a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Reizen en toerisme

Dossiernr:

2012/00251

Datum:

05-06-2012

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Reizen en toerisme

Motivatie:

Misl. Ontbrekende informatie

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden reclame-uitingen

 

Het betreft:

1.

Een advertentie in De Stentor in het weekend van 28/29 januari 2012 waarin onder de aanhef: “ZEG, BENT U AL VAKANTIEVIP?” onder meer staat:

“Boekt u nu een vakantie bij Oad Reizen, dan profiteert u niet alleen van hoge vroegboekkortingen, maar wordt u ook meteen VakantieVIP”.

 

2.

Een televisiereclame waarin onder meer wordt gezegd:

“Zeg bent u al vakantieVIP?

Dat word je als je nu bij OAD Reizen een heerlijke vakantie boekt. Maar wees er snel mee, want dan profiteer je van hele hoge vroegboekkortingen”.

Tot slot van de reclame wordt gezegd: “Kijk snel op OAD.nl”.

 

De klacht

 

Gelet op klaagsters nadere toelichting van de klacht kan deze als volgt worden samengevat.

In geen van de bestreden uitingen is vermeld dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en bestemmingen aan de Middellandse Zee. 

 

Het verweer

 

Adverteerder handhaaft hetgeen eerder is opgemerkt bij e-mail van 7 maart 2012.

 

Naar aanleiding van de beslissing van de voorzitter merkt adverteerder het volgende op.

Ervan uitgaande dat klaagster, zoals in de klacht staat, op 27 januari 2012 bij adverteerder een busreis naar Oostenrijk heeft geboekt, wijst adverteerder erop dat de bestreden advertentie dateert van na de boeking door klaagster en dat de bewuste actie derhalve niet gold op het moment van aangaan van de overeenkomst. 

 

Het oordeel van de Commissie

 

De Commissie onderschrijft het oordeel van de voorzitter dat de wijze waarop namens de Commissie aan klaagster is gevraagd om inlichtingen te geven omtrent de inhoud van de klacht, er niet toe leidt dat de klacht om formele redenen niet zou kunnen worden behandeld. Hiervoor is onder meer redengevend dat adverteerder door het verzoek aan klaagster om inlichtingen te verstrekken en de mogelijkheid voor adverteerder om op die (nadere) inlichtingen te reageren, niet in zijn belangen is geschaad.

 

Wat betreft de inhoud van de klacht overweegt de Commissie het volgende.

Adverteerder heeft niet weersproken dat uit geen van de bestreden uitingen valt op te maken dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor vliegreizen en reizen naar bestemmingen aan de Middellandse Zee en dus niet voor andere door OAD aangeboden reizen. Gelet hierop is er naar het oordeel van de Commissie sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Voor dit oordeel is niet relevant of klaagster een busreis heeft geboekt vóór dan wel na aanvang van de actie betreffende vroegboekkortingen. 

 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing van de Reclame Code Commissie van 23 april 2012

 

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter van 13 maart 2012. 

Voorts acht zij de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

 

Het College van Beroep

 

De grieven

 

Het College vat deze als volgt samen en deelt deze, in afwijking van de volgorde in het beroepschrift, als volgt in.

 

Grief 1

Er is geen sprake van een goede procesorde nu de Stichting Reclame Code (SRC) bij brief van 13 februari 2012 aan geïntimeerde (destijds klaagster) twee mogelijke samenvattingen van haar klacht heeft aangeboden waaruit zij ogenschijnlijk kon kie­zen. In een procedure voor de rechter is een dergelijke handelwijze ongeoor­loofd.  Op de website van de SRC staat duidelijk omschreven hoe een klacht dient te wor­den ingediend en waaraan deze dient te voldoen. Geïntimeerde kon kennelijk niet vol­doen aan de correcte wijze waarop geklaagd dient te worden en de SRC heeft haar op weg geholpen en zelfs in een eigen gevolgtrekking geleid of willen leiden.

 

Grief 2

De beslissing is mede gewezen door een onbevoegd Commissielid. Het be­treft mr. J.H.M. Borret-Bouritius. Zij wordt op de website van de SRC niet als lid genoemd.

 

