De bestreden reclame-uitingen

Het betreft een reclamefolder van PLUS waarin een aanbieding voor Nescafé oploskoffie stond, waarbij werd meegedeeld dat de actie gold voor “Alle potten à 50-200 gram” en dat de “actieprijzen variëren van 2.09 – 3.74”. Daarnaast maakt klager bezwaar tegen een folder waarin een “1+1 gratis” actie stond voor blikjes Princes Tonijnstukken “à 145 gram”.

Samenvatting van de klacht

Klager wilde gebruik maken van de aanbieding in de folders voor een pot Nescafé Gold van 200 gram respectievelijk een blikje Princes Tonijnstukken van 145 gram. Volgens de consumentenservice van adverteerder betrof de aanbieding voor Nescafé een fout en werden in de door klager bezochte winkel niet de blikjes tonijn verkocht die in de aanbieding waren. In de winkel waren alleen blikjes te koop met een inhoud van 160 gram in plaats van 145 gram. Volgens klager is sprake van consumentenbedrog.

Samenvatting van het verweer

In (onder meer) de folder staat een duidelijke disclaimer die inhoudt: “Prijswijzigingen en/of zetfouten voorbehouden”. Voor de Nescafé koffie is in de folder een zetfout gemaakt ten aanzien van de prijs. Voor wat betreft de tonijnstukken geldt dat deze actie inderdaad gold voor blikjes Tonijnstukken met een inhoud van 145 gram. Voor de 160 gram blikjes gold de actie niet. Naar nu is gebleken, verkocht de lokale PLUS supermarkt uitsluitend de 160 gram versie. PLUS zal hierover in het vervolg anders communiceren. In de toekomst zal bovendien slechts de 145 grams verpakking worden gevoerd, waardoor geen verwarring meer kan ontstaan.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Ten aanzien van de actie voor de Nescafé oploskoffie heeft adverteerder erkend dat sprake is van een drukfout. Of een vergissing in een reclame-uiting leidt tot misleidende reclame, is afhankelijk van de vraag of die vergissing voor de gemiddelde consument voldoende kenbaar is. Uitsluitend indien voor deze consument concrete aanwijzingen bestaan dat de uiting bepaalde onjuistheden bevat, bijvoorbeeld omdat zonder meer duidelijk is dat er een drukfout staat of dat het onmogelijk is dat het product voor deze prijs wordt aangeboden, kan de adverteerder zich tegenover de consument erop beroepen dat sprake is van een drukfout. Deze situatie doet zich hier niet voor.
Klager kon niet weten dat het om een drukfout ging. Het beroep door adverteerder op haar disclaimer doet daaraan niet af. Dit neemt immers niet weg dat blijkens het voorgaande onjuiste informatie is verstrekt over het bestaan van een prijsvoordeel als bedoeld onder d van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de hier bedoelde folder misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

2)  Ten aanzien van de blikjes tonijnstukken heeft zich de situatie voorgedaan dat een bepaalde supermarkt de desbetreffende blikjes niet verkocht, zonder dat dit uit de folder bleek. De voorzitter verwijst naar de Algemene Aanbeveling sub h. Volgens deze – als richtsnoer te beschouwen – aanbeveling dient een geadverteerd aanbod in alle verkooppunten te worden gerealiseerd. Indien de aanprijzing van producten of diensten in advertenties in één of meer verkooppunten van een organisatie niet wordt nagekomen, is bovendien sprake van onduidelijke informatie over de levering als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC. Hierdoor kan de gemiddelde consument ertoe gebracht worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de hier bedoelde folder eveneens misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3)  De voorzitter neemt nota van de mededeling van adverteerder dat in de toekomst uitsluitend de 145 grams verpakking voor tonijn zal worden gevoerd, waardoor geen verwarring meer kan ontstaan over de aanbieding. Ten aanzien van de Nescafé oploskoffie is niet gesteld of gebleken dat adverteerder maatregelen heeft genomen om herhaling van de fout te voorkomen. Om die reden bestaat op dit moment geen aanleiding om gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep. De voorzitter beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.