a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Dossiernr:

2009/00849A

Datum:

18-03-2010

Uitspraak:

Bevestiging Beslissing RCC

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een televisiecommercial voor zakelijk reizen met de trein. In de televi­sie­com­mer­cial wordt op de situaties van drie personen ingegaan, in verband waarmee wordt gezegd:

“Steeds meer zakelijke reizigers ontdekken de voordelen van de trein. Wilbert bijvoorbeeld, die wel heeft afgeleerd om ooit nog ergens te laat komen. Myrna, die in het verleden de groot­ste moeite had om waar dan ook op tijd te zijn. En Thomas die vandaag een alles of niets presentatie heeft en er zeker van wil zijn dat ie echt niet te laat komt. Wie op tijd wil

zijn, vertrouwt op de trein. Ga Mee”

 

De klacht

 

In de televisiecommercial wordt beweerd dat de treinen van de NS op tijd rijden. Dit is niet in overeenstemming met de waarheid. Klager heeft zeer regelmatig last van aan­zienlijke ver­tragingen en legt daarvan een overzicht over. Naar schatting van klager rij­den de treinen slechts in 35 tot 40% van de reizen op tijd.

 

Het verweer

 

De slogan “Wie op tijd wil zijn, vertrouwt op de trein” houdt geen garantie in dat iedere trein­reiziger altijd op tijd zijn bestemming bereikt. Ook zegt de slogan niet dat de trein letterlijk al­tijd op tijd is.

 

De mondelinge behandeling

 

Namens adverteerder wordt toegelicht dat de boodschap van de te­le­visiecommercial is dat bij andere vervoers­vor­men dan de trein ook vertraging kan optreden. Uit de commercial volgt niet dat de trein altijd op tijd is. Hoog­uit blijkt uit de televisie­com­mercial dat de trein een be­trouwbaar vervoersmiddel is. Dit klopt. De punctua­liteit van de treinen is nu 90%. Dit is con­form de met de overheid gemaakte afspraken. Er is vol­gens die afspraken pas spra­ke van vertraging, indien de trein meer dan drie minuten is vertraagd.

 

Het oordeel van de Commissie

 

1)  De Commissie stelt voorop dat de televisiecommercial specifiek is gericht op zakelijke trein­reizigers. Er worden in verband daarmee drie personages genoemd die de voordelen van reizen met de trein zou­den hebben ontdekt. Ten aanzien van elk van deze personen volgt uit de televisiecommercial dat zij voor zakelijke reizen voor de trein kiezen om zo tij­dig de bestemming te be­reiken. Dit wordt onderstreept door de slogan: “Wie op tijd wil zijn, ver­trouwt op de trein.”

 

2)  Voorgaande boodschap staat niet op zichzelf. In de televi­siecommercial verwijst adver­teerder immers naar andere vormen van personenvervoer. Aan het begin van de televisie­commercial is een persoon te zien die door een kapotte auto te laat komt. Ten aanzien van de twee andere personen volgt even­eens uit de commercial dat zij voor de trein kiezen om­dat zij er zeker van willen zijn dat zij tijdig hun bestemming bereiken. Adverteerder heeft ter ver­ga­dering toegelicht dat het doel van de televisiecommercial is om te laten zien dat bij an­dere vormen van vervoer eveneens vertraging kan op­tre­den, en dat de trein een be­trouw­baar vervoersmiddel is. Naar het oordeel van de Com­missie gaat de boodschap van de tele­visiecommer­cial ech­ter verder dan dat. In feite volgt uit de televisiecommercial dat de trein de meest be­trouw­bare vorm van personenvervoer is en dat men daarom voor de trein dient te kiezen indien men er zeker van wil zijn dat men tijdig op de zakelijke be­stem­ming arriveert.

 

3)  De Commissie is van oordeel dat deze boodschap te absoluut is. Vaststaat dat on­geveer 10% van de treinen niet op tijd rijdt, dat wil zeggen meer dan drie minuten ver­traagd is. Kla­ger heeft bovendien onweersproken gesteld dat hij aanzienlijke vertragingen heeft onder­von­den. Dit impliceert dat de zakelijke reiziger niet altijd tijdig op de be­stem­ming arriveert. In ge­vallen waarin sprake is van een (aanzienlijke) vertraging, zou de reiziger bij andere vor­men van personenvervoer mogelijk wel tijdig de bestemming hebben bereikt. Op grond ­van het voorgaande, en nu de re­clame de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te ne­men dat hij anders niet had genomen, acht de Commissie de uiting mislei­dend als bedoeld in artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Co­de (NRC) en daardoor in strijd met artikel 7 NRC. Meer in het bijzonder heeft adverteerder geen juiste (volledige) informatie verschaft over de voordelen als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC, te weten over de redenen waarom de zakelijke reiziger beter af is met de trein dan met andere vervoermiddelen. Niet kan ech­ter worden gezegd dat de reclame-uiting in strijd met de waar­heid is, zoals klager stelt.

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het be­paal­de in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze recla­me te maken.

 

College van Beroep:

De grieven

           

Deze kunnen als volgt worden samengevat. 

De Commissie heeft ten onrechte geoordeeld dat de televisiecommercial met de slogan “Wie op tijd wil zijn, vertrouwt op de trein. Ga mee.” misleidend is en om die reden in strijd is met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De commercial is zeker niet in die zin misleidend, dat deze de gemiddelde consument ertoe brengt een treinkaartje te kopen wat hij zonder het beweerd misleidende karakter van de commercial niet zou hebben gedaan.

De commercial bevat ten aanzien van de betrouwbaarheid van de treindiensten van NS geen onjuiste of voor de doelgroep onduidelijke informatie. Op basis van de geldende punctualiteitsnormen kan de NS aantonen dat de trein een vervoermiddel is waar reizigers op kunnen vertrouwen. De commercial heeft een duidelijk humoristisch karakter en enige overdrijving is in reclame altijd toegestaan. In de commercial wordt geen concrete vergelijking met andere vervoermiddelen gemaakt.

 

Het antwoord in appel

           

De grieven zijn  gemotiveerd weersproken. Daarbij is benadrukt dat de punctualiteitscijfers voor de treinen niet van belang zijn, omdat hieruit niet valt af te leiden hoeveel reizigers op tijd hun bestemming bereiken. Het aantal vertraagde treinen is niet gelijk aan het aantal vertraagde passagiers. De NS spreekt pas van vertraging als een trein meer dan (3 of) 5 minuten vertraagd is, terwijl in de beleving van het publiek elke trein die te laat op het station arriveert, vertraagd is, zeker in de beleving van degenen die door de vertraging hun aansluiting missen. De doelgroep van de commercial, de zakelijke reiziger, behoeft niet te begrijpen dat bij het minder dan 5 minuten te laat arriveren van een trein geen sprake is van vertraging en de boodschap van de commercial in die gevallen niet misleidend is.

 

De mondelinge behandeling

 

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.

Namens appellant is daaraan toegevoegd dat de uitspraak van de Commissie is verschenen kort na een periode van extreme weersomstandigheden in december 2009, die de dienstregeling zwaar onder druk hebben gezet en de punctualiteits-cijfers negatief hebben beïnvloed.

 

Het oordeel van het College

 

1.

Het College stelt voorop dat de extreme weersomstandigheden in de tweede helft van december 2009 geen invloed hebben gehad op de inhoud van de uitspraak van de Commissie. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 8 december 2009 en het is het College bekend dat de beraadslaging door de Commissie over de inhoud van de beslissing direct na de mondelinge behandeling plaatsvindt. Daaraan doet niet af dat het enige tijd kan duren voordat de schriftelijke uitspraak aan partijen wordt toegezonden.

 

2.

Het College deelt het oordeel van de Commissie dat in de slogan “Wie op tijd wil zijn, vertrouwt op de trein” de boodschap ligt besloten dat de trein – in vergelijking met andere vormen van personenvervoer – de meest betrouwbare vorm van vervoer is voor de zakelijke reiziger die er zeker van wil zijn tijdig op een zakelijke bestemming te arriveren.

 

3.

Tijd is een concreet gegeven en niet een subjectief begrip dat op verschillende manieren kan worden opgevat. De zinsnede “op tijd” zal in dit verband door de gemiddelde consument worden begrepen als zonder vertraging, volgens de voor de betreffende trein geldende dienstregeling. Het als humoristisch bedoelde karakter van de uiting doet hieraan niet af.

 

4.

Vaststaat dat een bepaald percentage (ongeveer 10%) van de treinen niet op tijd rijdt. Dit impliceert dat een zakelijke treinreiziger niet altijd op tijd zijn bestemming zal bereiken. Nu het op tijd rijden van de treinen niet kan worden gegarandeerd, acht het College de bestreden uiting te absoluut. Dat punctualiteitscijfers worden vastgesteld volgens de nationaal geldende drie-minutennorm of de internationaal afgesproken vijf-minutennorm, waardoor bij het arriveren van treinen binnen deze norm niet wordt gesproken van vertraging, neemt het te absolute karakter van deze op de gemiddelde zakelijke treinreiziger gerichte uiting niet weg.

 

5.

Gelet op het vorenstaande deelt het College het oordeel van de Commissie dat de uiting misleidend is als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC) en daardoor in strijd is met artikel 7 NRC.

 

 

De beslissing

 

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

 

 

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken