a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Dossiernr:

2014/00327

Datum:

04-07-2014

Uitspraak:

CVB Aanbeveling (gedeeltelijk) met ALERT alleen ALERT vernietigd (= Aanbeveling)

Product/dienst:

Casino, loterij, (promotioneel) kansspel

Motivatie:

Herkenbaarheid reclame

Medium:

Digitale marketing communicatie

Het College van Beroep [4 juli 2014]

De grieven

Het College vat de grieven als volgt samen.

Grief 1

De Commissie heeft het onderhavige artikel op www.voetbalzone.nl ten onrechte als een reclame-uiting aangemerkt. Het artikel heeft wat betreft de totale inhoud en strekking een journalistiek en informatief karakter. De redactie van voetbalzone.nl is verantwoordelijk voor de inhoud van haar website en de daarop gepubliceerde artikelen, met inbegrip van het bewuste artikel. Het doel van het artikel was het informeren van de lezers van voetbalzone.nl over de aanstaande wedstrijd en de te verwachten prestaties van de daarin genoemde elftallen. Vanwege het informatieve karakter van het artikel kan niet worden gezegd dat de inhoud en strekking daarvan onmiskenbaar tot doel hebben de diensten van Unibet aan te prijzen. De argumenten die de RCC tot dit oordeel hebben gebracht, zijn ondeugdelijk. Zowel de vraag ‘is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard?’, het feit dat het artikel informatie bevat over de mogelijke opbrengst van een weddenschap, als de aanname dat direct naar de website van Unibet werd gelinkt, kunnen niet worden aangemerkt als omstandigheden waaronder het artikel naar inhoud en strekking het doel heeft de diensten van Unibet aan te prijzen. Daarvoor is immers op zijn minst vereist dat op wervende wijze de (positieve) eigenschappen van een product onder de aandacht worden gebracht en de kooplust wordt opgewekt. Hiervan is geen sprake. Het oordeel is dan ook onjuist. Voorts is het oordeel onvoldoende gemotiveerd, nu de Commissie niet duidelijk maakt waarom de door haar genoemde veronderstellingen meebrengen dat sprake zou zijn van aanprijzing van de diensten van Unibet.

Grief 2

Mocht het College van oordeel zijn dat het artikel wel als reclame moet worden aangemerkt, dan heeft te gelden dat de uiting geen strijd oplevert met de Nederlandse Reclame Code (NRC). De Commissie heeft in haar beslissing omstandigheden genoemd waaruit zou blijken dat het om een reclame-uiting gaat. Uit de inhoud van de uiting komt dit dus volgens de Commissie voldoende duidelijk naar voren. Hiermee laat zich het tegengestelde oordeel van de Commissie dat sprake is van strijd met artikel 11.1 NRC niet verenigen. De Commissie heeft haar oordeel op dit punt onvoldoende gemotiveerd. Verzuim van deze motiveringsplicht leidt ertoe dat de beslissing niet in stand kan blijven. Voorts kan niet worden aangenomen dat de reclame-uiting oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC. Wil een reclame-uiting oneerlijk zijn, dan is op grond van artikel 7 NRC vereist dat de reclame in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en dat deze het economische gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk verstoort of kan verstoren. De Commissie heeft nagelaten te motiveren waarom aan deze cumulatieve eisen is voldaan. Appellanten betwisten verder dat onvoldoende professionele toewijding aan de dag is gelegd of dat het economische gedrag van consumenten is beïnvloed. Unibet handelt volgens de CEN WP58 norm (CWA 16259) inzake consumentenbescherming en verantwoord online spelen op grond waarvan aanbieders van online kansspelen in hun marketingcampagnes steeds feitelijk correcte informatie dienen te verschaffen en daarin geen valse of misleidende informatie mogen opnemen. Unibet wordt op de correcte naleving hiervan jaarlijkse gecontroleerd door een onafhankelijke instantie.

Grief 3

De Commissie oordeelt dat appellanten op verborgen wijze reclame hebben gemaakt voor een dienst die volgens de huidige wetgeving is verboden, nu Unibet niet beschikt over de noodzakelijke vergunning. Deze redenering gaat voorbij aan het feit dat op basis van de uit 1964 daterende Wet op de kansspelen, die het voorwerp uitmaakt van een inbreukprocedure bij de Europese Commissie, het voor Unibet wetstechnisch niet mogelijk is om een vergunning aan te vragen. Er bestaat domweg geen wetgeving en dus ook geen Nederlands vergunningsregime voor online kansspelen. De Nederlandse overheid voert, ondanks de hangende inbreukprocedure die dit specifiek aanklaagt, nog steeds geen consistent en non-discriminatoir offline en online kansspelbeleid en komt haar Europeesrechtelijke verplichtingen niet na. Unibet kan derhalve niet geacht worden in strijd te hebben gehandeld met een vergunningsplicht. Het oordeel van de RCC dat Unibet niet beschikt over de noodzakelijke vergunning kan dan ook niet staande worden gehouden.

Grief 4

De Commissie heeft ten onrechte de maatregel van het Alert opgelegd alsmede niet of onvoldoende gemotiveerd waarom oplegging van de maatregel in dit geval is gerechtvaardigd. Deze beslissing valt evenmin valt te verenigen met recente beslissingen in vergelijkbare dossiers waarin geen Alert werd uitgevaardigd. Zo zijn er meerdere dossiers te vinden waarin eveneens werd geoordeeld over reclame-uitingen voor kansspelen, maar waarin geen Alert is uitgevaardigd. Ook heeft de Commissie in een andere zaak waarin naar haar oordeel een reclame-uiting onvoldoende herkenbaar was, niet besloten tot de uitvaardiging van een Alert. Bestudering van andere uitspraken van de Commissie wijst bovendien uit dat een Alert in verreweg de meeste gevallen uitsluitend wordt uitgevaardigd als een adverteerder ondanks een eerdere aanbeveling opnieuw in de fout gaat. Daarvan is in dit geval geen sprake.

Gelet op voormelde omstandigheden getuigt het oordeel van de Commissie van willekeur. Bovendien is de sanctie van het Alert disproportioneel.

Het antwoord in appel

Op het antwoord in appel zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

De mondelinge behandeling

Namens Unibet wordt onder meer meegedeeld dat zij heeft besloten met onmiddellijke ingang geen reclame meer te maken die is gericht op de Nederlandse markt. Unibet zal aldus in feite de beslissing van de Commissie naleven. Appellanten handhaven verder hun standpunt.

Het oordeel van het College

1. Het College zal, gelet op grief 1, in de eerste plaats beoordelen of in het bestreden artikel sprake is van aanprijzing van diensten ten behoeve van Unibet. De Commissie heeft terecht overwogen dat daarbij van de totale uiting dient te worden uitgegaan. In dat kader zijn in het bijzonder de volgende aspecten van belang:

• in de kop van het artikel wordt melding gemaakt van een bookmaker die het voetbalteam Barcelona licht favoriet acht in een bekerfinale

• in de daaronder staande tekst wordt, na de mededeling dat woensdag de finale van de Copa del Rey wordt gespeeld en dat Barcelona door “bookmaker Unibet” wordt gezien als de favoriet en de mededeling dat dit team niet in vorm is, de vraag gesteld: “Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard?”

• Hieronder volgt, na een opsomming van enkele recente wedstrijden, informatie over de opbrengst die een overwinning van Real oplevert, te weten 2,75 keer de inzet, terwijl een zege van Barcelona wordt beloond met 2,50 keer de inzet, terwijl bij een verlenging volgens het artikel 3,60 keer de inzet wordt terugbetaald

• direct onder het artikel staat een kader waarin wordt verwezen naar de wedstrijd Barcelona – Athletic Bilbao met daarnaast een berekening van kennelijk de opbrengsten van een bepaalde inzet en de oproep “Zet in!”.

2. Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat de uiting niet uitsluitend informatie van redactionele aard bevat. In de uiting wordt immers specifiek naar Unibet verwezen in verband met de vraag of “een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard” is, gevolgd door gedetailleerde informatie over de opbrengsten bij diverse inzetten. Ook wordt de consument door middel van de woorden “Zet in” aangespoord in te zetten op een andere wedstrijd waar¬bij eveneens informatie over mogelijke opbrengsten wordt gegeven. Daar komt bij dat de Commissie in de beslissing beredeneerd heeft aangenomen dat de aansporing “Zet in” direct naar de website van Unibet linkt. Appellanten hebben niet gesteld dat deze aanname onjuist is. Ook het College gaat daarom ervan uit dat bij het artikel rechtstreeks naar de website van Unibet wordt gelinkt door middel van de oproep “Zet in”. Aldus prijst het artikel de diensten van Unibet aan. De consument wordt immers door de inhoud van het artikel ertoe verleid via Unibet op de uitslagen van wedstrijden te gaan gokken. Om die reden dient het artikel te worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 NRC. Hieruit volgt dat grief 1 dient te worden verworpen.

5.3.

Dat het artikel als reclame voor Unibet is bedoeld, blijkt niet duidelijk uit de uiting. De aanduiding “advertorial” of een soortgelijke mededeling ontbreekt. Nu in de uiting op verhulde wijze reclame wordt gemaakt voor Unibet, wordt niet voldaan aan de eis dat reclame duidelijk als zodanig herkenbaar dient te zijn. Het College onderschrijft om die reden het oordeel van de Commissie dat de uiting in strijd is met het bepaalde in artikel 11.1 NRC. Tevens is, zoals de Commissie terecht heeft geoordeeld, de uiting in strijd met artikel 8.5 in verbinding met bijlage 1, punt 10 NRC. Appellanten hebben het oordeel van de Commissie dat sprake is van redactionele inhoud waarvoor is betaald, niet specifiek bestreden. Anders dan appellanten stellen, is in dit verband niet relevant of de reclame-uiting in strijd is met de vereisten van professionele toewijding en of deze het economische gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk verstoort of kan verstoren. Het oordeel dat de uiting in strijd is met bijlage 1 bij de Nederlandse Reclame Code, impliceert immers dat deze onder alle omstandigheden misleidend is en reeds daarom oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat de diensten van Unibet volgens de huidige regelgeving in Nederland zijn verboden nu zij niet over de noodzakelijke vergunning beschikt en of dit verbod in de toekomst blijft bestaan, doet in verband met het voorgaande niet ter zake. De grieven 2 en 3 worden derhalve eveneens verworpen.

4. Met grief 4 stellen appellanten het zogenaamde Alert aan de orde. Te dien aanzien overweegt het College als volgt. Ingevolge artikel 18 lid 4 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kan een Alert worden gedaan indien de omstandigheden van het geval dit rechtvaardigen. Bij de beslissing al dan niet een Alert aan de uitspraak te verbinden, kunnen derhalve diverse overwegingen een rol spelen. Appellanten hebben in zoverre gelijk dat in veel gevallen een Alert wordt uitgevaardigd als een adverteerder ondanks een eerdere aanbeveling opnieuw in de fout gaat. Het feit echter dat het op dit moment voor Unibet in Nederland is verboden online gokspelen aan te bieden en de deelneming daaraan hier te bevorderen, is echter eveneens een aspect dat van belang is bij de afweging of een Alert op zijn plaats is, evenals het feit dat, zoals hiervoor is geoordeeld, op verhulde wijze voor een dergelijke dienst reclame wordt gemaakt. De Commissie heeft deze aspecten derhalve terecht bij haar afweging kunnen betrekken.

5. Als nieuwe informatie waarover de Commissie nog niet kon beschikken, geldt dat Unibet inmiddels heeft besloten om met onmiddellijke ingang geen reclame meer te maken die is gericht op de Nederlandse markt, waardoor zij, naar zij stelt, de beslissing van de Commissie opvolgt. Het College ziet aanleiding om deze informatie bij bedoelde afweging te betrekken. Dit aspect en de onder 5.4 bedoelde aspecten tegen elkaar afwegend, is het College van oordeel dat op dit moment onvoldoende aanleiding bestaat om de uitspraak als een Alert te verspreiden. Het College beslist derhalve op dit punt anders dan de Commissie.  Nu grief 4 doel treft, wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep

Het College bevestigt de bestreden beslissing met dien verstande dat de onderhavige uitspraak niet als “Alert” zal worden verspreid.

 

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie [5 juni 2014]

De bestreden uiting

Het betreft de website www.voetbalzone.nl voor zover daarop een pagina is te zien met de titel “Barcelona uit vorm volgens bookmaker licht favoriet in bekerfinale”. Op deze pagina staat voorts onder meer:

“Barcelona wordt door bookmaker Unibet gezien als de favoriet, maar de ploeg van Gerardo Martino is totaal niet in vorm. Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard? (…) Een overwinning van Real in de bekerfinale levert 2,75 keer de inzet op, terwijl een zege van Barcelona wordt beloond met 2,50 keer de terugbetaling van de inzet. Denk je dat de ploegen een verlenging in gaan? Dan kan je 3,60 keer je inzet terugkrijgen.”

Direct onder het artikel staat een kader waarin staat:

“Barcelona – Athletic Bilbao 1 1.23 x 6,75 2 11.50 x € 10 = 12,30 Zet in!”.

De klacht

Het artikel waartegen de klacht zich richt, begint alsof het een normaal nieuwsartikel is. Het is in dezelfde stijl geschreven als de andere artikelen op Voetbalzone.nl. In de eerste alinea wordt vervolgens gezegd dat Barcelona door bookmaker Unibet als de favoriet wordt gezien en wordt de vraag gesteld of een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard is. Vervolgens wordt uiteengezet dat Barcelona de laatste paar wedstrijden heeft verloren, terwijl Real Madrid juist heeft gewonnen. Hier is duidelijk sprake van native advertising, maar nergens wordt vermeld dat het een gesponsord bericht is. Er is sprake van een misleidende handelspraktijk in de zin van artikel 6:193b lid 2 sub a BW.

Het verweer van Voetbalzone.nl

Dit kan als volgt worden samengevat.

Voetbalzone.nl is een informatief platform voor voetballiefhebbers en heeft als doel voetbalfans continu te informeren over het laatste voetbalnieuws. Het betreffende artikel is louter informatief en valt geenszins binnen de definitie van reclame als bedoeld in artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). De lezer wordt geïnformeerd over de wedstrijd tussen Barcelona en Real Madrid en er wordt een terugblik gegeven op eerdere wedstrijden. In het redactionele stuk wordt op feitelijke wijze informatie gegeven over de kansberekening en quoteringen die Unibet als bookmaker net als andere bookmakers, vooropstelde. Er wordt enkel een vrijblijvende suggestie gedaan een gokje te wagen en die suggestie die niet is gebonden aan een specifieke aanbieder of website of een specifiek soort weddenschap. Op grond van het voorgaande kan de klacht niet slagen.

Het verweer van Unibet

Dit kan als volgt worden samengevat.

Het artikel waartegen de klacht zich richt, is gepubliceerd op een sportnieuwsplatform door en volgens de instructies en wensen van de uitgever. Het artikel was, conform de aard van de website en andere artikelen, erop gericht de voetballiefhebber te informeren over de wedstrijd tussen Barcelona en Real Madrid. Het artikel is geen reclame. Het betreft een louter redactioneel stuk over een sportwedstrijd waarin op feitelijke wijze informatie wordt gegeven over de kansberekening en quoteringen die Unibet als bookmaker, net als andere bookmakers, vooropstelde. Er is geen sprake van uitlokking of beïnvloeding door Unibet tot het gebruik maken van haar diensten. De enkele zin “Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard?” maakt de uiting evenmin tot een reclame-uiting. Het aanprijzend, uitlokkend of stimulerend element ontbreekt. De bewering dat spelers worden aangemoedigd om een weddenschap te plaatsen bij Unibet, waardoor het redactionele artikel geïnterpreteerd zou dienen te worden als native advertising, houdt derhalve geen stand. Subsidiair stelt Unibet dat, indien de gewraakte zinsnede al gekwalificeerd zou kunnen worden als reclame-uiting, dit in ieder geval geen misleidende reclame is. De klacht is in dat opzicht ook onvoldoende onderbouwd.

Nadere reactie van de verweerders

Voetbalzone.nl en Unibet hebben, gevraagd naar welke website de oproep “Zet in!” linkt, elk afzonderlijk, bij e-mail van 4 juni 2014 meegedeeld hun bij verweerschrift ingenomen standpunt te handhaven. Bezoekers zijn vrij te bepalen of zij wel of niet op een uiting klikken. Deze uiting maakt geen integraal deel uit van het artikel en is informatief bedoeld met betrekking tot de kansberekening voor het betrokken evenement. Van strijd met de NRC is geen sprake.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat de klacht aldus op, dat volgens klager sprake is van een reclame-uiting (native advertising) zonder dat dit voldoende duidelijk uit de uiting blijkt nu nergens staat dat sprake is van een gesponsord bericht. Voetbalzone.nl en Unibet betwisten dat sprake is van een reclame-uiting. Derhalve dient de vraag te worden beantwoord of de onderhavige uiting een reclame-uiting betreft. Bij de beantwoording van deze vraag speelt volgens artikel 1 NRC. de totale uiting een rol. Uitgaande hiervan oordeelt de Commissie als volgt.

 

In de kop van het artikel wordt melding gemaakt van een bookmaker. In de daaronder staande tekst wordt, na de mededeling dat woensdag de finale van de Copa del Rey wordt gespeeld en dat Barcelona door bookmaker Unibet wordt gezien als de favoriet, de vraag gesteld: “Is een gokje op Real Madrid misschien de moeite waard?”. Hieronder volgt gedetailleerde informatie over de opbrengst die een overwinning van Real oplevert, te weten 2,75 keer de inzet, terwijl een zege van Barcelona wordt beloond met 2,50 keer de inzet en bij een verlenging 3,60 keer de inzet wordt terugbetaald, aldus het artikel.

Naar het oordeel van de Commissie ligt het niet voor de hand in een artikel over een wedstrijd dergelijke specifieke informatie te verstrekken over de inzet die men bij verschillende uitkomsten terugbetaald krijgt, welke informatie kennelijk is bedoeld als antwoord op de vraag of een gokje op Real Madrid de moeite waard is. De inhoud en de strekking van het artikel hebben naar het oordeel van de Commissie onmiskenbaar tot doel de diensten van Unibet,die in het artikel uitdrukkelijk wordt genoemd, aan te prijzen. Reeds hierom dient de gewraakte uiting als een reclame-uiting te worden aangemerkt. Voorts is het volgende van belang.

Uitgaande van de totale uiting valt op dat direct onder het artikel een kader staat waarin wordt verwezen naar de wedstrijd Barcelona – Athletic Bilbao met daarnaast een berekening, een bedrag en de oproep “Zet in!”. De Commissie neemt aan dat men op dit kader, althans op een gedeelte daarvan, kan klikken teneinde te kunnen inzetten op de uitslag van deze wedstrijd. Aan Voetbalzone.nl en Unibet is voorafgaand aan de behandeling gevraagd naar welke specifieke website alsdan wordt gelinkt. Zowel Voetbalzone.nl als Unibet hebben de gevraagde informatie niet verschaft. De Commissie neemt daarom aan dat in bedoeld kader direct naar de website van Unibet wordt gelinkt. Hierbij merkt de Commissie op dat zij ambtshalve heeft vastgesteld dat de tekst die op het moment van de behandeling in bedoeld kader onder het artikel verschijnt, luidt: “Kun je goed voorspellen? Ontvang € 50,- euro start-bonus bij Unibet.” en dat de Commissie er om die reden vanuit meent te mogen gaan dat men door daarop te klikken, naar de website van Unibet wordt doorgelinkt alwaar een directe mogelijkheid bestaat om bij Unibet op de uitslag van een voetbalwedstrijd te wedden. De oproep “Zet in!” in combinatie met de inhoud van het artikel bevat, naar het oordeel van de Commissie, onmiskenbaar een aanprijzing van de mogelijkheid te gokken op de uitslag van een voetbalwedstrijd.

Gelet op de strekking van het artikel en de daarbij aangeprezen mogelijkheid om direct bij Unibet te gokken op de uitslag van een voetbalwedstrijd, acht de Commissie het aannemelijk dat sprake is van een uiting met een betaalde inhoud. Nu dit niet uit de uiting blijkt, acht de Commissie de uiting misleidend als bedoeld in artikel 8.5 in verbinding met bijlage 1, punt 10 NRC. Om deze reden is de uiting oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Voorts is de uiting in strijd met artikel 11.1 NRC nu deze niet duidelijk als reclame herkenbaar is.

Gelet op de ernst van de misleiding en het feit dat op verborgen wijze reclame wordt gemaakt voor een dienst (online gokken) die volgens de huidige wetgeving is verboden aangezien verweerders immers niet beschikken over de noodzakelijke vergunning, heeft de Commissie besloten het secretariaat van de Stichting Reclame Code opdracht te geven de uitspraak als “Alert” te verspreiden, dat wil zeggen ervoor te zorgen dat de uitspraak onder de aandacht wordt gebracht van een breed publiek. Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 en artikel 11.1 NRC. Zij beveelt verweerders elk afzonderlijk aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken en zal de uitspraak als “Alert” laten verspreiden.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken