a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2020/00406

Datum:

14-09-2020

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Uitzenden/ICT

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Buitenreclame

Samenvatting van de klacht en de nadere reactie van klager

Op 27 juni 2020 meldde zich een colporteur bij de woning van klager, ondanks de bij de bel aanwezige sticker met de tekst “geen colportage”. Klager heeft zich daarover per e-mail beklaagd bij adverteerder, maar ontving een niet ter zake doende reactie. Daarna heeft hij nog een e-mail gezonden. Daarop heeft adverteerder niet gereageerd. Op 16 juli 2020 kwam er opnieuw een colporteur aan de deur met dezelfde opdracht. Hij was niet bekend met de bezwaren van klager en de lopende klacht. Klager stelt dat adverteerder door het voorgaande heeft gehandeld in strijd met artikel 4 lid 1 Reclame Code voor Fieldmarketing (RFM), artikel 9 lid 1 RFM en artikel 10 lid 2 RFM.

 

Samenvatting van het verweer en de nadere reactie van adverteerder

Adverteerder erkent dat zij uitgebreider en specifieker op de klacht van klager had moeten ingaan. Adverteerder heeft een professioneel bureau ingeschakeld dat een strikte ‘Guidance’ hanteert en dat de wensen van de consument respecteert. Dit bureau kan zich niet herkennen in de berichten van klager, anders dan dat een fieldmedewerker een aantekening heeft gemaakt waarbij het adres van klager is op ‘rood’ is gezet, wat betekent dat adres uit de ‘leads’ is gehaald. Uit de klacht blijkt dat in dit geval waarschijnlijk een overenthousiaste fieldmedewerker niet goed heeft opgelet bij het aanbellen. In de beleving van adverteerder heeft de fieldmedewerker zich direct verontschuldigd en het salesgesprek beëindigd. Dit wordt ook bevestigd door klager. Er zijn er geen klachten van wijkgenoten van klager bekend. Hieruit blijkt dat de regels omtrent colportage worden nageleefd. Adverteerder betwist dat er sprake is geweest van een tweede verkoper aan de deur. Er is in juli geen opdracht gegeven aan de fieldmedewerkers om sales te verwerven in de straat waar klager woont. Het door adverteerder ingeschakelde bureau heeft bevestigd dat het adres van klager niet meer voorkomt in haar systemen en dat in de toekomst niet meer zal worden aangebeld bij klager.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Op een door klager overgelegde foto is duidelijk te zien is dat direct onder zijn deurbel een relatief grote en opvallende sticker is bevestigd met de tekst “NEE. Géén colportage”. Daarmee heeft klager als bewoner ondubbelzinnig meegedeeld dat hij geen fieldmarketing wenst in de zin van de RFM. Onvoldoende weersproken is dat in strijd hiermee een fieldmarketeer op 27 juni 2020 bij klager heeft aangebeld in verband met directe verkoop of promotie ten behoeve van adverteerder. Hierdoor heeft adverteerder, als medeverantwoordelijke voor de correcte naleving van de RFM, gehandeld in strijd met artikel 9 lid 1 RFM. Gelet hierop doet niet meer ter zake of medio juli 2020 een fieldmarketeer nogmaals bij klager heeft aangebeld in verband met directe verkoop of promotie ten behoeve van adverteerder, zoals klager stelt en adverteerder betwist. Door het eerste contact op 27 juni 2020 heeft adverteerder immers reeds in strijd met artikel 9 lid 1 RFM gehandeld. De overige artikelen die klager noemt, zien op een andere situatie dan hier aan de orde en blijven om die reden buiten toepassing.

2)  Adverteerder stelt dat maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat nogmaals bij klager zal worden aangebeld. Blijkbaar zijn deze maatregelen niet effectief gelet op het feit dat klager bij e-mail van 11 september 2020 gemotiveerd heeft gesteld dat op die dag opnieuw een fieldmarketeer namens adverteerder bij hem heeft aangebeld. Klager heeft de naam van deze persoon genoteerd en een foto gemaakt van de banner die deze persoon bij zich had, waarop het merk van adverteerder is te zien. De voorzitter acht het onaanvaardbaar dat in korte tijd herhaaldelijk de belsticker van klager is genegeerd en zal om die reden geen gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 9 lid 1 RFM. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken