a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Persoonlijke verzorging en uiterlijk

Status:

Dossiernr:

2020/00453

Datum:

08-12-2020

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Persoonlijke verzorging en uiterlijk

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een videopost op Instagram TV waarin verspreider het product Tanrevel bespreekt.

De klacht

Klager maakt bezwaar tegen de videopost, omdat daarin sprake is van reclame voor Tanrevel zonder dat dit wordt vermeld of wordt vermeld dat verspreider betaald wordt voor deze post met video.

De reactie van verspreider

Het standpunt van verspreider wordt als volgt samengevat. Zoals de toepasselijke reclamecode voorschrijft, gebruikt verspreider onder andere het woord “Partner” bij haar posts op Instagram wanneer er een adverteerder bij betrokken is. De post waartegen de klacht zich richt bevat ook het woord “Partner”, zoals blijkt uit de bij de reactie overgelegde bijlage in de vorm van een printscreen.

 

De reactie van adverteerder

Het standpunt van adverteerder wordt als volgt samengevat. Adverteerder is in de veronderstelling dat zij helder is geweest dat het bij de betreffende promotie om betaald partnerschap gaat doordat verspreider naar adverteerder verwijst met het woord “Partner”.

De mondelinge behandeling

Klager heeft ter zitting meegedeeld dat de aanduiding “Partner” volgens hem in dit geval onvoldoende is, omdat het gaat om een videopost op Instagram TV. Er had volgens hem moeten staan “Deze video bevat een betaalde samenwerking met Tanrevel”, zoals in de toelichting staat bij artikel 3 Reclamecode Social Media & Influencer Marketing (RSM) 2019.

Het oordeel van de Commissie

1.  Klager acht de uiting in strijd met artikel 3 onder a en b van de Reclamecode Social Media en de Influencer Marketing (RSM) 2019 omdat het volgens hem niet duidelijk is dat hier sprake is van reclame en een Relevante Relatie tussen de verspreider en adverteerder. 

2.  In artikel 3 van deze code staat dat (a) reclame via Social Media duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn en dat (b) het uitdrukkelijk vermeld dient te worden in de uiting indien een Verspreider een vergoeding in geld of natura ontvangt van de Adverteerder. Aan deze eis kan in ieder geval worden voldaan als de inhoud en aard van de Relevante Relatie duidelijk en op eenvoudig toegankelijke wijze wordt geopenbaard, aldus artikel 3 onder c RSM. Met deze Relevante Relatie wordt de relatie tussen de Adverteerder en de Verspreider bedoeld die gericht is op het (doen) verspreiden van de Reclame via Social Media, tegen betaling of enig voordeel, dat de geloofwaardigheid van de Reclame via Social Media kan beïnvloeden, zoals gedefinieerd in artikel 2 RSM.
De inhoud en aard van de Relevante Relatie zijn in ieder geval duidelijk herkenbaar indien deze conform de suggesties in de toelichting bij dit artikel worden vormgegeven. Volgens deze toelichting kan de herkenbaarheid van reclame verspreid via video sharing platforms, waar Instagram TV onder valt, onder andere worden bewerkstelligd via tekst in de beschrijving bij de video, waar verspreider in de bestreden uiting voor heeft gekozen. Een voorwaarde hierbij is dat deze tekst op alle soorten devices zichtbaar dient te zijn zonder dat men op een knop zoals “meer weergeven” hoeft te klikken.

3.  De Commissie heeft in dit geval ambtshalve kunnen vaststellen dat de door verspreider gekozen tekst ter verduidelijking van de Relevante Relatie via de applicatie op de smartphone niet zichtbaar is zonder op een dergelijke knop te drukken. Verder wordt deze relatie niet in de video zelf toegelicht en kan de kijker daardoor niet weten dat de mededelingen over dit product worden gedaan in het kader van een betaalde samenwerking tussen verspreider en adverteerder, gericht op de aanprijzing van dit product. Als gevolg hiervan kan de consument de mededelingen over dit product niet in het juiste kader plaatsen en is niet voldaan aan de transparantie-eisen van artikel 3 onder a en b RSM 2019.

4.  Omdat reeds op grond van het voorgaande is geoordeeld dat de bestreden uiting in strijd is met de RSM, komt de Commissie niet meer toe aan de vraag of het woord “Partner” als gekozen aanduiding voor de Relevante Relatie in het onderhavig geval voldoende duidelijk is.

5.  De Commissie acht beide verweerders, verspreider en adverteerder, verantwoordelijk voor het handelen in strijd met artikel 3 onder a en b RSM 2019.

6.  Derhalve wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met artikel 3 onder a en b RSM 2019. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken