De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial van Heks’nkaas waarin is te zien hoe een vrouw en een man groente met Heks’nkaas combineren. Bij de man heeft dit tot gevolg dat hij opeens over zes armen beschikt. Met een van de zes handen raakt hij de vrouw aan waarop zij geschrokken en boos reageert. De man maakt daarop met zijn handen een excuserend gebaar.

De klacht

Klaagster acht het ontoelaatbaar dat de vrouw een klap op haar linker bil krijgt.

Het oordeel van de voorzitter

Klaagster maakt specifiek bezwaar tegen de scène waarin wordt gesuggereerd dat de man de vrouw een klap op haar linker bil geeft. Uit nauwkeurige bestudering van de commercial blijkt overigens dat de man de vrouw ter hoogte van haar middel aanraakt. Deze nuance zal de kijker waarschijnlijk ontgaan mede door de geschrokken en boze wijze waarop de vrouw op de aanraking reageert. De voorzitter heeft begrip voor het feit dat niet iedereen de onderhavige scène zal waarderen. Van de televisiecommercial gaat echter niet de boodschap uit dat het om normaal gedrag gaat dat zou moeten worden nagevolgd. Het gaat om een surrealistische scène waarin de man opeens over zes armen beschikt en hij blijkbaar niet in staat is al zijn armen te controleren. De man maakt met zijn handen bovendien een excuserend gebaar. Nu de uiting op grond van het voorgaande de grens van het toelaatbare niet te buiten gaat, beslist de voorzitter als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.