Grief 3

OAD kon de klacht niet onderzoeken omdat bepaalde gegevens ontbraken. Vol­gens OAD is de datum van boe­ken bepalend voor de toepasselijkheid van de ge­wraakte uitingen (een televisiecommercial en een advertentie). Immers, indien geïn­timeerde vóór het publiceren van die uitingen een overeen­komst is aangegaan, is de klacht volgens OAD niet gegrond. OAD kon op naam van geïntimeerde geen gegevens vinden. Na de uitspraak van de Com­missie heeft OAD achterhaald op welke naam de overeenkomst is gesloten. Dit was een andere naam dan die van geïntimeerde, te weten Remmerswaal. OAD kan als gevolg van de ANVR-Reis­voor­waarden, waarin juridisch sprake is van een hoofdboeker/aan­mel­­der (dit is de eer­ste persoon die in de overeenkomst wordt ge­noemd), en het feit dat het boekings­kantoor slechts de naam van de aanmelder als formele wederpartij door­geeft, niet zoeken op een andere naam dan Rem­mers­waal. OAD was hiertoe ook niet ge­rech­tigd uit hoofde van de agentuurover­een­komst en de pri­vacywet­ge­ving. OAD kon zich hierdoor niet goed verdedigen. OAD had de overeen­komst nodig om de boek­datum te kunnen controleren. Inmiddels heeft OAD kennis kunnen nemen van de overeenkomst. De boekdatum is 27 ja­nuari 2012. De ge­wraakte ad­ver­tentie is echter van 28 januari 2012. De advertentie gold dus niet op het moment van de boeking. Geïntimeerde is overeenkomstig arti­kel 5 van de ANVR-Reisvoor­waarden akkoord gegaan met de overeenkomst en is daaraan gebonden. De be­slissing in eerste aanleg zou om die reden geen stand houden voor de Geschil­len­commissie Reizen of de rechtbank. 

 

Het antwoord in appel

 

Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

Het oordeel van het College

 

1. OAD stelt in de eerste plaats dat in eerste aanleg geen sprake is geweest van een goede procesorde, nu de SRC bij brief van 13 februari 2012 aan geïntimeerde (des­tijds klaagster) twee mogelijke samenvattingen van haar klacht zou hebben voor­ge­legd. OAD stelt dat in een procedure voor de rechter een dergelijke handel­wijze ongeoorloofd is. OAD miskent echter met dit betoog dat de procedure die volgt na het in behandelen nemen van een klacht door de Commissie, wordt beheerst door eigen procesregels, die zijn vastgelegd in het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, welke colleges zijn ingesteld in­ge­vol­ge artikel 2 lid 2 van de Statuten van de Stichting Reclame Code. In het Re­gle­ment zijn beginselen van een behoorlijke klachtprocedure uitgewerkt. Het Regle­ment be­vat geen verbod om naar aanleiding van een ingediende klacht nadere in­lich­tin­gen aan een klager te vragen. De door OAD bedoelde brief gaat het kader van een in­for­ma­tie­verzoek niet te buiten. Van “hel­pen” van geïntimeerde bij het indienen van een correcte klacht is geen sprake. Het was blijkens de inhoud van de brief de be­doeling duidelijkheid te verkrijgen over de reikwijdte van de klacht ten­ein­de die op efficiënte wijze te kunnen be­han­delen. OAD was hierbij ook ge­baat, nu zij het ver­weer in eerste aanleg kon be­perken tot datgene wat vol­gens het antwoord van geïn­timeerde op voormelde brief de essentie van de klacht was. Aldus kan niet wor­den gezegd dat sprake is van schending van het Re­glement en evenmin dat OAD door voormelde handelwijze in haar belangen is geschaad. Grief 1 faalt derhalve.

 

2. Grief 2 faalt eveneens. Op grond van artikel 5 tweede zin van het Reglement is de secretaris tevens plaatsvervanger van elk van de leden van de Commissie. Als ge­volg van deze regeling was de secretaris bevoegd in het onderhavige geval, waarin sprake was van ontstentenis van een van de leden, als plaatsvervangend lid op te treden. Van een onbevoegd lid is derhalve geen sprake.

 

3. Ten aanzien van de stelling van OAD dat zij de klacht niet kon onderzoeken omdat met betrekking tot de door geïntimeerde gemaakte boeking bepaalde gegevens ont­bra­ken, is het College van oordeel dat deze stelling niet ter zake doet voor de be­oor­­­deling van de onderhavige klacht. Kern van de klacht is immers dat uit de uitin­gen niet blijkt dat de vroegboekkortingen alleen gelden voor all-in vliegreizen en be­stem­mingen aan de Middellandse Zee. Voor de beoordeling van deze klacht is niet rele­vant of geïn­timeerde een reis heeft geboekt, en zo ja, op welke datum. Het gaat in deze procedure immers uitsluitend om de vraag of de gewraakte uitingen mis­lei­dend zijn voor de gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende con­su­ment.

 

4. De Commissie heeft geoordeeld dat niet is weersproken dat de in de klacht be­doel­de informatie in de uitingen ontbreekt en dat om die reden sprake is van een ver­bor­gen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, zoals bedoeld in artikel 8.3 aan­hef onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC), als­me­de dat de ge­mid­delde consument door het ontbreken van die informatie ertoe kan wor­den ge­bracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had ge­nomen. OAD heeft in beroep geen inhoudelijke gronden tegen dit oordeel aan­ge­voerd. Het Col­lege onderschrijft overigens het oordeel van de Commissie dat de uiting mislei­dend en daardoor oneerlijk is in de zin van artikel 7 NRC.

 

5. Het College neemt kennis van de stelling van OAD dat zij geïntimeerde een korting zal geven, ongeacht hoe de uitkomst van deze procedure zal luiden.

 

6. De grieven treffen geen doel. Derhalve dient te wor­den beslist als volgt.

 

De beslissing

 

Bevestigt de beslissing van de Commissie.

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken