Samenvatting van de klacht

Bij klager wordt om de paar maanden een plastic zak bezorgd met een flyer voor textielinzameling voor een goed doel door Pronk B.V., terwijl klager een Nee/Nee-sticker heeft. Na meerdere malen contact te hebben gehad, wordt de zak steeds weer bezorgd. Het lijkt erop dat het bedrijf niet (genoeg) actie wil ondernemen om de bezorging van het drukwerk en de zak in een brievenbus met een Nee/Nee-sticker te voorkomen.

Samenvatting van het verweer

Afzender respecteert de Nee/Nee-sticker en communiceert dit ook naar haar medewerkers die de zakken verspreiden. Afzender werkt voor goede doelen en dit werk wordt veelal uitgevoerd door laaggeschoolde medewerkers, waaronder WA-jongeren, andere mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en arbeidsmigranten. Afzender heeft de betreffende collega’s laten weten dat brievenbussen met Nee/Nee-stickers moeten worden overgeslagen. Naar aanleiding van het beklag van klager is afzender nog actiever in het informeren en attenderen van haar medewerkers hierop door dit mee te nemen als vast punt in haar besprekingen.

Het oordeel van de voorzitter

1)  Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij meerdere keren een plastic zak met een flyer, afkomstig van afzender, in zijn brievenbus heeft aangetroffen. 

2)  Als onweersproken is komen vast te staan dat de brievenbus van klager is voorzien van een Nee/Nee-sticker in de zin van de Code VOR. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code VOR. Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat de bewoner (onder meer) geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen.

3) Ook is onweersproken dat ondanks de Nee/Nee-sticker, de flyer in de brievenbus van klager is gedeponeerd. Dit maakt dat artikel 3.1. van de Code VOR is overtreden. Volgens dit artikel dient een afzender alle noodzakelijke maatregelen te treffen om de naleving van de (op bijlage 1 bij de) Code VOR vermelde stickers te bereiken. Door het aanbrengen van een dergelijke sticker geeft de bewoner te kennen dat hij geen ongeadresseerd reclamedrukwerk wenst te ontvangen, ongeacht de aard en de inhoud daarvan.

4)  De voorzitter beslist als volgt, waarbij rekening zal worden gehouden met de maatregelen die afzender inmiddels heeft genomen om herhaling van de onderhavige wijze van bezorgen te voorkomen. Gelet op die maatregelen zal een aanbeveling voor zover nodig worden gedaan.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter beveelt afzender aan, voor zover nog nodig, om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.