a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2018/00829

Datum:

18-12-2018

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Tabak

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een krantenadvertentie in de NRC waarin adverteerder diverse vacatures meldt. Bij de vacature “Marketing Manager” bij het bedrijf Mignot & de Block B.V. (dat mascotte vloeipapier maakt) zijn bij de functieomschrijving een afbeelding van een verpakking vloeipapier (van het type “Mascotte original”) afgebeeld, en een collage van foto’s. In deze collage zijn 6 verschillende afbeeldingen opgenomen:

het turkoois/blauwe logo van MASCOTTE;

een hand die 4 verpakkingen MASCOTTE “M-Series” vasthoudt;

dansende mensen;

5 handen die in totaal 3 verpakkingen vloeipapier vasthouden;

De slogan “3 keer beter”;

Een man met een turkoois-blauwe “MASCOTTE”- pick-up truck die een wand in de turkoois kleur van MASCOTTE verft.

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Volgens klager is de uiting is strijd met de Tabaks- en rookwarenwet, omdat de “onnodig uitbundige opmaak van de collage rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft dat bekendheid wordt gegeven aan tabaksproducten of aanverwante producten”. Hoewel rokersbenodigdheden als vloeipapier niet onder de definitie van de Tabakswet vallen en reclame voor vloeipapier in beginsel is toegestaan, is de uiting desondanks ontoelaatbaar, aldus klager. Hij onderbouwt zijn klacht als volgt. Reclame maken voor vloeipapier is volgens klager in beginsel toegestaan, maar er moet volgens hem wel rekening gehouden worden met de aan artikel 2 van de Richtlijn 2003/33/EG (over reclame en sponsoring van tabaksproducten) ontleende “ondergrens”. Dit artikel houdt in dat elke vorm van commerciële mededeling die het geven van bekendheid aan- of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel (on)rechtstreeks tot gevolg heeft, verboden is. Volgens klager betekent dit dat reclame voor vloeipapier ook verboden is, omdat vloeipapier een klassiek complementair goed is. De vraag naar vloeipapier is volgens klager namelijk volledig afhankelijk van de vraag naar tabak omdat vloeipapier alleen voor het rollen van sigaretten gebruikt kan worden. Het enkel noemen van een logo in het kader van een wervingsadvertentie kan te billijken zijn, aldus klager, maar in deze uiting wordt actief de associatie met het consumeren van tabaksproducten gezocht.    

Volgens klager valt de uiting niet onder de uitzonderingen van artikel 5 lid 5 onder a van de Tabakswet, waarbij bepaalde commerciële mededelingen wél zijn toegestaan. De uitzondering ziet op commerciële mededelingen die uitsluitend bestemd zijn voor personen die werkzaam zijn in de handel in tabaks- en aanverwante producten. Hiervan is bij de personeelsadvertentie van YER geen sprake, omdat de advertentie in de NRC stond, en dus voor een groter publiek bestemd is.   

Volgens klager is het noemen van een tabaksmerk in een personeelsadvertentie in sommige gevallen toegestaan, maar dan moet dit wel op sobere wijze (zonder logo’s of beeldmerken) geschieden. Klager onderbouwt deze stelling aan de hand van twee uitspraken van de rechtbank Rotterdam van 31 augustus 2007 (RBROT: 2007: BB4596 en RBROT:2007: BB4647).

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.
De setting van de uiting (een wervingsadvertentie) maakt dat er geen sprake is van reclame. Daarbij geldt dat YER een wervingsbureau is en de personeelsadvertentie, als het al reclame betreft, geen reclame is voor vloeipapier.

Vloeipapier is geen tabaks- of aanverwant product in de zin van de Tabakswet. De definitie uit artikel 2 van Richtlijn 2003/33/EG mag niet zover worden opgerekt dat vloeipapier hier onder valt, aldus adverteerder.

 

Het oordeel van de Commissie

1) In de eerste plaats dient beoordeeld te worden of sprake is van reclame. De Commissie beantwoordt deze vraag bevestigend. Krachtens artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) dient onder reclame te worden verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten of denkbeelden, alsmede het vragen van diensten. De onderhavige personeelsadvertentie is naar het oordeel van de Commissie aan te merken als reclame, en in de advertentie zijn foto’s afgebeeld met een aanprijzend karakter van Mascotte vloeipapier, waaronder een afbeelding van de slogan van Mascotte: “3 x beter”.

2) Klager maakt bezwaar tegen de uiting omdat de afbeeldingen bij de vacature volgens hem in strijd met de wet zijn. De Commissie overweegt als volgt.

3)  Volgens klager is de reclame in strijd met de wet, zoals bedoeld in artikel 2 NRC. Het relevante juridische kader is in dit geval de Tabaks- en rookwarenwet, waar (in artikel 5) staat dat elke vorm van reclame of sponsoring verboden is.

4) In de Tabaks- en rookwarenwet worden “tabaksproducten” als volgt gedefinieerd: “producten die geconsumeerd kunnen worden en die, al is het slechts ten dele, bestaan uit tabak, ook indien genetisch gemodificeerd”. Hoewel klager erkent dat vloeipapier niet direct onder deze definitie valt, is hij van mening dat de wijze waarop in de uiting reclame wordt gemaakt voor vloeipapier toch in strijd met de Tabakswet wet is. Volgens klager biedt artikel 2 van Richtlijn 2013/33/EG (over reclame en sponsoring van tabaksproducten) handvatten voor zijn stelling, omdat in dit artikel staat dat “elke vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft” verboden is. Volgens klager zal het publiek vloeipapier associëren met tabaksproducten en heeft de in dit geval “uitbundige” aanprijzing van vloeipapier tot gevolg dat tabaksproducten worden aangeprezen.

5) De Commissie volgt deze redenering niet. In de Memorie van Toelichting bij de Tabakswet (Tweede Kamer 1984-1985, 18 749 nr. 3) staat het volgende: “De werkingssfeer van het wetsvoorstel blijft, anders dan de Commissie aanbeval, beperkt tot de eigenlijke rookwaar, derhalve sigaren, sigaretten en kerftabak, welke geheel of gedeeltelijk bestaan uit bestanddelen van de tabaksplant. De regering is van oordeel dat het mede brengen onder de wet van bij het roken gebruikte hulpmiddelen, zoals sigarettenpapier of vloei, pijpen en dergelijke te ver zou voeren.” Bij de implementatie van de Richtlijn waarop klager zich rechtstreeks beroept, is in die opvatting van de wetgever geen verandering gekomen.

6) Hieruit volgt dat het bij de totstandkoming van de Tabakswet niet de bedoeling is geweest van de wetgever om vloeipapier direct of indirect onder de werking van die wet te laten vallen. Nu van een verandering op dit punt, bijvoorbeeld door een wijziging van de wet of uit jurisprudentie, niet gebleken is, is de Commissie van oordeel  dat vloeipapier buiten het bereik van de Tabakswet valt. Van strijd met deze wet is daarom geen sprake. 

7) Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken