De bestreden reclame-uiting

Het betreft een radiocommercial van Specialized waarin een e-bike wordt aangeprezen met onder meer de mededeling: “Fiets ook duurzaam met een Specialized e-bike.”

De klacht

Een e-bike is vergeleken met een reguliere fiets niet duurzaam. Een reguliere fiets is juist duurzamer dan een e-bike. De slogan ‘fiets ook duurzaam’ is daarom bedrieglijk. Ten opzichte van de auto is een e-bike wel een duurzamer alternatief, maar dat moet dan wel de insteek van de reclame-uiting zijn.

De reactie van adverteerder

Adverteerder is inderdaad niet specifiek geweest in wat zij met ‘’fiets ook duurzaam” bedoelt. Adverteerder heeft het gebruik van de reclamespot gestopt en zal deze ook niet meer gebruiken

Het oordeel van de voorzitter

Adverteerder gebruikt in de radiocommercial een duurzaamheidsclaim zonder toe te lichten in welk opzicht haar product duurzaam zou zijn. Omdat de inhoud van een duurzaamheidsclaim van geval tot geval kan verschillen, had adverteerder in de uiting duidelijk dienen te maken welke specifieke invulling zij aan het begrip ‘duurzaam’ geeft. Zonder deze informatie zal de gemiddelde consument onvoldoende in staat zijn een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Nu deze informatie in de radiocommercial ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Nu adverteerder de fout heeft erkend en zij heeft meegedeeld dat de commercial niet meer zal worden uitgezonden, zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.