 200 DKK. Kennelijk is er een administratieve fout gemaakt bij het omrekenen naar euro’s. Als gevolg hiervan staat er een prijs van €27 p.p., in plaats van de daadwerkelijke vanaf-prijs van €28 p.p. Adverteerder heeft hierop direct de prijzen in de Facebook advertentie aangepast naar €28,-. Verder verwijst adverteerder naar artikel 2 van de Algemene Voorwaarden inzake een administratieve fout met betrekking tot prijzen.


Het oordeel van de voorzitter

De voorzitter heeft de klacht toegewezen voor wat betreft klagers bezwaar met betrekking tot (de berekening van) de prijs en de uiting in strijd geacht met het bepaalde in artikel 7 NRC. Voor wat betreft klagers bezwaar dat er geen redelijke beschikbaarheid van de aanbieding is geweest in de zin van het bepaalde in V.1 RR  heeft de voorzitter de klacht afgewezen, omdat sprake is van een vanaf-prijs en adverteerder aannemelijk heeft gemaakt dat in een bepaalde periode wel van de vanaf-prijs gebruik kon worden gemaakt. Een kopie van de volledige beslissing van de voorzitter is aan deze uitspraak gehecht als bijlage 2.

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

Klager maakt bezwaar tegen het onderdeel van de voorzittersbeslissing waarin zijn klacht is afgewezen. Volgens klager richt het aanbod zich op de wintersportperiode: de personen op de foto zijn wintersporters met ski’s en andere wintersportattributen. Volgens klager is er geen sprake van een redelijke beschikbaarheid nu adverteerder heeft meegedeeld dat er pas beschikbaarheid is in oktober en november 2022: acht maanden na het verschijnen van de advertentie. Vanaf februari 2022 heeft hij geprobeerd om te boeken voor februari, maart en april 2022, maar dit was niet mogelijk. Dat het wel mogelijk zou zijn om voor oktober en november 2022 te boeken vindt klager niet relevant, omdat het dan geen wintersportseizoen in Noorwegen is. Klager heeft in dat verband een screenprint van de website wintersport.nl overgelegd, waarop is te zien dat er sneeuwzekerheid is in het Noorse Hemsedal in de periode van januari t/m april en daarna weer in december. Klager vergelijkt de uiting met de situatie dat een reis naar de bollenvelden zou worden aangeboden in alle maanden behalve in maart, april en mei (wanneer de bollenvelden in bloei staan).  

 

De reactie van adverteerder op het bezwaar

Volgens adverteerder is de actie inmiddels niet meer beschikbaar en is het onmogelijk om nog aan te tonen dat de reis ook in de wintermaanden te boeken was voor de gepubliceerde prijs.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De uiting bevat een foto van drie skiërs en twee snowboarders in een sneeuwlandschap, en de teksten: “Reis naar Noorwegen met je eigen auto” en “vanaf € 27 p.p.” Door de afbeelding en het moment dat de uiting is verspreid (januari 2022), wordt er een onmiskenbaar verband met wintersport gelegd. De aangeboden dienst heeft naar het oordeel van de Commissie dan ook betrekking op een wintersportreis. De reclame zal dan ook met name consumenten aanspreken die interesse hebben in een wintersportreis. Om die reden mag worden verwacht dat er een redelijke beschikbaarheid van het aanbod in de wintersportperiode is.

2.

Klager heeft gemotiveerd betwist dat er sprake is geweest van een redelijke beschikbaarheid van de aangeboden dienst in de winterperiode. Adverteerder heeft in haar verweer enkel meegedeeld dat de reis in oktober en november 2022 geboekt kon worden voor de gepubliceerde prijs. In haar reactie op bezwaar heeft zij meegedeeld dat het momenteel niet meer mogelijk is om aan te tonen dat de reis ook in de wintermaanden te boeken is geweest voor de aangeboden prijs.

3.

In de Reclamecode voor Reisaanbiedingen (RR) staat onder V, artikel 1: “Aanbieders zorgen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen aangeboden diensten voor de genoemde prijs.”

In de toelichting bij dit artikel staat: “Aanbieders onthouden zich van het aanbieden van diensten als er een gegrond vermoeden bestaat dat zij deze diensten niet tegen de prijs kunnen laten verrichten gedurende een periode en in een hoeveelheid die rekening houdend met de dienst, de omvang van de voor de dienst gevoerde reclame en de aangeboden prijs redelijk is (geen lokkertjes).”

Onder VI RR staat: “Aanbieders dienen de juistheid en de beschikbaarheid van hun aanbieding aannemelijk te maken indien deze wordt aangevochten. […].”   

4.

Gelet op hetgeen adverteerder heeft meegedeeld in haar verweer en in haar reactie op het bezwaar acht de Commissie de redelijke beschikbaarheid van de aangeboden dienst in de wintersportperiode niet aannemelijk gemaakt terwijl het, zoals hiervoor is overwogen, wel aan haar is om dat aannemelijk te maken. Dat zij daartoe niet meer in staat, komt dan ook voor haar risico. Weliswaar is de reis kennelijk wel te boeken geweest voor oktober en november 2022, maar deze maanden vallen buiten de (wintersport)periode waarop de uiting is gericht en die het publiek zal verwachten bij het zien van deze uiting.

 

De beslissing   

De Commissie wijst het bezwaar toe en acht de uiting in strijd met het bepaalde onder V. artikel 1 RR. Zij beveelt adverteerder aan niet meer op deze wijze reclame te maken.

 

 

De voorzittersbeslissing d.d. 5 mei 2022|:

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een reclame-uiting op Facebook van DFDS Nederland, waarin onder meer staat:

“Reis naar Noorwegen met je eigen auto
Vanaf € 27 p.p.”

 

Samenvatting van de klacht

Klager heeft de bestreden uiting op Facebook gezien. In de uiting wordt niets gezegd over extra kosten voor de auto, terwijl de advertentie zich geheel richt op de eigen auto. Evenmin blijkt dat de prijs per persoon zich richt op het aantal van niet minder dan vier deelnemers. Klager vraagt zich af of de uiting zich ook richt op echtparen of zonder kinderen.

Klager heeft diverse vertrekdata in januari, februari, maart en april 2022 bekeken en screenshots overgelegd. Hieruit blijkt volgens klager dat geen van deze 14 naspeuringen tot een prijs van minder dan €140 mocht leiden. Volgens klager is om drie redenen sprake van misleiding: 

1) nimmer heeft klager vliegreizen, treinreizen, busreizen, (Nederlandse) hotelovernachtingen gezien met een per-persoon-prijs,

2) indien al sprake zou zijn van een per-persoon-prijs dan dient deze op de standaard van twee te zijn gebaseerd conform artikel III.1 2.3 van de Reclamecode Reisaanbiedingen 2014 (RR) en

3) zelfs als de per-persoon-prijs voor vier personen zou gelden, dan komt het totaal van de geadverteerde prijs uit op €108,- in plaats van de door klager geconstateerde  €140,-. Na 14 pogingen over een periode van 3 maanden komt klager tot de conclusie dat geen sprake is van een redelijke beschikbaarheid maar van een zogenaamd ‘lokkertje’. Hierdoor is volgens klager sprake van strijd met de RR alsmede met artikel 2, 7 en 8 NRC.

 

De samenvatting van het verweer

In de advertentie staat duidelijk dat het een vanaf-prijs is van €27 p.p. Zodra men hierop klikt wordt men doorgelinkt naar de betreffende website waarop staat dat het een prijs per persoon is, op basis van 4 personen in een hut.

Het is correct dat het een ‘vanaf-prijs’ betreft. Volgens adverteerder zijn er in oktober en november van dit jaar vele data beschikbaar. Hiermee wordt het beschikbaar hebben van dagen met deze te boeken prijs in voldoende mate mogelijk gemaakt.

Aangezien het een product betreft op de Scandinavische route, die ook te boeken is vanuit Nederland, is de prijscalculatie gebaseerd op Deense Kronen. In dit geval gaat het om een prijs van 200 DKK. Kennelijk is er een administratieve fout gemaakt bij het omrekenen naar euro’s. Als gevolg hiervan staat er een prijs van €27 p.p., in plaats van de daadwerkelijke vanaf-prijs van €28 p.p. Adverteerder heeft hierop direct de prijzen in de Facebook advertentie aangepast naar €28,-. Verder verwijst adverteerder naar artikel 2 van de Algemene Voorwaarden inzake een administratieve fout met betrekking tot prijzen.

 

Het oordeel van de voorzitter

1.         In de bestreden uiting wordt een overtocht naar Noorwegen met de eigen auto aangeboden met daarbij een prijs “vanaf € 27 p.p.”. Klager maakt om diverse redenen bezwaar tegen deze uiting, onder meer omdat niet staat aangegeven dat de genoemde prijs per persoon is gebaseerd op basis van een bezetting van vier personen in een hut. Voorts maakt klager bezwaar tegen de wijze van prijsberekening en de beschikbaarheid van de aanbieding. De voorzitter overweegt als volgt.

2.         In de uiting wordt zonder enig voorbehoud meegedeeld “vanaf € 27 p.p.”. Door deze mededeling en nu niet staat vermeld dat deze aanbiedingsprijs per persoon gebaseerd is op een bezetting van vier personen in een hut, is de voorzitter van oordeel dat de indruk wordt gewekt dat de genoemde aanbiedingsprijs van toepassing is per persoon, ongeacht de bezetting van het aantal personen per hut. Nu in feite sprake is van een prijs van een accommodatie (hut) aan boord dient ingevolge artikel 2.3 van de Reclamecode Reisaanbiedingen 2014 (RR) bij het aanbieden van een vanaf-prijs, naast de prijs per persoon het bij die prijs behorend aantal personen te worden genoemd als dit afwijkt van de standaard van 2 personen. Op geen enkele wijze kan dit laatste uit de uiting worden afgeleid. Dat de informatie mogelijk wel duidelijk wordt zodra men op de advertentie klikt en op de website van adverteerder terechtkomt, doet niet af aan de onduidelijkheid van de prijsinformatie in de bestreden uiting. Daarnaast is gebleken dat in het bestelproces separaat ook (extra) kosten in rekening gebracht voor de auto, hetgeen niet uit de bestreden uiting blijkt. Voorts heeft adverteerder in haar verweer erkend dat bovendien sprake is geweest van een administratieve fout bij het omrekenen van de prijs van Deense Kronen naar Euro’s. Ingevolge de RR zijn aanbieders gehouden tot het hanteren van correcte en duidelijke prijzen in hun reclame-uitingen. De voorzitter is op grond van het voorgaande van oordeel dat op genoemde punten sprake is van het verstrekken van onjuiste en onduidelijke informatie ten aanzien van de prijs, waardoor de bestreden reclame-uiting in strijd is met het bepaalde onder III.1 RR in verbinding met artikel 2.3 RR en artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voor de volledigheid merkt de voorzitter nog op dat zodra de kosten voor de auto standaard worden berekend bij de aanbieding “Reis naar Noorwegen met je eigen auto vanaf €27 p.p.”, deze als onvermijdbare kosten in de vanaf-prijs dienen te worden opgenomen. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. De voorzitter acht dit onderdeel van de klacht gegrond.

3.    Voorts heeft klager heeft aangevoerd dat in de maanden januari, februari, maart en april 2022 er geen mogelijkheid is om van de aanbiedingsprijs gebruik te maken. Daarentegen heeft adverteerder aangevoerd dat er in oktober en november 2022 nog vele data beschikbaar zijn waarop de aanbiedingsprijs wel te boeken is. Aanbieders dienen, op grond van het bepaalde in V.1 RR, zorg te dragen voor een redelijke beschikbaarheid van de door hen in reclame-uitingen aangeboden diensten voor de genoemde prijs. Hierbij dient te worden opgemerkt dat in de uiting een vanaf-prijs staat, hetgeen impliceert dat er ook hogere bedragen in rekening kunnen worden gebracht. Nu sprake is van een zogenaamde ‘vanaf-prijs’ en adverteerder aannemelijk heeft gemaakt dat in een bepaalde periode wel van de aangeprezen vanaf-prijs gebruik kan worden gemaakt, ziet de voorzitter op basis van hetgeen klager heeft aangevoerd onvoldoende aanleiding om dit klachtonderdeel gegrond te achten. Dit onderdeel van de klacht wordt dan ook afgewezen.

5.    De voorzitter beslist als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de, in het oordeel, onder 2 beschreven reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De voorzitter wijst de klacht af, voor zover deze is gericht tegen de in het oordeel onder 3 beschreven reclame-uiting.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken