a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2021/00534

Datum:

09-12-2021

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Uitgeven

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

Samenvatting van de klacht

Klager heeft in 2017 een reis geboekt bij adverteerder. Op 15 september 2017 ontving klager een commerciële e-mail van adverteerder. De mail ging over fotoboeken. Dit is geen eigen product van adverteerder en ook geen gelijksoortig product. Klager heeft geen toestemming gegeven voor commerciële berichten van adverteerder, waardoor de e-mail in strijd is met artikel 1.3a van de Code reclame via e-mail. De bestreden e-mail bevatte ook geen afmeldlink. Adverteerder heeft klager laten weten dat het een eenmalige mail betrof en dat hij zich niet hoefde af te melden. Volgens klager klopt dit niet, een afmeldlink is verplicht en het ontbreken hiervan is in strijd met artikel 5.1 van de Code reclame via e-mail. Adverteerder heeft daags hierna bevestigd dat er geen andere nieuwsbrieven verstuurd zouden worden. In antwoord daarop heeft klager nog een keer laten weten zijn vermeende opt-in expliciet in te trekken. De verwerking van deze intrekking is door adverteerder bevestigd.

Op 2 augustus 2021 ontving klager opnieuw een commerciële uiting van adverteerder. Volgens klager had adverteerder hiervoor geen opt-in, omdat hij deze eerder al had ingetrokken. Adverteerder gaf aan zich te beroepen op de uitzondering die geldt voor eigen producten of diensten en dat ze daaraan voldoet doordat de bestreden uiting een afmeldlink heeft. Volgens klager ziet adverteerder hier artikel 11.7, vierde lid, van de Telecommunicatiewet over het hoofd, waarin expliciet staat dat de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen het gebruik van die gegevens geboden moet worden op het moment dat de gegevens worden verzameld. De bestreden e-mail is dan ook in strijd met artikel 1.3a Code e-mail en 1.3b Code e-mail.

Tot slot bevat de e-mail volgens klager niet alle noodzakelijke contactgegevens nu geen (directe verwijzing naar een) telefoonnummer is opgenomen. De uiting is daarmee ook in strijd met artikel 2.2. Code reclame via e-mail.  

 

Samenvatting van het verweer

Voor zover de klacht betrekking heeft op de Telecommunicatiewet wordt verzocht de klacht niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de (voorzitter van de) Reclame Code Commissie oordeelt of de reclame-uiting voldoet aan de regels in de Nederlandse Reclame Code, dan wel een bijzondere Reclamecode. De Telecommunicatiewet is opgenomen in afzonderlijke wetgeving.

Voor zover de klacht ziet op de communicatie tussen klager en adverteerder op 15 september 2017, wordt ook verzocht dit niet-ontvankelijk te verklaren. Adverteerder kan niet inhoudelijk ingaan op de klacht, nu deze e-mail niet als bijlage bij de klacht is gevoegd. Alleen de e-mail van 30 juli 2021 (waarvan klager aangeeft dat deze dateert van 2 augustus 2021) is bij de klacht gevoegd. Wat betreft de e-mail van 30 juli 2021 wordt opgemerkt dat adverteerder intern onderzoek heeft laten uitvoeren en hieruit is gebleken dat klager zich inderdaad heeft uitgeschreven voor commerciële mailingen. Deze uitschrijving is abusievelijk niet meegenomen bij het verzenden van de mailing. Klager had de e-mail niet mogen ontvangen. Adverteerder heeft de betreffende afdeling hier nogmaals op gewezen, om te voorkomen dat dit zich in de toekomst nog een keer voordoet.

Uit de door klager overgelegde e-mail van 30 juli 2021 blijkt dat adverteerder op een duidelijke en eenvoudige wijze klanten de gelegenheid biedt om zich af te melden voor (bijvoorbeeld) de nieuwsbrief.

 

Het oordeel van de voorzitter

1) De voorzitter heeft in het dossier geen e-mail aangetroffen van adverteerder aan klager uit 2017, zoals klager die in zijn klacht heeft omschreven, waardoor over die uiting niet kan worden geoordeeld. Los daarvan acht de voorzitter het niet aangewezen om vier jaar na de verzending van een e-mail te oordelen of bij die verzending is voldaan aan de eisen van de Code e-mail.

Gelet hierop wordt ook niet meer toegekomen aan de vraag of afzender destijds de mogelijkheid heeft aangeboden om zich af te melden op het moment dat de gegevens van klager werden verzameld, zoals klager mede onder verwijzing naar de Telecommunicatiewet aan de orde stelt.

2) De voorzitter vat voor het overige de klacht van klager zo op, dat klager bezwaar maakt tegen het ontvangen van een commerciële e-mail van 30 juli 2021 van adverteerder (waarvan klager aangeeft dat deze dateert van 2 augustus 2021, maar waarvan duidelijk is dat klager en adverteerder dezelfde e-mail bedoelen), nadat hij zich in 2017 heeft uitgeschreven voor het ontvangen van commerciële e-mails van adverteerder. Nu niet ter discussie staat dat klager zich heeft uitgeschreven voor commerciële mails van adverteerder, is artikel 1.3 in samenhang met artikel 5 van de Code Reclame via e-mail niet nageleefd. Op grond van deze artikelen moet een recht van verzet onverwijld worden ingewilligd. Hieraan is niet voldaan. Dat er hier volgens adverteerder sprake was van een fout, waardoor klager abusievelijk de bestreden e-mail heeft ontvangen, maakt dit niet anders. Het onderdeel van de klacht dat hierop ziet is dan ook gegrond. De voorzitter heeft kennisgenomen van de toezegging van adverteerder klager in de toekomst geen commerciële e-mails meer te sturen.

3) Verder wijst klager er terecht op dat in de e-mail van 30 juli 2021 een telefoonnummer ontbreekt. Artikel 2.2 Code e-mail is bedoeld om voor de ontvanger een rechtstreekse en effectieve communicatie met afzender mogelijk maken. Daartoe dient in reclame via e-mail duidelijk de naam, het adres en de contactgegevens van de afzender te worden genoemd. Niet is ingevuld wat onder ‘contactgegevens’ wordt verstaan. Nu het om reclame via e-mail gaat, en de geadresseerde daardoor al over een (op grond van artikel 2.3 Code e-mail: werkend) e-mailadres van afzender beschikt, moet het begrip ‘contactgegevens’ aldus worden uitgelegd dat het, naast de naam en adres, gaat om het telefoonnummer van afzender (vgl. dossier 2016/00654). Een telefoonnummer maakt bij uitstek een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met afzender mogelijk. Afzender kan ervoor kiezen deze gegevens in elke e-mail te vermelden dan wel in de e-mail een link ‘Contact’ (of vergelijkbare link) op te nemen die linkt naar de websitepagina waar haar naam, adres en telefoonnummer staan. Nu een dergelijke link ontbreekt, had afzender het telefoonnummer in de e-mail zelf dienen te vermelden. Nu adverteerder dat niet heeft vermeld, is sprake van schending van artikel 2.3 Code e-mail en wordt als volgt beslist.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 2) en 3) is overwogen, heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 1.3, 2.2 en 5 van de Code reclame via e-mail. De voorzitter beveelt verweerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken