a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2018/00707

Datum:

08-11-2018

Uitspraak:

RCC Aanbeveling (voor zover nodig)

Product/dienst:

Vastgoed

Motivatie:

Misleiding Ontbrekende informatie

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de bij een brief van Vereniging Eigen Huis (hierna: VEH) gevoegde folder over “Collectieve Inkoop Zonnepanelen”, meer specifiek het in de folder opgenomen rekenvoorbeeld. Dit luidt als volgt:

   “REKENVOORBEELD VAN DE OPBRENGST

    Een zonnepanelensysteem gaat minimaal 25 jaar mee.

            Stel, u schaft een systeem aan met 12 panelen voor een bedrag van € 5.146,-

            inclusief btw. U wekt hiermee 3.100 kWh per jaar op en bespaart jaarlijks € 690,-.

            Tevens kunt u 21% btw van de aanschafprijs terugvragen bij de Belastingdienst

            (in dit voorbeeld € 893,-), uw investering is in iets langer dan 6 jaar terugverdiend.

            Vervolgens wekt u nog 19 jaar uw eigen stroom op en zo bespaart u fors op uw

            energiekosten.

            Deze berekening is een indicatie op basis van huidige gemiddelde marktprijzen

            (Bron: Milieu Centraal) en de huidige salderingsregeling. Deze is gegarandeerd

            tot 2020. Middels de veiling van de collectieve inkoop wordt er een aanzienlijke

            korting op de aanschafprijs behaald, hierdoor wordt de terugverdientijd korter.”

 

De klacht

Met het rekenvoorbeeld in de folder wordt volgens klager een te rooskleurige voorstelling van zaken gegeven. In de eerste plaats wordt er geen rekening mee gehouden dat gedurende de levensduur van de zonnepanelen van minimaal 25 jaar de omvormer een keer vervangen zal moeten worden. Volgens de website van Milieu Centraal is een omvormer na 12 à 13 jaar aan vervanging toe. Klager heeft zelf ervaren dat twee omvormers al na vijf jaar vervangen moest worden. Milieu Centraal schat de kosten van vervanging van één omvormer op ongeveer € 900,-. Deze kostenpost wordt in het rekenvoorbeeld van VEH verzwegen. Verder maakt VEH in de uiting geen melding van de (jaarlijkse) onderhouds- en schoonmaakkosten die gemaakt moeten worden om de zonnepanelen goed te laten werken. Als alle genoemde kostenposten wel in de voorbeeldberekening worden meegenomen, valt volgens klager het voorspelde rendement lager uit en zal de terugverdientijd beduidend langer zijn dan de genoemde 6 jaar. Op grond hiervan vindt klager de uiting misleidend.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

In de brief verstrekt VEH algemene informatie over de Collectieve Inkoop Zonnepanelen. Hierbij verwijst VEH naar de informatie op haar website en in de bijgevoegde folder. Het rekenvoorbeeld dat in de folder is opgenomen, is gebaseerd op een interactief rekenhulpmiddel dat VEH met externe partners heeft ontwikkeld. Screenprints van de verschillende onderdelen van het rekenhulpmiddel zijn als bijlagen bij het verweer gevoegd. Met het rekenhulpmiddel  kan op basis van het invoeren van persoonlijke gegevens inzicht worden verkregen in de kosten en de opbrengsten (de verwachte terugverdientijd) van de zonnepanelen. In het rekenhulpmiddel zijn ook de kosten voor een nieuwe omvormer opgenomen, waarbij is uitgegaan van € 42,- per paneel (in totaal ruim € 500,-) en vervanging na 12 jaar, dus na de in het rekenvoorbeeld genoemde terugverdientijd van iets meer dan 6 jaar. In het kader van de Collectieve Inkoop Zonnepanelen wordt het functioneren van zowel zonnepanelen als omvormer gedurende 10 jaar gegarandeerd.

Over de noodzaak van het schoonmaken van zonnepanelen bestaan verschillende meningen. Omdat zonnepanelen bij levering van een vuilafstotende coating zijn voorzien en onder een schuine hoek worden geplaatst, adviseert VEH tot nu toe altijd om de panelen door de regen te laten schoonspoelen. Het is ter keuze van de eigenaar of hij de zonnepanelen wel of niet wil (laten) schoonmaken. Slechts indien panelen onder een hoek van minder dan 10 graden zijn geplaatst, of wanneer sprake is van snellere vervuiling door bijzondere omstandigheden – op de website worden langdurig droog weer of het wonen in de buurt van spoor, snelweg of vliegveld genoemd – kan schoonmaken nuttig zijn. In haar advies aan (potentiële) deelnemers deelt VEH mee dat vervuiling van de zonnepanelen slechts een gering rendementsverlies betekent en dat het (jaarlijks) maken van schoonmaakkosten veelal niet lonend is, zodat dit beter achterwege kan blijven.

VEH is van mening dat zij met het opnemen van het rekenvoorbeeld en de daarbij verstrekte informatie geen misleidende reclame heeft gemaakt. In de folder wordt nadrukkelijk aangegeven dat het rekenvoorbeeld uitsluitend een indicatie vormt. Verder wordt vermeld dat eenieder aan de hand van de informatie op de website voor zijn situatie specifiek kan nagaan of deelname aan de Collectieve Inkoop Zonnepanelen voor hem interessant is. Niettemin heeft VEH naar aanleiding van de klacht besloten om de inhoud van de folder aan te passen en de toelichting op het rekenvoorbeeld verder te verduidelijken. Bij de mededeling dat een zonnepanelensysteem minimaal 25 jaar meegaat, zal worden vermeld dat dit geldt voor de zonnepanelen en de meeste overige componenten, maar dat de omvormer (gelet op de verstrekte garantie) 10-12 jaar meegaat. Hierbij zal voorts nog nadrukkelijker worden verwezen naar de uitgebreidere informatie op de website, aldus VEH.

 

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord.

Voor zover nodig voor de beslissing wordt op hetgeen ter zitting is aangevoerd ingegaan in het hierna volgende oordeel.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

Beoordeeld moet worden of het “rekenvoorbeeld van de opbrengst” dat is opgenomen in de folder van VEH over de Collectieve Inkoop Zonnepanelen wegens het ontbreken van informatie misleidend is.

2.

In het gegeven voorbeeld wordt uitgegaan van de aanschaf van een systeem met 12 panelen voor € 5.146 inclusief btw, waarmee jaarlijks € 690,- op energiekosten wordt bespaard en waarbij het btw-bedrag van € 893,- kan worden teruggevraagd. Tussen partijen is niet in geschil dat aldus, wanneer geen rekening wordt gehouden met de afschrijving voor de omvormer(s), waarover hieronder meer, de eerste investering in het zonnepanelensysteem van € 5.146,- in iets langer dan 6 jaar is terugverdiend, zoals in het rekenvoorbeeld staat.

3.

In het rekenvoorbeeld wordt verder vermeld dat een zonnepanelensysteem minimaal 25 jaar meegaat en dat de eigenaar na de eerdergenoemde terugverdientijd van ruim 6 jaar nog 19 jaar zijn eigen stroom opwekt en zo fors bespaart op zijn energiekosten. Echter, vast is komen te staan dat niet alle onderdelen van het zonnepanelensysteem 25 jaar meegaan. De voor het systeem benodigde omvormer heeft een garantietermijn van 10 jaar en een gemiddelde levensduur van 10-12 jaar. Binnen de genoemde termijn van 25 jaar dient een omvormer dus naar verwachting één tot twee maal te worden vervangen. De raming van de kosten van een nieuwe omvormer lopen uiteen van ongeveer € 900,- (klager) tot ongeveer € 500,- (VEH). In ieder geval is sprake van aanzienlijke extra kosten waarmee de consument gedurende de levensduur van het zonnepanelensysteem van 25 jaar, na de terugverdientijd van de eerste investering, geconfronteerd zal worden en waarvoor hij, zoals klager terecht heeft gesteld boekhoudkundig gezien moet sparen of afschrijven. Om te voorkomen dat de gemiddelde consument op het verkeerde been wordt gezet over de totale kosten en het te behalen rendement die deelname aan de zonnepanelenactie van VEH meebrengt, moet in de uiting op de noodzaak van vervanging van een omvormer en de daarmee gepaard gaande kosten worden gewezen. Niet kan worden volstaan met het opnemen van de kosten van vervanging van een omvormer in de rekentool op de website van VEH, nu het een aanzienlijke uitgave betreft.

Nu in dit rekenvoorbeeld niet is vermeld dat rekening moet worden gehouden met afschrijving van een omvormer, is sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

4.

Klager acht het rekenvoorbeeld in de folder voorts onvolledig omdat daarin geen rekening wordt gehouden met de jaarlijkse kosten van schoonmaak van de zonnepanelen die volgens klager noodzakelijk is om de panelen goed te laten functioneren. VEH heeft deze stelling van klager gemotiveerd weersproken en zich op het standpunt gesteld dat een (jaarlijkse) schoonmaak van de panelen in de meeste gevallen niet nodig is en de eventueel te behalen geringe rendementswinst door verwijdering van vuil in het algemeen niet opweegt tegen de kosten die met het laten schoonmaken van de panelen gemoeid zijn. VEH voert aan dat zij een en ander op haar website toelicht.

5.

Op grond van hetgeen VEH heeft aangevoerd en door klager niet gemotiveerd is weersproken, is de Commissie van oordeel dat de schoonmaakkosten niet in het ter discussie staande rekenvoorbeeld behoeven te worden opgenomen. VEH heeft voldoende duidelijk gemaakt dat die kosten niet opwegen tegen het extra rendement dat door het schoonmaken kan worden behaald. Nu echter VEH op haar website wel uitzonderlijke situaties noemt, waarin het (laten) schoonmaken van de panelen noodzakelijk kan zijn – langdurig droog weer en/of het wonen in de buurt van spoor, snelweg of vliegveld – had het op haar weg gelegen om bij het rekenvoorbeeld in de folder uitdrukkelijk te verwijzen naar haar website. Nu deze verwijzing ontbreekt, is ook op dit punt sprake van het ontbreken van essentiële informatie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6.

In de mededeling bij verweer dat VEH de inhoud van de folder zal aanpassen en de toelichting op het rekenvoorbeeld verder zal verduidelijken, ziet de Commissie aanleiding de aanbeveling te doen ‘voor zover nodig’.

7.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder voor zover nodig aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken